De Klimaatmars is al 3 eeuwen oud

Sofie
Missiaen

Natuur is een hot topic. Maar dat was drie eeuwen geleden ook al zo. De natuur in de Duitse Romantiek wordt tegenwoordig als een cliché beschouwd. In de poëzie en literatuur in het algemeen gaat het immers over idyllische landschappen met lieflijke beekjes en ruisende bossen. Letterlijk rozengeur en maneschijn. Bettine von Arnim en Joseph von Eichendorff, twee schrijvers van de Duitse Romantiek gelden echter als de voorlopers van de moderne klimaatstrijders, aangezien ze toen al het menselijk ingrijpen (o.a. de opkomende industrialisering, de ontbossing, de wetenschap die levenloze materie bestudeert) in de natuur als een bedreiging zagen. Ze grepen naar de pen om ook anderen bewust te laten worden van de gevaren. 

Bettine von Arnim drukt in haar briefroman Die Günderode (1840) in bijna elke brief haar liefde voor de natuur uit. Ze vlucht weg van de civilisatie om nieuwe energie op te doen. Dankzij haar hoogsensitieve karakter kan ze met de natuurwezens communiceren. Bomen, dieren en sterren geeft ze een stem: Het zijn zelfstandige organismen met gevoelens, gedachten en ze bezitten een eigen wil. Daarnaast gaat ze tekeer tegen de „filisters“, die hen als levenloos bestempelen. In dat opzicht kan ze als “ecologisch bewust avant la lettre” beschouwd worden. Ze heeft aandacht voor het innerlijke karakter van de natuur, maar onderzoekt haar ook op een wetenschappelijke manier. Zo ontdekt ze haar wijsheid, geeft haar een voorbeeldfunctie en beschouwt haar als haar leermeester.

In Eichendorffs poëzie ervaart het lyrische ik de natuur soms als een bedreiging en soms veroorzaakt ze nostalgie en vreugde. Ze wordt als de beste metafoor beschouwd om verlangen, passie en verliefdheid uit te drukken: enkel zij kan het “onbeschrijfelijke” verwoorden. Natuur wordt ook als godsgeschenk beschouwd. Het accent ligt op het contrast tussen civilisatie en natuur en het lyrische ik bekritiseert de “urbanisatie”. In het gedicht Mondnacht ziet de spreker haar zelfs als de concrete spiegel van het paradijs, als zijn Heimat (want natuur en mens hebben een gemeenschappelijke oorsprong, “das Absolute” volgens Schelling) en doet hij een oproep om haar te beschermen.

 

 

Download scriptie (686.78 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Anke Gilleir