De Grote Oorlog en psychisch trauma: Hoe wordt dit door moderne auteurs behandeld?

Eline
Van laethem



Nothing justifies this. Nothing nothing nothing” – Regeneration



Deze uitspraak maakt duidelijk dat geen enkele verklaring de verwoestende gevolgen van de Eerste Wereldoorlog kan rechtvaardigen. Gevolgen lieten zich niet alleen voelen op fysiek vlak; ook de mentale gezondheid van soldaten kreeg het uitzonderlijk hard te verduren. Tijdens de Grote Oorlog deed de term “shell shock” namelijk voor het eerst zijn intrede. Hoewel de naam aanvankelijk verwees naar de fysieke gevolgen van ontploffende granaten (‘shells’), groeide tijdens de oorlog het besef dat de symptomen van doofheid, stomheid, spasmen, hallucinaties en slapeloosheid het gevolg konden zijn van een mentale instorting.



Op welke manier werd dit trauma behandeld door twintigste-eeuwse auteurs? Waren enkel soldaten het slachtoffer van psychisch trauma ten tijde van de Eerste Wereldoorlog? En is er een continuïteit te bemerken tussen de manier waarop over trauma geschreven werd direct na de Eerste Wereldoorlog en aan het einde van de twintigste eeuw?



Auteurs en hun Trauma-Fictie



Deze scriptie onderzoekt de manier waarop de modernistische auteur Virginia Woolf en de postmodernistische schrijfster Pat Barker trauma voorstellen in respectievelijk Mrs. Dalloway en Regeneration. Woolf maakte de Eerste Wereldoorlog zelf mee en ze publiceerde Mrs. Dalloway slechts enkele jaren nadien, in 1925, toen de oorlogsgruwel nog vers in het collectieve geheugen lag. Pat Barkers verhaal, dat gepubliceerd werd in 1991, moet gelinkt worden aan de laatste decennia van de twintigste eeuw; jaren die gekenmerkt werden door een algemene “posttraumatische stemming”. In deze periode werd de term “posttraumatische stressstoornis” geïntroduceerd en hadden mensen er behoefte aan om terug te blikken op de vele traumatische gebeurtenissen die de twintigste eeuw vormgaven, waaronder de Grote Oorlog.



Verwarring in Verteltechnieken



Psychologisch trauma wordt in Mrs. Dalloway voornamelijk geïntroduceerd in het personage Septimus Smith, een getraumatiseerde soldaat die na de oorlog moeite heeft om zich opnieuw te integreren in de maatschappij. Smith heeft namelijk hallucinaties en visioenen, lijdt aan slapeloosheid en stottert. De modernistische verteltechnieken die Virginia Woolf gebruikt, zoals flashbacks, herhaling en vrije indirecte rede (aan de hand waarvan de lezer inzicht krijgt in de verwarrende gedachten van personages) blijken uiterst geschikt om de verwarring die gepaard gaat met trauma te verwerken in de narratieve structuur van het boek.



Woolfs modernistische vertelstijl lijkt grotendeels te worden verdergezet in Barkers postmodernistische roman. Barker maakt namelijk gebruik van gelijkaardige technieken, zoals flashbacks en herhaling, die de vervormende effecten van trauma verweven in de narratieve structuur van het boek. Flashbacks transporteren getraumatiseerde personages in gedachten terug naar schokkende oorlogssituaties. Herhalingen van bepaalde motieven of passages (waarin soldaten bijvoorbeeld hallucinaties hebben over gestorven vrienden) suggereren het kwellende karakter van trauma.



Onbegrip 



Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog kon de dominante klasse vaak geen begrip opbrengen voor de toestand van getraumatiseerde soldaten. Ook de artsen van Septimus Smith weigeren te luisteren naar zijn ervaringen, waardoor de soldaat uiteindelijk zelfmoord pleegt. Aan het einde van de twintigste eeuw kwamen persoonlijke verhalen van gekwetste individuen meer op de voorgrond. Pat Barkers focus op het perspectief van dokter Rivers, een personage dat getraumatiseerde soldaten aanspoort hun verhaal te verwoorden in de hoop dat dit zal leiden tot herstel, lijkt daarom aan te sluiten bij de posttraumatische context van het boek.



Sociaal Trauma



Virginia Woolf en Pat Barker richten zich in de eerste plaats op de oorlogstrauma’s van soldaten. De scriptie verkent echter ook een breder perspectief door stil te staan bij sociaal trauma ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Sociaal trauma verwijst naar trauma dat niet veroorzaakt wordt door uitzonderlijke gebeurtenissen, maar wel door dwingende maatschappelijke normen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog stond bijvoorbeeld één ideaal van mannelijkheid centraal. Van mannen, en soldaten in het bijzonder, werd verwacht dat ze sterke emoties onderdrukten. Pacifisten, homoseksuelen en getraumatiseerde soldaten beantwoordden niet aan het dominante mannelijke ideaalbeeld. Ze werden daarom behandeld als outsiders, die (vaak op hardhandige wijze) moesten “genezen” worden.



Ook al waren maatschappelijke normen niet openlijk gewelddadig, zoals de oorlogsgevechten, toch konden ze leiden tot vormen van trauma, omdat mensen in een keurslijf werden gedwongen en soms het gevoel hadden hun eigenwaarde te verliezen.



Feministisch Perspectief: Stemmen van Outsiders



Vooral vrouwelijke auteurs reflecteerden over sociaal trauma; over hoe maatschappelijke normen het leven van niet-dominante groepen in de samenleving beïnvloedden tijdens en kort na de oorlog.



Mrs. Dalloway geeft inzicht in de gedachten van verschillende outsiders. Deze gedachten onthullen op welke manier maatschappelijke identiteitsvorming ten tijde van de Eerste Wereldoorlog traumatische effecten kon hebben. Het personage Clarissa Dalloway heeft gevoelens voor een vrouw, maar omdat ze behoort tot de ‘high-society’ bedwingt ze deze en trouwt ze met een man. Na haar huwelijk heeft ze vaak het gevoel haar oorspronkelijke, eigen identiteit te zijn kwijtgeraakt. Ook Pat Barker geeft een stem aan outsiders, waaronder de homoseksuele soldaten Siegfried Sassoon en Wilfred Owen. Aan de hand van hun machteloosheid en onzekerheid toont de auteur dat de effecten van het dwingende ideaal van mannelijkheid diep geworteld zaten in de maatschappijstructuur.



Pat Barker gaat nog een stap verder dan Woolf in het introduceren van verschillende stemmen. Dit komt omdat postmodernistische teksten doorgaans nog meer “uiteenvallen” in verschillende perspectieven dan modernistische teksten. De auteur besteedt bijvoorbeeld veel aandacht aan dialogen. De stemmen die met elkaar in dialoog gaan, vertegenwoordigen vaak contrasterende meningen, waardoor maatschappijkritiek mogelijk wordt. Dokter Rivers behoort bijvoorbeeld tot de dominante klasse in de maatschappij, die de oorlog verheerlijkt en getraumatiseerde soldaten beschouwt als mislukte mannen. Siegfried Sassoon daarentegen vertegenwoordigt (als homoseksueel en pacifist) de stem van een outsider, die dominante normen aan de kaak stelt.



En nu?



Een studie van de manier waarop Woolf en Barker schreven over trauma en de Eerste Wereldoorlog levert inzichten op die nu nog relevant zijn. De behandeling van getraumatiseerde individuen; kwesties die te maken hebben met (persoonlijke en publieke) identiteit; de vraag hoe om te gaan met verlies: dit zijn zaken die niet enkel centraal staan in de besproken werken van Woolf en Barker, maar die ook vandaag een belangrijke plaats blijven innemen in maatschappelijke debatten.

Download scriptie (866.76 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. Gert Buelens en dr. Birgit Van Puymbroeck