Raamwerk voor de evaluatie van locaties voor een duurzaam strafuitvoeringsproject

Sarah
Holbrouck

Detentie’ behoort voor velen tot de ver-van-mijn-bed-show. We willen die zware muren dan ook letterlijk zo ver mogelijk van ons gebouwd zien en er zo weinig mogelijk mee te maken hebben. Toch was dat het laatste jaar niet mogelijk: in de media werden we continu geconfronteerd met de schrijnende gevangenisproblematiek. Wantoestanden zoals overbevolking, werkdruk bij de cipiers, schending van de rechten van mensen/gedetineerden, en hoge recidivecijfers zijn maar enkele van de zaken die werden aangeklaagd. Het is in deze context dat vzw De Huizen met een nieuwe visie naar voor treedt: een duurzame strafuitvoering waarin kleinschaligheid, differentiatie en maatschappelijke integratie centraal staan en dus de kloof tussen de Belgische basiswet van 2005 en het huidige detentiebeleid wordt weggewerkt. Het doel van vzw De Huizen is dan ook om de resocialisatie van gedetineerden te bevorderen en de recidive cijfers te verbeteren.

Concreet wil vzw De Huizen de gevangenissen vervangen door detentiehuizen: dit zijn kleinschalige gebouwen die meer geïntegreerd zijn in de omgeving zoals bijvoorbeeld (rij)huizen of hoeves. Deze detentiehuizen zijn zodanig gedifferentieerd qua regime, beveiliging en programma, dat gedetineerden vanaf voorarrest tot vrijlating een volledig traject tussen deze detentiehuizen kunnen doorlopen, waarbij in elke fase van het traject “detentie op maat” kan voorzien worden. Dit traject wordt reeds van bij de veroordeling uitgestippeld in de regio of detentiestreek van de gedetineerde, dit met een duidelijke datum van invrijheidsstelling.

De nadruk komt op zorg te liggen in plaats van op bewaking. Een detentiehuis bestaat uit maximaal drie leefgroepen van tien gedetineerden. Deze detentiehuizen worden evenredig verspreid over het Belgische landschap. Rekening houdende met de totale gevangenisbevolking in België in 2014, bijna 12000 gedetineerden, zijn minstens 400 detentiehuizen en dus evenveel bijhorende locaties nodig die gespreid zijn over België en voldoen aan de visie van De Huizen. Er wordt verwacht dat deze nieuwe aanpak voor betere recidivecijfers zal zorgen en dus niet enkel maatschappelijk, maar ook economisch wenselijk is: de gevangenispopulatie zal dalen en dus zullen er op termijn minder detentiehuizen nodig zijn.

De einddoelstelling van deze masterproef is de ontwikkeling van een raamwerk voor de evaluatie van locaties van detentiehuizen. Met het raamwerk kan uit een aantal potentiële locaties of gebouwen de beste keuze gemaakt worden.

Als vertrekpunt wordt eerst een tool ontwikkeld om te bepalen of een kandidaat eerder aanleunt bij het huidige voorbijgestreefde detentiebeleid, dan wel past bij het duurzame beleid volgens de visie van vzw De Huizen: het Detention-House Quality-Wheel (DHQW). Deze tool is gebaseerd op een vragenlijst rondom een aantal kernwoorden die het verschil in visie en beleid “tussen oud en nieuw” karakteriseren.

De scores per kernwoord worden gegroepeerd in een diagram dat toont bij welke visie het project aansluit (zie figuur1). Het DHQW wordt onder andere afgetoetst op de Exodushuizen in Nederland en enkele studentenontwerpen geïnspireerd op de visie van vzw De Huizen.

De tweede tool die wordt ontwikkeld naar de einddoelstelling van deze masterproef is het raamwerk zelf voor de evaluatie van locaties van detentiehuizen. De eerste stap hierbij is het selecteren en evalueren van een aantal bestaande realisaties van strafuitvoeringsprojecten, om inzicht te krijgen in die parameters die bijdragen tot succes of falen van het project met het oog op een duurzaam detentiebeleid. Deze parameters worden geïdentificeerd door toepassing van een variante op de ‘think-aloud methodiek’: het luidop nadenken van verschillende deelnemers om een zo volledig mogelijk eindresultaat te krijgen wordt vervangen door een schriftelijke manier waarbij strafuitvoeringsprojecten en visies bezocht, beschreven en beoordeeld worden om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van een kleinschalige, gedifferentieerde, maatschappelijk geïntegreerde strafuitvoering. Uit deze literatuurstudie worden alle parameters aangeduid die invloed hebben op het succes van de locatiekeuze van een strafuitvoeringsproject (zie figuur2).

De resulterende parameters die in dit raamwerk voor de verschillende locaties met elkaar vergeleken worden zijn afhankelijk van het regime, de gewenste beveiligingsgraad, de toevoeging van (semi-)publieke functies aan het detentiehuis, enzovoort, waardoor de parameters bij elk gebruik van het raamwerk zullen variëren.

Om vervolgens verschillende alternatieven op basis van deze parameters te vergelijken worden een aantal selectiemethodes geëvalueerd. Er wordt

geopteerd voor een variant van de Choosing By Advantages (CBA) methodiek. CBA heeft als voordelen dat zowel kwantificeerbare als niet-kwantificeerbare parameters (zoals architecturale integratie in de omgeving) mee opgenomen worden, dat enkel de selectie van parameters die verschillend beoordeeld worden voor de opties worden vergeleken en dat er tot slot relatief beoordeeld wordt, wat “scoren” makkelijker maakt. Dit leidt tot een vergelijkende score die de relatieve mate van geschiktheid weergeeft met inzicht in de sterke en zwakke punten per locatie (zie figuur3). In het raamwerk dienen bepaalde parameters uit de literatuurstudie (afhankelijk van het regime, gewenste beveiligingsgraad, enz.) als “MUST” en op absolute (kwantitatieve) wijze toegevoegd worden aan het raamwerk. Hier ligt nog verder werk om die parameters en het minimumniveau te bepalen en zo het raamwerk te verbeteren.

Alvorens tot een keuze over te gaan, dient er na een eerste evaluatie nagegaan te worden of pijnpunten verbeterd kunnen worden om zo de geschiktheid en de score te verbeteren.

Om te voorkomen dat, vanwege het relatieve oordeel, zelfs de beste keuze in absolute termen niet voldoet, moet dit raamwerk gebruikt worden in combinatie met het Detention-House Quality-Wheel: hiermee wordt gegarandeerd dat de implementatie ook in absolute termen zal voldoen aan de visie van vzw De Huizen.

De parameter die hier waarschijnlijk het grootste obstakel vormt om de locatiekeuze met succes te realiseren, is de parameter “weerstand”: deze zal met grote waarschijnlijkheid systematisch zeer slecht scoren. Daarom is het noodzakelijk dat de publieke opinie bewust wordt gemaakt van de fundamentele noodzakelijkheid van het overschakelen van een beleid van straffen en isoleren naar een beleid van heropvoeden en re-integreren. Indien het door vzw De Huizen voorgesteld beleid door politici én publieke opinie gedragen wordt, dan helpt het hier geboden raamwerk met de suggesties voor verbetering ervan om betere keuzes voor locaties voor detentiehuizen te maken.

Download scriptie (27.86 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Ronny De Meyer