Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

De implementatie van het koninklijk besluit over het medisch-farmaceutisch overleg

Universiteit Antwerpen
2017
Caroline
Peelman
  • Marwa
    Rasul
Met de komst van het koninklijk besluit op 20 april 2015 over het medisch-farmaceutisch overleg wordt een belangrijk signaal gegeven. Het bevestigt de noodzaak van het optimaliseren van samenwerking tussen huisartsen en apothekers in de eerstelijnsgezondheidszorg. Deze masterthesis is een eerste evaluatie over de implementatie van het medisch-farmaceutisch overleg in Vlaanderen.
Meer lezen

Do The Right Thing - ook in Vlaanderen

Hogeschool Gent
2017
Marie
Van Daele
Deze bachelorproef gaat op zoek naar concrete manieren om LHBT-acceptatie te verhogen door middel van bewust ingerichte vormingen omtrent seksuele en genderdiversiteit in Vlaamse middelbare scholen.
Meer lezen

ONDERNEMINGSPERFORMANTIE NA HET INVOEREN VAN GENDER-QUOTA

Universiteit Gent
2017
Jorgen
Rogiers
Onderzoek naar de Europese gerechtelijke context en de gerechtelijke context van de afzonderlijke lidstaten met betrekking tot een vrouwenquotum.
Onderzoek naar de bedrijfsprestaties (rendabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit) na het invoeren van deze gender-quota.
Meer lezen

Denosumab en MRONJ: richtlijnen voor de tandarts

KU Leuven
2017
Nelle
Dewilde
Het doel van deze thesis is de theoretische achtergrond betreffende denosumab en medicatiegerelateerde osteonecrose van de kaak bij tandheelkundestudenten en tandartsen aan te vullen en ze te helpen in het maken van keuzes betreffende de behandeling van patiënten die denosumab toegediend krijgen of deze therapie in de nabije toekomst moeten ondergaan. Dit op basis van de meest actuele aanbevelingen en studies die in de literatuur beschikbaar zijn.
Meer lezen

Genotypering van het Hepatitis C Virus met betrekking tot de 2k/1b recombinant.

Universiteit Gent
2017
Wim
Schuermans
  • Hans
    Orlent
  • Isabelle
    Desombere
  • Patrick
    Descheemaeker
  • Hans
    Van Vlierberghe
  • Anja
    Geerts
  • Xavier
    Verhelst
  • Marijke
    Reynders
  • Elizaveta
    Padalko
Aangezien verschillende HCV genotypes een verschillende respons kunnen hebben op de eventueel ingestelde therapie, is een correcte typering van belang. Afhankelijk van de gebruikte methodologie bestaat er een risico op misclassificatie. Dit is van toepassing bij de beruchte virale centaur CRF 2k/1b.
Meer lezen

Rol van de vroedvrouw bij draagmoederschap - Focus op het juridische aspect

Arteveldehogeschool Gent
2017
Cato
De Langhe
Draagmoederschap kent in België nog geen wetgeving wat de uitvoering zeer moeilijk maakt. Als vroedvrouw is het belangrijk de adviezen en richtlijnen te kennen wanneer je een draagzwangerschap zult opvolgen. In deze scriptie komen de huidige adviezen aan bod alsook de tekortkomingen en aandachtspunten voor de vroedvrouw met focus op het juridische aspect,prenatale en intapartum begeleiding.
Meer lezen

Postpartumpics: een visueel boek ter ondersteuning van de communicatie met kwetsbare gezinnen.

VIVES Hogeschool
2017
Yasmine
Dubaere
  • Cynthia
    Verbeke
Twee studenten vroedkunde ontwikkelden een visueel boek om communicatie met kwetsbare gezinnen in het ziekenhuis te verbeteren.
Meer lezen

Een pootje om op te steunen! De visie omtrent huisdieren in woonzorgcentra.

Hogeschool West-Vlaanderen
2017
Lara
Colombo Giardinelli
Dit kwalitatief onderzoek gaat na wat de visies van woonzorgcentra zijn omtrent het houden van huisdieren binnen het woonzorgcentrum. Daarbij wordt in kaart gebracht hoe men omgaat met gesignaleerde problemen om woonzorgcentra aan te spreken om toch een huisdier(en) te houden omwille van de meerwaarde die zij kunnen bieden.
Meer lezen

Zijn we nog op tijd voor vroegtijdige zorgplanning bij personen met beginnende dementie?

KU Leuven
2016
Ilse
Bellon
Doel van deze masterproef was om na te gaan of vroegtijdige zorgplanning kan en zinvol is bij patiënten met beginnende dementie. Bij deze populatie botst de huisarts niet alleen op het gebrek aan concrete hulpmiddelen maar wordt die ook geconfronteerd met een moeizamere communicatie en met de vraag of de patiënt wel voldoende cognitieve vaardigheden heeft.
Ervaring met en evaluatie van een vroegtijdig zorgplanningsgesprek met 21 patiënten in het bijzijn van familie leerden dat een dergelijk gesprek niet alleen goed doenbaar is maar ook geapprecieerd wordt door de patiënt en door dienst naasten.
Meer lezen

Preoperatief vasten, wat weten we erover? Een update van de richtlijnen rond het preoperatief nuchterbeleid bij volwassenen.

Hogeschool West-Vlaanderen
2016
Tine
Bogaert
Een uiteenzetting van de Europese richtlijnen rond het preoperatief nuchterbeleid. De kennis van deze richtlijnen bij de verpleegkundigen werd getoetst. Enkele aanbevelingen voor een betere implementatie in de praktijk.
Meer lezen

Validation of a new smartphone application (“FibriCheck”) for the diagnosis of atrial fibrillation in primary care

KU Leuven
2016
Christophe
Mortelmans
In deze studie bestuderen we in de eerstelijnszorg een nieuwe applicatie uit de groeiende markt van medische smartphone-apps. We gaan de accuraatheid, voor- en nadelen na van de "FibriCheck"-app m.b.t. de opsporing van voorkamerfibrillatie, een frequente hartritmestoornis met grote impact op de gezondheid.
Meer lezen

Asimov in de auto en in de huisrobot

Hogeschool Gent
2016
Anand
Debusschere
Robotica brengt een ethische component met zich mee. De scriptie “Asimov in de auto en in de huisrobot” gaat over deze problematiek, en hoe je deze ethische problemen duidelijk maakt aan jongeren in het secundair onderwijs.
Meer lezen

De invloed van 'het belang van het kind' bij de straftoemeting van volwassen daders.

Universiteit Gent
2016
Silke
Verspecht
  • Silke
    Verspecht
Het belang van het kind betreft een complex begrip waarmee strafrechters rekening dienen te houden bij de toekenning van een straf aan diens ouder(s). Dit met het oog op de maximale ontplooiing van het kind. Toch kan uit dit onderzoek vastgesteld worden dat rechters dit veelal een minder of helemaal niet belangrijke factor achten.
Meer lezen

When accessibility becomes storytelling: from audio description to audio drama

Universiteit Antwerpen
2016
Eline
Van der Jonckheyd
Deze scriptie legt een onderzoek voor naar de gelijkenissen en verschillen tussen het luisterspel en audiodescriptie. Zo probeert ze na te gaan of een audiodescriptie ook als luisterspel op de markt kan worden gebracht.
Meer lezen

Bepaling van vrij bilirubine bij premature neonaten verblijvend op de intensieve neonatologie en het verband met het risico op neurotoxiciteit.

Universiteit Antwerpen
2016
Katrien
Eeckhout
  • Dr. Anali
    Conesa Botella
  • Dr. Henri
    Blom
Om het risico op de ernstige gevolgen van geelzucht te kunnen bepalen hebben wij, met behulp van een nieuwe meettechniek, kunnen aantonen dat het vrij bilirubine superieur is ten opzichte van het totaal bilirubine.
Meer lezen

Aristoteles over de vrouw

Universiteit Gent
2016
Tineke
Melkebeek
Een onderzoek naar de redenen die Aristoteles en andere Griekse denkers gehad konden hebben om de vrouw als minderwaardig te conceptualiseren tegenover de man.
Meer lezen

Factoren die correleren met het zelfmanagement van nierdialysepatiënten: een cross-sectionele studie

KU Leuven
2016
Liesbet
Van Bulck
  • Katheen
    Claes
  • Katrien
    Dierickx
  • Annelies
    Hellemans
Deze masterproef heeft het niveau van zelfmanagement bij nierdialysepatiënten in Vlaanderen gemeten en heeft het in verband gebracht met demografische, sociale en ziektegerelateerde factoren. Bovendien werd een vergelijking gemaakt tussen het zelfmanagement van nierdialysepatiënten en dat van patiënten met andere chronische aandoeningen.
Meer lezen

Ondersteunende fichebox: 'Schrijven met vaart!'

Arteveldehogeschool Gent
2016
Laura
Elegeert
  • Hanne
    Dewaele
Iedere leraar een taalleraar: een leuze die iedereen bekend in de oren klinkt. In deze scriptie gingen wij een kijkje nemen naar de schrijfvaardigheid in de praktijk. Aan de hand van onze bevindingen, ontwikkelden we het hulpmiddel 'Schrijven met vaart!'
Meer lezen

Perceptie van huisartsen over hun huidige en toekomstige rol in het beleid bij hartfalenpatiënten: Een kwalitatieve studie.

KU Leuven
2016
Sofia
Zervas
  • Hanne
    Leben
Alhoewel richtlijnen een multidisciplinaire omkadering van hartfalenpatiënten aanraden, blijft de zorg in Vlaanderen gefragmenteerd met een onduidelijke rolverdeling voor de verschillende zorgverleners. Deze masterthesis is een kwalitatief onderzoek naar de rol van de huisarts in het beleid bij chronisch hartfalen. De belangrijkste bevinding is dat huisartsen kiezen voor een holistische en flexibele zorg, waarin voor hen een centrale rol is weggelegd.
Meer lezen

Analyse van de verbindingswoorden in de tolknotities en hun invloed op de vertolking

KU Leuven
2016
Laura
Theys
Onderzoek naar het verband tussen de manier waarop verbindingswoorden in de tolknotities genoteerd worden en de manier waarop de verbindingen uit de brontekst getolkt worden. Verkennend onderzoek de invloed van het mogelijk voorgaand verband op de coherentie van de vertolking. Onderzoek naar het verband tussen de notitietechniek en de kwaliteit van een vertolking.
Meer lezen

Crisismanagement en de ramp in Fukushima: de invloed van het ‘Nuclear Village’

KU Leuven
2016
Kelly
Knapen
Crisis Management and the Fukushima Daiichi Nuclear disaster
The influence of the Nuclear Village
Kelly Knapen


The triple meltdown in the Fukushima daiichi nuclear power plant on the 11th of March 2011 has been coined the second worst nuclear disaster since Tsjernobyl. It created a shockwave through the world. Concerns about the safety of this energy source rose to new heights. Voices arose to completely step away from nuclear energy altogether. In Japan this became very apparent. The government experienced massive waves of criticism. Mainly on the way they handled the crisis. This dissertation looked deeper into the crisis management regarding the Fukushima Daiichi nuclear disaster and investigated whether this was effective or not. Secondly this research concentrated on the reasons behind the failures of the crisis management, mainly concentrating on the influence of the Nuclear Village and what effect this had on the crisis management itself.
To achieve this, this dissertation first looked deeper into the legal framework surrounding crisis management in Japan to investigate whether two important aspects of crisis management were covered namely those of preparation and prevention. Secondly it used the reports of the ‘Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission’ of the National Diet of Japan and ‘The Independent Investigation committee on the Fukushima Nuclear Accident’ to look deeper into the immediate crisis respons and looked whether the three important elements of communication, cooperation and leadership were present. Lastly, by using the theory of George Stigler on ‘Regulatory Capture’ and the more concrete studie on the ‘Nuclear Village’ of Kainuma (開沼) and Kingston, this dissertation formed its conclusion on the reason behind the problems regarding crisis management in Japan and its effectiveness.
Out of this research it became apparent that there were serious problems concerning the crisis management of the Fukushima nuclear accident. It became clear that nuclear safety was not ensured. The government did not learn the necessary lessons from the two severe incidents that occurred before the disaster in Fukushima, which should have served as a wake-up call. During the crisis at the Fukushima Daiichi nuclear power plant, the main players in crisis management distrusted each other, which lead to a general lack of cooperation, communication and leadership. Although this was a period of crisis, where no one acts perfectly according to plan, this research made clear that the influence of TEPCO on the different players was a major factor in the failure of the crisis management concerning the nuclear disaster at the Fukushima Daiichi nuclear power plant.
This crisis eventually led to a structural reform of crisis management in Japan. This can certainly be called a big step forward. However regarding the nature of the Nuclear Village, as a deeply-enrooted system, a reform alone may not be enough. On this part more research is definitely needed.

Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Het gebruik van honden in Animal-Assisted Interventions

Odisee
2016
Bauke
Verbruggen
Animal-Assisted Interventions (AAI) worden steeds meer toegepast in de gezondheidszorg en diverse andere settings, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van honden. Deze scriptie kijkt naar de effecten van AAI op het welzijn van de betrokken honden en hoe deze reageren op de nieuwe omgevingen waarin zij hierbij terecht komen. Een overzichtstabel geeft criteria weer waaraan AAI zou moeten voldoen opdat het ook aan het welzijn van de hond tegemoet zou komen.
Meer lezen

Analyse van de probitfunctie voor de effecten van overdruk op de mens - Het Vlaamse 40 mbar overdrukcriterium

KU Leuven
2016
Jeroen
Debroey
In Vlaanderen wordt de kans op overlijden ten gevolge van de overdruk afkomstig van een explosie uitgedrukt door middel van een probitfunctie. In deze scriptie wordt de herkomst van de Vlaamse probitfunctie doorgelicht en vergeleken met alternatieve opvattingen en technieken. Uit dit onderzoek besluit de auteur dat de huidige Vlaamse probitfunctie anno 2016 te conservatief is. Hij ontwikkelt daarom een geactualiseerde probitfunctie, ten einde de Vlaamse probitfunctie opnieuw af te lijnen met moderne bouwfysische omstandigheden.
Meer lezen

Geluk: Een explorerend onderzoek naar methodieken over geluk in de basisschool

VIVES Hogeschool
2016
Lisa
Pareyn
Meer en meer leerlingen uiten signalen dat ze ongelukkig zijn. Dit zette ons ertoe aan om methodieken over geluk te verzamelen. Eén onderzoeksvraag staat centraal: “Welke methodieken kunnen een goede basis vormen, voor het ontwikkelen van lessen rond geluk voor kleuters en lagere schoolkinderen?”. Ons finaal doel is het formuleren van adviezen met betrekking tot de implementatie van methodieken rond geluk.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
België, Luxemburg en Oostenrijk hebben lange tijd geweigerd deel te nemen aan Europese initiatieven tot onderlinge uitwisseling van bankgegevens voor belastingdoeleinden. Bestaande theorie probeert dit te verklaren door te wijzen op het feit dat kleine landen geen baat hebben bij fiscale coöperatie. Deze scriptie probeert aan de hand van een Qualitative Comparative Analysis te verduidelijken waarom enkel deze kleine EU-lidstaten zich verzet hebben terwijl alle anderen wel hun fiat gaven.
Meer lezen

De collectieve vordering: een nuttig instrument voor de slachtoffers van onrechtmatige bedingen?

Universiteit Gent
2016
Céline
van Aalst
De scriptie bespreekt de collectieve vordering (class action) die werd ingevoerd in het Wetboek Economisch Recht en dit specifiek in de context van de onrechtmatige bedingen in hetzelfde wetboek. Er worden concrete gevallen behandeld en ten slotte worden er criteria ontwikkeld aan de hand waarvan het nut van de collectieve vordering ten opzichte van de klassieke proceduremogelijkheden concreet per situatie kan worden geëvalueerd.
Meer lezen

Is prevention better than cure? An anthropological rethinking of prevention in the context of the Ghanaian health care discourse and the daily lives of its patients

KU Leuven
2016
Axelle
Meyermans
Een antropologische blik op preventie en sensibilisering in de Ghanese gezondheidszorg. Waarom werken biomedische preventiecampagnes vaak niet goed, en wat zijn de lokale Ghanese manieren om aan ziektepreventie te doen?
Meer lezen

Aansprakelijkheid van de bouwpartners in Belgische context: positie en verzekeringsplicht van de architect

Universiteit Gent
2016
Astrid
Annaert
Deze masterproef is een verkennend onderzoek naar hoe de relaties tussen verschillende bouwpartners in België is ontstaan, hoe ze momenteel worden ervaren en toegepast en hoe dit, in functie van wijzigende inzichten en reglementeringen in de toekomst zou kunnen evolueren. Enkele rechtszaken en wetsvoorstellen tonen immers aan dat de huidige situatie in België in dit verband op een aantal vlakken mank loopt.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
Mijn scriptie verklaart waarom België, Luxemburg en Oostenrijk zich jarenlang verzet hebben tegen de uitwisseling van bankgegevens onder Europese lidstaten
Meer lezen