Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Spaanse politieke opposanten in België in het post-Francotijdperk: Onderzoek naar de beweegredenen om Spanje te ontvluchten en de rol van België als toevluchtsoord vanaf 1975

Jana Laporte
Na de dood van dictator Franco in 1975 begon in Spanje de Spaanse democratische overgang. Er is echter een schaduwzijde: ondanks deze democratisering ontvluchtten er nog Spanjaarden het land omwille van politieke redenen en gingen ze hun heil zoeken in België. Een problematiek die tot op de dag van vandaag actueel is.

Leerlingen van het 3e jaar secundair onderwijs motiveren en sensibiliseren tot DTPa vaccinatie

Kimberly Hermans
Onderzoek naar de redenen van een lage vaccinatiegraad bij adolescenten. Gevolgd door een onderzoek naar mogelijke oplossingen. Met als uiteindelijke uitkomst een verhoogde vaccinatiegraad.

The 'ad'ded value van corona-marketing: Kwantitatief onderzoek naar het scepticisme en de effectiviteit van cause-related marketingcampagnes ten tijde van de COVID-19-pandemie.

Maura Verdoliva
Kwantitatief onderzoek naar de effectiviteit en het scepticisme ten aanzien van reclamecampagnes die aangepast zijn in het licht van de COVID-19-pandemie. Werken campagnes die gekoppeld zijn aan een goed doel nog bij de jongvolwassen consument?

Hoe kunnen we mensen in kwetsbare situaties menswaardig en als participant empoweren richting e-inclusiviteit?

Zozan Kilic
Met dit onderzoek wil Zozan Kilic nagaan hoe de digitale ongelijkheid verkleind kan worden door gebruik
te maken van grondrechten, om professionals en organisaties tools te kunnen meegeven
voor een empowerende ondersteuning waarbij vertrouwen centraal staat.

Politieke polarisatie in partnerrelaties - Met getrokken messen aan tafel

Joris Van Droogenbroeck
De scriptie gaat over politieke conflicten binnen partnerrelaties. Als gezinswetenschapper bekijk ik dit fenomeen vanuit een psychologische, een relationele en sociologische bril. Een aantal veranderingsstrategieën sluiten het geheel af.

Van Uitzicht tot Inzicht - Restauratie en conservatie in België ca. 1880 tot 1920

Audrey Boivin
Geschiedenis van de technieken en idealen binnen de kunstrestauratie en -conservatie, specifiek over de conservatie en restauratie van schilderkunst in België ca. 1880-1920.

De strafrechtelijke sanctionering van religieuze uitingen

Kato Van Espen
Een juridische analyse naar de noodzakelijkheid van de strafrechtelijke beteugeling van het dragen van gezichtsverhullende kledij. Ook de maatregelen m.b.t. COVID-19 komen kort aan bod.

Operaties bij intersekse kinderen: de norm of een vorm van genitale verminking?

Jackelien Ackx
Niet medisch noodzakelijke operaties bij intersekse kinderen worden bekritiseerd door (internationale) mensenrechtenorganisaties, omdat ze een schending van enkele fundamentele rechten inhouden, zoals het recht op fysieke integriteit, het recht op autonomie en het verbod op discriminatie. Bovendien kan de vraag gesteld worden of ingrepen zoals vrouwelijke genitale verminking en operaties bij intersekse kinderen wel zo verschillend zijn als de verscheidene aanpak ervan doet uitschijnen.

Is de huidige rechtsbescherming voor klokkenluiders in de publieke sector adequaat in België en Nederland?

Farah Peeters
Deze masterproef is geschreven met als oogpunt na te gaan of de rechtsbescherming van klokkenluiders in de publieke sector al dan niet adequaat genoeg is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur om de kwaliteit van de rechtsbescherming in België en Nederland te onderzoeken en te toetsen aan de bestaande klokkenluidersreguleringen. Doorheen de masterproef wordt het duidelijk dat zowel België als Nederland op de goede weg zijn, maar belangrijke nuances nog steeds ontbreken of onvoldoende zijn uitgewerkt. Een afdoende rechtsbescherming voor klokkenluiders is echter noodzakelijk om de rechten van de mens, en in het bijzonder het recht op vrije meningsuiting, te bevorderen en garanderen anno 2020.

Een studie van remigratiemotieven van tweede en derde generatie hoogopgeleide Belgen met Turkse roots

Elif Lootens
Het migratiedebat verhit in West-Europa sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw de gemoederen. Het debat is vooral gericht op instroom en integratie. Daarbij is emigratie een onderbelicht aspect. Zo is er weinig onderzoek gedaan naar de remigratie van migranten naar het land van herkomst.

Bij remigratie is het opleidingsniveau een relevante factor. Anders dan soms vermoed wordt, zijn het niet kansarme, laaggeschoolde jongeren die remigreren, maar eerder hoogopgeleide jonge migranten. Omdat net zij in Turkije een gedegen opleiding, meertaligheid en nuttige beroepservaring kunnen inbrengen als troef op de arbeidsmarkt.

Deze hoogopgeleiden ervaren in West-Europa beperkte vooruitzichten op zowel sociaal, persoonlijk als professioneel gebied. Hoogopgeleiden met Turkse roots hebben het gevoel dat zij in Turkije hun kansen beter kunnen benutten en zijn daardoor eerder geneigd te vertrekken.

Daarnaast wijzen onderzoekers erop dat de uitstroom van jonge hoogopgeleiden in tijden van vergrijzing en de daarmee samenhangende schaarstes op de arbeidsmarkt, nadelig kan zijn voor West-Europese economieën. Het vertrek van hoogopgeleide Turken is een ‘braindrain’ en een ‘verlies van menselijk kapitaal’. Dit veroorzaakt een onevenwicht tussen hoog- en laagopgeleiden migranten in Europa.

Wat opvalt is dat ondanks hun studies en diploma, deze hoogopgeleiden geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze pessimistische toekomstperspectieven in Belgie voeden de drang tot remigratie. Etnische minderheden scoren beduident lager op vlak van jobtevredenheid. Volgens Vandevenne & Lenaers (2007) geeft ongeveer 64% van de hoogopgeleide etnische minderheden in Vlaanderen aan minder kans te hebben om door te stromen naar hogere functies en 61% meent zich door zijn afkomst extra te moeten bewijzen.

Hierbij komen we tot de integratieparadox die als een pushfactor meespeelt voor remigratie: hoogopgeleide Belgische Turken komen meer in aanraking met autochtonen, waardoor ze hun eigen posities op de arbeidsmarkt vergelijken en bijgevolg een ‘relatieve deprivatie’ ervaren waardoor hun eigen jobtevredenheid afneemt. Deze hooggeschoolden met een migratieachtergrond hebben immers vaak een baan onder hun opleidingsniveau, ervaren meer moeite om werk te vinden en krijgen minder promotiekansen. Hoogopgeleide en ondernemende migranten ervaren deze discriminatie intenser en zijn daarom sterker geneigd om elders het geluk te zoeken.

Bovendien hebben deze hoogopgeleiden de perceptie, met hun verworven competenties, betere jobkansen en doorgroeimogelijkheden te kunnen krijgen in Turkije. Vrouwen bevinden zich in een extra benadeelde positie doordat ze dubbel gediscrimineerd worden: naast het behoren tot een etnische minderheid, behoren ze ook tot de symbolische minderheid op vlak van gender. Hierdoor zou de wil om te migreren bij vrouwen eveneens hoger liggen, in de hoop op een gunstiger positie in het land van herkomst.

Uit resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd werd bij kandidaat remigranten in België en effectieve remigranten in Turkije is er een duidelijke discrepantie te vinden in hun motivaties. Uit het onderzoek blijkt dat de economische factoren minder belangrijk geacht worden als drijfveer bij de hoogopgeleide aspirant-remigranten dan bij de effectieve remigranten, omdat ze min of meer tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie in België. Bij aspirant-remigranten draait het vooral rond maatschappelijke beweegredenen. Ten eerste zijn er gevoelens van frustratie doordat de participanten zich aanvankelijk als deel van de Belgische samenleving beschouwen, maar anderzijds continu geconfronteerd worden met hun ‘anders’ zijn en steeds het gevoel kregen niet volledig aanvaard te worden als deel van de Belgische samenleving. De negatieve beeldvorming over etnische minderheden en moslims in de media lijkt hierin een katalysator te zijn.

Een tweede, opvallend resultaat, is dat de angst voor assimilatiedruk en het risico op verlies van de Turkse cultuur bij hun kinderen een veel gebruikt argument vormt om te overwegen om naar Turkije te verhuizen.

Het ervaren van een identiteitsconflict maakt de aantrekkingskracht van Turkije als toevluchtsoord bovendien groter. Remigratie biedt de mogelijkheid om voortaan tot de meerderheid te behoren. Door remigratie heft de remigrant zijn minderheidsstatus op.

Asprianten blijven in België tot zich een krachtige combinatie van negatieve en positieve acute gebeurtenissen voordoet die een kentering in hun leven te weeg brengt. Acute pushfactoren zoals ontslag, gemiste promotiekansen of een relatiebreuk stimuleren de aspirant-remigrant om de remigratiewens om te zetten in concrete plannen. Van zodra acute pullfactoren zich aandienen, zoals een aantrekkelijke werkaanbieding of een huwelijk, wordt het voornemen waargemaakt.

Bij de effectieve regimgranten zien we wel jobgerelateerde motieven zoals de ongunstige posities op de Belgische arbeidsmarkt en de ruimere carrièremogelijkheden in het land van origine. Het was voor hen niet evident om een job te vinden op het niveau van hun behaalde diploma, en ze maakten zich zorgen over hun loopbaanperspectieven. Daarenboven uiten deze hoogopgeleide participanten die op de sociale ladder willen opklimmen een gevoel van onbehagen. Vandaar dat deze groep zich niet langer uitsluitend op de Belgische arbeidsmarkt focuste en na ontslag of gefnuikte carrièrekansen tot het besef kwam dat ze beschikt over een alternatief, namelijk de arbeidsmarkt in Turkije. Na het maken van een kostenbatenanalyse verkoos deze groep te verhuizen naar Turkije, omdat zij daar een beter perspectief op werk en carrière zage. Een aantrekkelijke jobaanbieding in Turkije zorgde er uiteindelijk voor dat men daadwerkelijk de stap onderneemt.

Kleine verbindingen - een open visie voor Borgerhout intra muros

Kate, Pieterjan Kerkhofs, Maes
‘Kleine verbindingen’ toont een strategie als antwoord op ruimtelijke, sociaal-economische en ecologische uitdagingen van de stad in de 21ste eeuw. Om een potentiële postcorona stadsvlucht tegen te gaan, is het cruciaal om aan te tonen dat meer kwalitatieve open ruimte kan samengaan met de verdichting van de stads- en dorpskernen. Het onderzoeksgebied bevindt zich in het dense Borgerhout intra muros (Antwerpen).

Het theater en zijn politiek. Naar een dramaturgie van de leesbaarheid

Simon Knaeps
In deze thesis wordt de dramaturgie van de leesbaarheid voorgesteld als methode om na te denken over de relaties tussen theater en politiek en dit via het denken en schrijven van theatermaker Bertolt Brecht, dramaturge Marianne Van Kerkhoven en filosoof Jacques Rancière. Na een inleiding op de
raakvlakken tussen theater en politiek volgt een korte samenvatting van de aloude discussies over
autonomie/engagement en vorm/inhoud om uit te komen bij een ‘geëngageerde autonomie’. Het brechtiaanse paradigma dat de toeschouwer via een zo leesbaar mogelijke theatrale bemiddeling bewust probeert te maken van de sociale omstandigheden om hem bijgevolg aan te sporen deze te veranderen
(Rancière 2015 [2008], 13), wordt ernstig geproblematiseerd door Jacques Rancière. Deze verwerpt namelijk elk causaal verband tussen het beoogde effect van een kunstwerk en de uitwerking ervan op de toeschouwer (i.e. hoe de toeschouwer de voorstelling leest). Rancière ziet politiek niet als
de uitoefening van, of de strijd om de macht, maar als een herconfiguratie van een delen van het zintuiglijk waarneembare (partage du sensible). Kunst wordt politiek wanneer ze een poging doet om dit zintuiglijk waarneembare te reorganiseren, zich ervan bewust dat ze niet voorop kan lopen op zijn
mogelijke effecten. Dat is bij uitstek een dramaturgische kwestie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dramaturge Marianne Van Kerkhoven de overgang belichaamt van de meer brechtiaanse strategieën naar een meer rancièristische kijk op de politiek van het theater. Als geen ander bepleit ze dat theater
zich niet noodzakelijk expliciet met politieke issues hoeft bezig te houden, maar dat het wel ten alle tijden een politiek bewustzijn moet cultiveren (Van Kerkhoven 2002 [1996], 169 & [1999], 203). Manieren om dat bewustzijn te communiceren aan de toeschouwer aan de hand van de formulering van
de dramaturgie van de leesbaarheid is het onderzoek van deze thesis. Leesbaarheid ontstaat op de as tussen vorm en inhoud, toegankelijkheid en complexiteit, autonomie en engagement.

Sociale klasse en duurzaamheid. Naar een verklaring voor sociale stratificatie in duurzaam gedrag

Robbe Geerts
De scriptie gaat over sociale klassenverschillen in duurzaam gedrag. Wat zijn de verschillen en hoe zijn ze te verklaren?

"Hoe gerne soudic riddere sijn": een lectuur van Die Riddere metter Mouwen vanuit het fictional minds perspectief

Maren Lambrichts
Deze masterproef presenteert een narratologische analyse van de Middelnederlandse Arturroman Die Riddere metter Mouwen vanuit het fictional minds perspectief (Alan Palmer, 2004).

Waarom verlaten leerkrachten de klas?

Daisy De Smet
Wat zijn de beweegredenen van leerkrachten die het lerarenberoep in het basis- of secundair onderwijs hebben ingeruild voor een andere job binnen of buiten het onderwijs na een lange lescarrière?

Het verband tussen de attitudes ten aanzien van condooms en het condoomgebruik. Een kwantitatieve studie bij studenten geneeskunde.

Tara De Laet
In deze scriptie werd een groep studenten geneeskunde bevraagd via een vragenlijst om hun condoomgebruik en attitudes ten aanzien van condooms in kaart te brengen. De attitudes werden op verschillende vlakken bevraagd en verbanden werden nagegaan.

Minder Als Verzet In De Vlaamse Wooncultuur

Cente Van Hout
In deze masterscriptie wordt de actuele betekenis van ‘minder’ of ‘leven met minder’ in de Vlaamse wooncultuur radicaal in vraag gesteld. De context is de veranderde conditie van het Vlaamse woonlandschap, waarbij de Vlaming steeds vaker ‘kiest’ om
compacter en collectiever te gaan wonen. Vanuit de architectuurtheorie ga ik op zoek naar hoe de kracht van ‘minder’ kan worden ingezet als een strategie om te breken met erkende en bestaande woonpatronen
en onderzoek ik hoe de kracht van soberheid een weerstand kan bieden tegen de macht die het kapitalisme op mensen uitoefent.

De betekenis en rol van familie-ervaringswerkers in mobiele begeleiding binnen de geestelijke gezondheidszorg: een kwalitatief onderzoek

Ann-Sophie Wante
Het doel van deze studie is om zicht te krijgen op de mogelijkheden en moeilijkheden bij de inzet van een familie-ervaringswerker, zoals ervaren door verschillende actoren. Daarnaast wordt er gekeken hoe de familie-ervaringswerker het herstelproces van familieleden kan beïnvloeden, wat de beweegredenen zijn om zich als familie-ervaringswerker te profileren, welke andere rollen dan deze op het microniveau een familie-ervaringswerker kan opnemen, en ten slotte welke veranderingsprocessen er momenteel aan de gang zijn in mobiele begeleiding en welke wensen de hulpverleners voor de toekomst hebben wat betreft het familie-ervaringswerk

‘I knew you in this dark’: Wilfred Owen’s Encounter with the Enemy

Nicolas De Keyser
Tot aan de Eerste Wereldoorlog zongen dichters de lof van het krijgsgebeuren. Waarom kozen de poëten vanaf de Groote Oorlog voor een andere weg? Het werk van Wilfred Owen, en vooral diens literaire ontmoeting met de vijand, geeft ons aanwijzingen.

Strange Comrades: Non-Jihadist Foreign Fighters in Iraq & Syria

Simon De Craemer
Wie 'foreign fighter' denkt, denkt 'jihadist'. Met dit onderzoek wordt die misconceptie bijgesteld: ook aan de andere kant van het conflict bevinden zich honderden vrijwilligers van uiteenlopende nationaliteiten. Bijna 400 anti-jihadistische vrijwilligers bij Koerdische milities werden geanalyseerd om een beeld te schetsen van een onderbelicht fenomeen. Ook de problematische aard van de ontwikkelingen en het non-beleid van verschillende overheden worden onderzocht.

Leiderschap en teamleren: Wat maakt dat leiders teamleren mogelijk maken en hoe stimuleren leiders teamleren?

Fryderyk Sevens
Wat maakt nu dat bepaalde leidinggevenden inzien dat ze afhankelijk zijn van hun teamleden en zichzelf bescheidener opstellen in plaats van de egocentrische leider te zijn? In de wetenschappelijke literatuur is al wat geweten over hoe leiders teamleren stimuleren, maar over de beweegredenen waarom ze teamleren mogelijk maken nog niet.

Vleesconsumptie en vegafobie. Een exploratie van de sociale kenmerken van vleeseters, vegafoben en hun omgeving

Els Van Doorslaer
Met een sociologische invalshoek wordt vleesconsumptie onderzocht in tijden van groeiende aandacht om minder tot geen vlees te eten. Daarnaast kijken we ook naar vegafobie, de denigrerende houding van vleeseters tegenover niet-vleeseters.

Cultuur in de zorg - Diabetes type II tijdens de Ramadan

Naomi Baafi
Patiënten met diabetes type II die deelnemen aan de Ramadan vormen ieder jaar een uitdaging voor hulpverleners. Hoe kan met deze patiënten het best begeleiden rekeninghoudend met cultuur, religie en traditie.

Leidt de ontmanteling van de brugpensioenen tot een toename van de arbeidsongeschiktheid bij oudere werkenden?

Thomas Reheul
Deze thesis onderzoekt of de hervorming van het brugpensioenstelsel in 2008 ervoor heeft gezorgd dat 55-plussers andere wegen in het vervroegd pensioen hebben gezocht en gevonden, meer bepaald in de arbeidsongeschiktheid.

Getolkte gesprekken met minderjarigen in strafrechtelijke context in Italië. Een vergelijkende studie van de belangrijkste uitdagingen voor tolken en de aanbevelingen en wensen voor de toekomst.

Laura Vermeylen
Wat zijn volgens tolken de belangrijkste uitdagingen tijdens getolkte verhoren van minderjarigen en hoe kan daar in de toekomst op ingespeeld worden? Het CO-Minor-IN/QUEST-project verspreidde een enquête in verschillende Europese landen. De data van die enquête bieden een antwoord op de onderzoeksvraag en zo kunnen er aanbevelingen geformuleerd worden.