Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Gemeentelijk zwerfkattenbeleid - Kennis over de (zwerf)kat bij Vlaamse steden en gemeenten

Odisee
2020
Sara
Vergaelen
Bij het uitwerken van deze bachelorproef werd er op zoek gegaan naar de kennis van de medewerkers van het zwerfkattenbeleid in Vlaanderen. De kennis werd zowel voor als na de organisatie van enkele provinciale studienamiddagen getest om het effect hiervan te bestuderen.
Meer lezen

Vinden ze nog de weg naar huis? De zoektocht naar een geschikt beleid voor roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog

Universiteit Gent
2020
Amber
Gardeyn
Deze scriptie gaat op zoek naar aanbevelingen aan de Belgische overheden om het huidige beleid voor roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog op te krikken. De aanbevelingen zijn gebaseerd op een rechtsvergelijkende studie tussen België, Nederland, Frankrijk en Duitsland.
Meer lezen

Student life on the autism spectrum: How the built and social environment affect the experience of living in a student accommodation

KU Leuven
2020
Elise
Tackx
Aspecten van de gebouwde (en sociale) kotomgeving die een invloed hebben op het comfort van studenten binnen het autismespectrum, worden aangehaald aan de hand van de ervaringen van drie studenten.
Meer lezen

Het Effect Van Dispenserende En Compenserende Maatregelen Op De Leesvaardigheid Van Leerlingen In Het Lager Onderwijs

Vrije Universiteit Brussel
2020
Sophie
De Clercq
Er werd onderzocht welk effect dispenserende en compenserende maatregelen hebben op de leesvaardigheid bij leerlingen uit het lager onderwijs. Dit onderzoek toonde aan dat er geen significant verschil is tussen leerlingen die deze maatregelen krijgen en leerlingen die dit niet krijgen op vlak van leesvaardigheid.
Meer lezen

Erkenning (in België) van verstotingen in islamitische landen: een hedendaagse evaluatie

Vrije Universiteit Brussel
2020
Tom
Lenaerts
Gendergelijkheid en non-discriminatie. Aan beide begrippen wordt steeds meer belang gehecht. Zelfs het hagelnieuw Belgische regeerakkoord heeft er de mond van vol.

Ook wanneer twee getrouwde partners uit elkaar willen gaan, wordt verwacht dat zij elk evenveel recht hebben om hun relatie te beëindigen. Wat indien dit in andere landen niet het geval is, en de macht om het huwelijk te beëindigen enkel aan de man toekomt? Hoe moet België met dergelijke situaties omgaan wanneer een buitenlands koppel besluit om naar België te komen?
Meer lezen

Denk nu ook aan later. Fertiliteitspreservatie in de kinderoncologie.

Thomas More Hogeschool
2020
Katrien
Markey
De verschillende fertiliteitspreservatiemogelijkheden voor kinderen met kanker en barrières in de zorg worden besproken en onderzocht, zodoende wordt duidelijk waarom dit onderwerp nog te weinig aan bod komt.
Meer lezen

De Positie van Vlaanderen in de PISA-Ranglijsten van Onderwijsongelijkheid: Andere Maatstaven, Andere Waarheden?

KU Leuven
2020
Silke
Scheepmans
Deze scriptie neemt het Vlaamse onderwijs onder loep op vlak van sociale ongelijkheid. Eerst zoomt het in op de manier waarop het onderwijs georganiseerd is door stil te staan bij het meritocratische gedachtegoed dat een sterke invloed heeft op het Vlaamse onderwijs. Tot slot brengt het aan de hand van verschillende maatstaven de sociale ongelijkheid in kaart en vergelijkt die met de sociale ongelijkheid in de andere Europese lidstaten.
Meer lezen

Technostress, burn-out en het effect op verloopintentie: Een cross-sectioneel onderzoek bij werknemers in België

KU Leuven
2020
Yasmine
Sparidans
Dit onderzoek bestudeert de relatie tussen technostress en verloopintentie. Gebaseerd op theoretische (Job Demands-Resources model) en empirische evidentie werd er een positieve, rechtstreekse, samenhang verwacht tussen de vijf technostressoren (techno-overlading, techno-invasie, techno-complexiteit, techno-onzekerheid en techno-onduidelijkheid) en verloopintentie. We voorspelden dat burn-outklachten deze samenhang medieerden.
Meer lezen

Barrières voor meisjes bij het kiezen voor een STEM-richting.

AP Hogeschool Antwerpen
2020
Carisse
Van Strydonck
  • Lien
    Geraets
Wat zijn de barrières voor meisjes om te kiezen voor een STEM-richting?
In ons onderzoek gaan we ons verder verdiepen in twee onderzoeksvragen:
Wat hebben meisjes nodig om een STEM-les als interessant of motiverend te ervaren?
Welke eigenschappen hebben ouders van meisjes die STEM-richtingen kiezen en hoe zijn deze meisjes tot hun gekozen richting gekomen?
Meer lezen

De begeleiding van ouders bij thuisonderwijs aan jongeren: een kwalitatieve analyse gerelateerd aan de Zelfdeterminatietheorie

Vrije Universiteit Brussel
2020
Farah
Rais
Dit onderzoek peilt door middel van individuele interviews naar motieven om voor thuisonderwijs te kiezen en naar factoren uit de begeleidingsstijl van huisonderwijzers die bijdragen tot de zelfdeterminatie van jongeren die thuisonderwijs krijgen.
Meer lezen

De gootsteen als bron van transmissie voor VIM metallo-beta-lactamase-producerende Pseudomonas aeruginosa in de intensieve zorgen

Vrije Universiteit Brussel
2020
Robin
Vanstokstraeten
Via laboratoriumtechnieken werd nagegaan of de gootstenen in ziekenhuizen een rol spelen bij de verspreiding van superresistente ziekenhuisbacteriën.
Meer lezen

"Tussen de kartonnen dozen met al mijn verdriet." Een retrospectief onderzoek naar inspraak en beleving van jongeren geplaatst in een residentiële voorziening.

Universiteit Gent
2020
Floor
Meersdom
Een retrospectief onderzoek naar inspraak en beleving bij jongeren geplaatst in een
residentiële voorziening.

Dit retrospectief onderzoek verkent de beleving van jongeren tussen 18 en 28 jaar over
inspraakmogelijkheden binnen een residentiële voorziening en wat zij als scharniermomenten
ervaarden.

Om deze doelstelling te benaderen werd er een literatuuronderzoek gedaan, waarna er
kwalitatieve semigestructureerde interviews afgenomen zijn bij zeven verschillende
respondenten. Na deze afname werden de interviews getranscribeerd en geanonimiseerd om
hierna een biografische analyse te maken van de verhalen van de respondenten.

Uit de literatuur blijkt dat jongeren die uit huis geplaatst zijn zelden inspraak ervaren bij de
uithuisplaatsingsprocedure en tijdens de plaatsing zelf. Deze
masterproef bevestigt wat in de literatuur besproken wordt. De resultaten laten zien dat de
jongeren die deelnamen duidelijk meer betrokken wilden worden in besluitvoering omtrent
hun leven, maar dat hier meermaals geen mogelijkheid toe was.
Verder blijkt dat wanneer ze een gebeurtenis als een ‘critical moment’ ervaren dit meestal voort
komt uit daden en woorden van iemand uit de jongere zijn directe omgeving of uit eigen nood
aan het veranderen van hun leven. De omgang met deze ‘critical moments’ is altijd context-,
persoons- en tijdsgebonden.
Meer lezen

How can we evolve a harmonious integration of an isolated historical defence infrastructure within a current society? A recipe in which a burial site, a green landscape and a public character are blended into a seamless unity.

Universiteit Hasselt
2020
Silke
Vandeputte
Een belangrijk deel van de Belgische geschiedenis en een uniek stukje architectuur, namelijk een verdedigingsfort, herbestemmen tot een begraafplaats en een locatie om afscheid te nemen van dierbaren. Het gaat over het integreren van een fort in de huidige samenleving.
Meer lezen

The “silver lining” of smart cities: een kwalitatief onderzoek rond de verwachtingen van Vlaamse 60-plussers over de slimme stad

Vrije Universiteit Brussel
2020
Marianne
Vols
Een smart city claimt met behulp van ICT het leven van iedere stadsgebruiker te verbeteren. Toch bleven huidige initiatieven overwegend voordelig voor een beperkt aantal deelnemers. Opdat de slimme stad positief en inclusief kan zijn voor iedereen, wordt gesteld dat de burger een centrale rol moet bekleden. Deze "eindgebruiker" had tot op heden nog weinig mogelijkheid tot inbreng in de slimme stad. Verder lijken oudere burgers een vergeten groep. De aanhoudende vergrijzing maakt echter duidelijk dat er verder moet worden nagedacht over de verwachtingen en de betrokkenheid van deze doelgroep in een inclusieve slimme stad. Daarom wordt er aan de hand van deze masterproef getracht inzichten te genereren betreffende de verwachtingen van oudere volwassenen ten opzichte van de slimme stad.
Meer lezen

Suppressed desire - A qualitative study about how trajectories of sexual identity, legal migration procedure and integration among male homosexual asylum seekers are intertwined during the flight

Universiteit Gent
2020
Zoë
Fransen
Deze scriptie onderzocht hoe mannelijke homoseksuele asielzoekers tijdens de vlucht geconfronteerd worden met drie essentiële trajecten (seksualiteitstraject, juridische procedure en integratietraject) die ze verplicht moeten ondergaan om beschermd te worden als vluchteling en hoe ze hier mee omgaan.
Meer lezen

Onderzoek naar de voordelen van geavanceerd legering-gebaseerd sorteren van aluminiumschroot

KU Leuven
2020
Simon
Van den Eynde
Spectroscopische karakterisatiemethodes zoals LIBS kunnen recyclagebedrijven helpen aluminiumschroot beter te sorteren. Hierdoor wordt het mogelijk meer aluminium te recycleren, wat heel voordelig is voor het milieu. Ook voor de recyclagebedrijven zelf is het vanuit een financieel oogpunt interessant beter te kunnen sorteren.
Meer lezen

De vlucht naar een veilig(e) (t)huis: Op zoek naar de Balans tussen Veiligheid en Vrijheid in het vluchthuis

KU Leuven
2020
Camille
Vanden Avenne
. Deze masterproef onderzoekt hoe interieurarchitectuur kan bijdragen in het creëren van een veilig, maar ook ontvankelijk vluchthuis voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Het onderzoekend ontwerp focust op vier hoofdthema’s die de ontwerpopportuniteiten tonen het vluchthuis. Aan de hand van deze vier hoofdthema’s werd gekeken hoe het vluchthuis een tijdelijke thuis kan zijn met een balans tussen veiligheid en vrijheid, binnen in de context van de Belgacomtoren te Gent.
Meer lezen

The Psychological Needs of the Fourth Age: The Role of Ego-Integrity and Contextual Need Support in Nursing Homes

Universiteit Gent
2020
Eveline
Raemdonck
Een vragenlijststudie naar het psychologisch welbevinden van rusthuisbewoners in relatie tot de gehanteerde zorgstijl met aandacht voor kwetsbaarheid en veerkracht.
Meer lezen

Een studie van remigratiemotieven van tweede en derde generatie hoogopgeleide Belgen met Turkse roots

Universiteit Gent
2020
Elif
Lootens
Het migratiedebat verhit in West-Europa sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw de gemoederen. Het debat is vooral gericht op instroom en integratie. Daarbij is emigratie een onderbelicht aspect. Zo is er weinig onderzoek gedaan naar de remigratie van migranten naar het land van herkomst.

Bij remigratie is het opleidingsniveau een relevante factor. Anders dan soms vermoed wordt, zijn het niet kansarme, laaggeschoolde jongeren die remigreren, maar eerder hoogopgeleide jonge migranten. Omdat net zij in Turkije een gedegen opleiding, meertaligheid en nuttige beroepservaring kunnen inbrengen als troef op de arbeidsmarkt.

Deze hoogopgeleiden ervaren in West-Europa beperkte vooruitzichten op zowel sociaal, persoonlijk als professioneel gebied. Hoogopgeleiden met Turkse roots hebben het gevoel dat zij in Turkije hun kansen beter kunnen benutten en zijn daardoor eerder geneigd te vertrekken.

Daarnaast wijzen onderzoekers erop dat de uitstroom van jonge hoogopgeleiden in tijden van vergrijzing en de daarmee samenhangende schaarstes op de arbeidsmarkt, nadelig kan zijn voor West-Europese economieën. Het vertrek van hoogopgeleide Turken is een ‘braindrain’ en een ‘verlies van menselijk kapitaal’. Dit veroorzaakt een onevenwicht tussen hoog- en laagopgeleiden migranten in Europa.

Wat opvalt is dat ondanks hun studies en diploma, deze hoogopgeleiden geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze pessimistische toekomstperspectieven in Belgie voeden de drang tot remigratie. Etnische minderheden scoren beduident lager op vlak van jobtevredenheid. Volgens Vandevenne & Lenaers (2007) geeft ongeveer 64% van de hoogopgeleide etnische minderheden in Vlaanderen aan minder kans te hebben om door te stromen naar hogere functies en 61% meent zich door zijn afkomst extra te moeten bewijzen.

Hierbij komen we tot de integratieparadox die als een pushfactor meespeelt voor remigratie: hoogopgeleide Belgische Turken komen meer in aanraking met autochtonen, waardoor ze hun eigen posities op de arbeidsmarkt vergelijken en bijgevolg een ‘relatieve deprivatie’ ervaren waardoor hun eigen jobtevredenheid afneemt. Deze hooggeschoolden met een migratieachtergrond hebben immers vaak een baan onder hun opleidingsniveau, ervaren meer moeite om werk te vinden en krijgen minder promotiekansen. Hoogopgeleide en ondernemende migranten ervaren deze discriminatie intenser en zijn daarom sterker geneigd om elders het geluk te zoeken.

Bovendien hebben deze hoogopgeleiden de perceptie, met hun verworven competenties, betere jobkansen en doorgroeimogelijkheden te kunnen krijgen in Turkije. Vrouwen bevinden zich in een extra benadeelde positie doordat ze dubbel gediscrimineerd worden: naast het behoren tot een etnische minderheid, behoren ze ook tot de symbolische minderheid op vlak van gender. Hierdoor zou de wil om te migreren bij vrouwen eveneens hoger liggen, in de hoop op een gunstiger positie in het land van herkomst.

Uit resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd werd bij kandidaat remigranten in België en effectieve remigranten in Turkije is er een duidelijke discrepantie te vinden in hun motivaties. Uit het onderzoek blijkt dat de economische factoren minder belangrijk geacht worden als drijfveer bij de hoogopgeleide aspirant-remigranten dan bij de effectieve remigranten, omdat ze min of meer tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie in België. Bij aspirant-remigranten draait het vooral rond maatschappelijke beweegredenen. Ten eerste zijn er gevoelens van frustratie doordat de participanten zich aanvankelijk als deel van de Belgische samenleving beschouwen, maar anderzijds continu geconfronteerd worden met hun ‘anders’ zijn en steeds het gevoel kregen niet volledig aanvaard te worden als deel van de Belgische samenleving. De negatieve beeldvorming over etnische minderheden en moslims in de media lijkt hierin een katalysator te zijn.

Een tweede, opvallend resultaat, is dat de angst voor assimilatiedruk en het risico op verlies van de Turkse cultuur bij hun kinderen een veel gebruikt argument vormt om te overwegen om naar Turkije te verhuizen.

Het ervaren van een identiteitsconflict maakt de aantrekkingskracht van Turkije als toevluchtsoord bovendien groter. Remigratie biedt de mogelijkheid om voortaan tot de meerderheid te behoren. Door remigratie heft de remigrant zijn minderheidsstatus op.

Asprianten blijven in België tot zich een krachtige combinatie van negatieve en positieve acute gebeurtenissen voordoet die een kentering in hun leven te weeg brengt. Acute pushfactoren zoals ontslag, gemiste promotiekansen of een relatiebreuk stimuleren de aspirant-remigrant om de remigratiewens om te zetten in concrete plannen. Van zodra acute pullfactoren zich aandienen, zoals een aantrekkelijke werkaanbieding of een huwelijk, wordt het voornemen waargemaakt.

Bij de effectieve regimgranten zien we wel jobgerelateerde motieven zoals de ongunstige posities op de Belgische arbeidsmarkt en de ruimere carrièremogelijkheden in het land van origine. Het was voor hen niet evident om een job te vinden op het niveau van hun behaalde diploma, en ze maakten zich zorgen over hun loopbaanperspectieven. Daarenboven uiten deze hoogopgeleide participanten die op de sociale ladder willen opklimmen een gevoel van onbehagen. Vandaar dat deze groep zich niet langer uitsluitend op de Belgische arbeidsmarkt focuste en na ontslag of gefnuikte carrièrekansen tot het besef kwam dat ze beschikt over een alternatief, namelijk de arbeidsmarkt in Turkije. Na het maken van een kostenbatenanalyse verkoos deze groep te verhuizen naar Turkije, omdat zij daar een beter perspectief op werk en carrière zage. Een aantrekkelijke jobaanbieding in Turkije zorgde er uiteindelijk voor dat men daadwerkelijk de stap onderneemt.

Meer lezen

Leesbevorderend literatuuronderwijs in de eerste graad A-stroom

Hogeschool PXL
2020
Aurélie
Slegers
Deze bachelorproef onderzoekt het leesgedrag van leerlingen uit de eerste graad A-stroom van Campus Vox Pelt. Het onderzoek wijst uit dat het merendeel van de leerlingen niet graag leest. Hoe komt dit en hoe verbeter je dit? De beste oplossing is gevarieerd literatuuronderwijs. Zo ontstond de leesdoos: een toolbox om aan leesbevordering te werken met je leerlingen. Perfect literatuuronderwijs is voor iedereen verschillend. Daarom biedt de leesdoos een waaier aan opdrachten die je klassikaal, als taak of op schoolniveau kan integreren om leesbevorderend aan literatuur te werken.
Meer lezen

Gedragskenmerken van werkende blindengeleidehonden

Odisee
2020
Daisy
Ryckman
Honden worden al sinds mensenheugenis gebruikt als werkhond, hulphond of blindengeleidehond. Aan een succesvolle hond gaat een dure, doorgedreven training vooraf en alles begint met de selectie van de juiste honden. Een groot deel van de honden die starten aan een opleidingsprogramma tot blindengeleidehond, werkhond of hulphond, kunnen het programma niet voltooien omdat ze niet over het geschikte gedragsprofiel beschikken voor die functie. Deze studie onderzocht de meest voorkomende gedragsproblemen bij actieve geleidehonden. We baseerden ons op de C-BARQ, een gestandaardiseerde vragenlijst die informatie verzamelt over het gedrag en temperament van verschillende hondenrassen. Bijkomend werden er vragen gesteld die specifiek betrekking hebben op het geleidewerk en die de mening van de geleidehondgebruikers vragen. Wanneer de resultaten, die professionele trainers als de ideale score gaven, vergeleken werden met de scores van de geleidehondgebruikers, waren er toch sprekende verschillen. Nochtans bestempelden geleidehondgebruikers deze verschillen niet altijd als een probleem. Een reden hiervoor kon zijn dat er een hogere tolerantiegrens was door de hechte emotionele band in het geleideteam. Omgekeerd werd ook het door de geleidehondgebruiker aangegeven probleemgedrag niet altijd teruggevonden in de C-BARQ resultaten. Dit suggereert dat deze C-BARQ te beperkt is om deze problemen in kaart te brengen voor een actieve geleidehond. De meeste gedragingen, die de geleidehondgebruikers als een probleem ervaarden, situeerden zich in niet-werksituaties. Met deze resultaten is het daarom aan te raden om tijdens de training van geleidehonden net zoveel aandacht te besteden aan het gedrag voor het geleidewerk als aan het gedrag buiten het geleidewerk om. Dit gekoppeld aan een uitgebreidere training van de geleider, zou de kans op een mismatch kunnen verkleinen. Een hond moeten terugbrengen leidt tot nadelige gevolgen, zowel voor het welzijn van de hond als voor de geleidehondgebruiker. Daarnaast is het voor de blindengeleidehondenschool een groot verlies van geïnvesteerde tijd en geld.
Meer lezen

Een hap(p) naar adem

Thomas More Hogeschool
2020
Marie
Swerts
Therapieontrouw bij COPD komt vaak voor. Dit eindwerk schetst het probleem van therapieontrouw bij deze patiëntenpopulatie. Bovendien biedt het een innovatieve, praktijkgerichte oplossing aan om dit probleem aan te pakken. Het concept heet 'Een hap(p) naar adem'.
Meer lezen

Hybridisatie van westerse en oosterse woonpatronen

Universiteit Hasselt
2020
Fateha
Sh Naveed
Wat kunnen we leren uit de Pakistaanse cohousingprojecten om de cohousing principes in Vlaanderen te verbeteren? 'Cohousing' en de 'Pakistaanse wooncultuur' vormen de twee grote onderwerpen van deze thesis. Via multiculturele principes, wil ik de factoren en onderliggende systemen vinden die de kwaliteiten van het 'cohousen' kunnen versterken. Aan de hand van een analyse en case study's gaan we na welke Pakistaanse woonpatronen een meerwaarde kunnen bieden voor Vlaamse cohousingprojecten. Ik wil de aspecten van het wonen en het gebruik van ruimtes herbekijken vanuit 'mijn' cultureel perspectief enen hier conclusies uit trekken.
Meer lezen

Welke rol kunnen agrarische (maatwerk)bedrijven in België bekleden rond de re-integratie en revalidatie van burn-out in vergelijking met de Alnarptuin in Zweden?

UC Leuven-Limburg
2020
Ilona
Ruelens
Deze kwalitatieve bachelorproef is opgesteld om te onderzoeken of het succesvolle internationale project van de Alnarptuin te Zweden kan overgeheveld worden naar bestaande agrarische (maatwerk)bedrijven in België. Er wordt hierbij getoetst op realistische haalbaarheid en effectieve begeleiding van burn-out binnen de groene zorg. Dit gebeurt door middel van een vergelijkende casestudie met het maatwerkbedrijf De Wroeter te Sint-Lambrechts-Herk (België). Daarnaast verschaft deze scriptie informatie over de invloed die tuintherapie heeft op personen met een beperking.

We maakten gebruik van de gestandaardiseerde 'Garden Evaluation Toolkit', die opgesteld werd door Naomi Sachs, professor in de plantwetenschappen en landschapsarchitectuur. Op die manier konden we de omgevingselementen vergelijken, en onder brengen in een kolomdiagram. Er participeerden 23 geïnterviewden aan deze scriptie waaronder experts, tuintherapeuten, ervaringsdeskundigen, …

In de resultaten vind je een stappenplan of handleiding terug voor (maatwerk)bedrijven in België, zodat ze het project uit Zweden kunnen nabootsen. Als belangrijkste bevinding kunnen we stellen dat er een link is met onze levenswijze (politiek, economisch, enz.), het voortbestaan van de natuur en mensheid, en hedendaagse gezondheidscrisissen. Op die manier is er ook een verband tussen Covid-19 en het ontstaan van burn-out, namelijk een gemeenschappelijke oorzaak, die we omvatten als onze globale levenswijze. Dit is dus niet enkel een eindscriptie met een onderzoekend doel, maar bevat ook een waarschuwing. Namelijk de onaangename gevolgen die de mensheid te wachten staan, wanneer we in de toekomst niet ingrijpen.
Meer lezen

Podcast: Jong & Eenzaam

Thomas More Hogeschool
2020
Andries
Haesevoets
In de podcast 'Jong & Eenzaam' praten vier millennials over de rol van eenzaamheid in hun dagelijks leven. Het woord 'eenzaamheid' wordt in de media en in veel maatschappelijke discussies vaak gelinkt aan letterlijk 'alleen' zijn. Maar dat klopt niet helemaal. Ook jonge mensen met veel sociale contacten kunnen zich eenzaam voelen.
Meer lezen

Samen uit, samen thuis: partnerrelatieproblemen bij vluchtelingen

Odisee
2020
Kimi
Starckx
Vluchten is een zeer specifieke manier van migreren die veel complexiteit met zich meebrengt. Ook de partnerrelaties van vluchtelingenkoppels blijven hiervan niet gespaard. Hoe deze complexe problematiek onderling verweven is en wat er aan verbetering mogelijk is wordt onderzocht in deze scriptie
Meer lezen

De effectiviteit van een mobile stroke unit in UZ Leuven

KU Leuven
2020
Arnout
Demarsin
In deze thesis wordt de impact van de invoer van een mobile stroke unit in UZ Leuven voor patiënten met een ischemische beroerte ingeschat. De meest ingrijpende invloedsfactoren op de effectiviteit van de mobile stroke unit zijn de drieminutenregel en de performantie van de nooddispatch. De gemiddelde tijdswinst tot behandeling voor beroertepatiënten in oost Vlaams-Brabant varieert sterk afhankelijk van de implementatiewijze van de mobile stroke unit.
Meer lezen

Kleine verbindingen - een open visie voor Borgerhout intra muros

Universiteit Antwerpen
2020
Kate, Pieterjan
Kerkhofs, Maes
‘Kleine verbindingen’ toont een strategie als antwoord op ruimtelijke, sociaal-economische en ecologische uitdagingen van de stad in de 21ste eeuw. Om een potentiële postcorona stadsvlucht tegen te gaan, is het cruciaal om aan te tonen dat meer kwalitatieve open ruimte kan samengaan met de verdichting van de stads- en dorpskernen. Het onderzoeksgebied bevindt zich in het dense Borgerhout intra muros (Antwerpen).
Meer lezen

Angst mag er zijn, maar mag je niet leiden

Karel De Grote Hogeschool
2020
Willeke
Van Laken
Een aantal mogelijkheden waarmee een maatschappelijk werker in de residentiële voorziening aan de slag kan om met de angst van lagereschoolkinderen om te gaan na een uithuisplaatsing in Zuid-Afrika.
Meer lezen

Het Koloniaal Monument als 'Ongehoorzame' Readymade - Demonumentalisering en Remythologisering van Intentioneel Memorerende Beeldhouwkunst

Universiteit Gent
2020
Adam
Van Den Berghe
Een nieuw iconoclasme doet zijn intrede. Als zelfverklaarde mijlpalen in de geschiedenis en de
publieke ruimte worden symbolen van een geromantiseerde en eurocentrische visie op het
koloniaal verleden steeds meer onderhevig aan aantasting, bevraging en verwijdering. Als het
ware houden deze controversiële objecten een spiegel voor de ogen van de dagelijkse slenteraar.
In dit onderzoek is er gepoogd antwoord te krijgen op de hedendaagse relevantie van koloniale
monumenten in de openbare ruimte. Als centraal voorbeeld voor deze intentionele
memorerende monumenten worden de beeltenissen van Leopold II onder de loep genomen.
Hoewel deze objecten het tegenovergestelde van dekolonisatie symboliseren vormt deze
verhandeling geen betoog voor de aantasting of verwijdering van dergelijke monumenten.
Integendeel, het beheer en behoud van dergelijke monumenten in functie van
demonumentalisering en remythologisering geniet de voorkeur. Door herdefiniëring wordt
getracht een gemeenschappelijk koloniaal erfgoed en verleden na te streven.
De controversiële objecten omvatten, als voorbeelden van traditionele canonieke kunst, actuele
problematiek en hedendaagse relevantie. Als communicatiemiddel en metonymie van protest
stelt het koloniaal monument zichzelf aan de kaak. Dusdanig capteert het, als geval van
hedendaagse kunst, twee tegengestelde waarheden. Het object zelf als monument en pure vorm
van kolonialisme en het subject als strijd om de zuivere waarheid tussen de onderdrukker en de
onderdrukte. In dit onderzoek wordt getracht na te gaan of deze tegenstrijdige uitingen elkaar
in het object kunnen opheffen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen twee
verschijningen die de standbeelden van Leopold II aannemen. Met name dat van een
intentioneel memorerend monument en dat van een koloniaal monument als readymade. Deze
nemen respectievelijk een amplische en een ciselante of beitelende fase aan.
De toestand van de mens verpersoonlijkt zich in het koloniaal monument als ongehoorzame
readymade. Het ziet zichzelf vervat in de terugkerende object-subject dialectiek die het beleeft.
De conclusie is dat de classificatie en criteria van een readymade ondersteuning biedt voor de
uitlijning van de maatschappelijke en politieke dilemma’s die de objecten meedragen. De inzet
is nog steeds de macht over tijd en ruimte. Het biedt een alternatieve werkwijze voor de
spektakeldemocratie waarin politiekers voor figuranten spelen en politieke correctheid als
illusie voor gelijkheid wordt gehanteerd. Als tweede verschijning nemen kunstenaars in dit
schouwtoneel de rol van burger-betoger op. Doormiddel van additivisme wordt er gemedieerd
tussen de verschillende actoren. Dit moet voldoen aan het erfgoedbeleid maar mag niet meer
als crimineel worden aanzien.
Meer lezen