Het transfersysteem in het voetbal is strijdig met het Europees recht

Niels
Verborgh

222 miljoen euro. Zoveel betaalde het Franse PSG recent aan FC Barcelona om zich te verzekeren van de diensten van de Braziliaanse balvirtuoos Neymar. Het transfercircus in het voetbal lijkt geen grenzen te kennen, maar klopt dit wel? Steeds vaker duiken wetenschappelijke studies op die concluderen dat het transfersysteem in zijn huidige context illegaal is. Overdreven transfersommen lijken strijdig met het vrij verkeer van werknemers en bovendien brengt het transfersysteem ook andere juridische problemen met zich mee. Toch lijkt een oplossing lang op zich te zullen wachten.

Hoge transfersommen strijdig met vrij verkeer werknemers

Een transfersom is op zich niet onwettig omdat het eigenlijk fungeert als een opzeggingsvergoeding voor het verbreken van een arbeidsovereenkomst. Het probleem is echter dat de transfersommen de laatste jaren steeds decadentere proporties hebben aangenomen. Dat de transfersommen hoog zijn, heeft in de eerste plaats veel te maken met de hoge spelerssalarissen en de lange contractduur, maar er is meer aan de hand.

Momenteel is het transfercircus zodanig doorgedraaid dat de transfervergoedingen veel verder gaan dan noodzakelijk. De proportionaliteitszin ontbreekt volledig en zo staat de transfersom op gespannen voet met de Europeesrechtelijke bepalingen van het vrij verkeer van werknemers.

De torenhoge transfersommen zijn problematisch omdat ze kunnen verhinderen dat een voetballer overgaat naar een welbepaalde ploeg. Als een club een te hoge transfersom op het hoofd van een speler kleeft, beperkt dit voor de speler mogelijk de zoektocht naar een andere club. Niet elke potentiële nieuwe werkgever kan namelijk de (te) hoge transfervergoeding betalen. De Europese Commissie heeft dan ook enkele jaren terug al gewaarschuwd voor de “kunstmatig opgedreven transfersommen in het voetbal”. Een transfersom zou niet verder mogen gaan dan noodzakelijk opdat een eerlijk verloop van de competitie en de contractstabiliteit wordt gegarandeerd.

Studies tonen aan dat de transfersommen het eerlijk verloop van een competitie hypothekeren omdat enkel de rijkste ploegen nog in staat zijn om de hoge transfervergoedingen op tafel te leggen. Het zou logischer zijn als de voetballer – die een werknemer zoals een ander is – enkel een opzegvergoeding moet betalen die overeenstemt met de wettelijke regeling van het arbeidsrecht.

 

 

Transfersysteem problematisch onder het Europees mededingingsrecht

Het transfersysteem staat ook op gespannen voet met het Europees mededingingsrecht. Dit komt enerzijds omdat de concurrentie tussen voetbalclubs mede door het transfersysteem gebrekkig is, maar anderzijds ook omdat de FIFA eenzijdig een groot deel van de rechten die profvoetballers toekomen kan dicteren door middel van haar regelgevende macht.

De transferregels missen hun doel: FIFA wou een transfersysteem dat zorgde voor een financieel en competitief evenwicht, maar in de praktijk faalt men om dit doel te bereiken. De rijkste clubs domineren de transfermarkt en enkel de meest elitaire clubs zijn nog in staat om de beste (lees: duurste) spelers binnen te halen. Het transfersysteem zorgt dan ook voor een competitief onevenwicht: clubs die het meeste kunnen spenderen zullen in de regel vaker winnen. Dit uit zich in een sportieve dominantie van een select kransje kapitaalkrachtige ploegen, zowel op nationaal als op Europees niveau.

De transferregels verhinderen bovendien de vrije concurrentie tussen clubs omdat het gebruikelijk stelsel van vraag en aanbod wordt beknot. Sporteconoom KÉSENNE stelt dat de transfermarkt een gesloten systeem van topclubs in de hand werkt: kleinere clubs kunnen het loon van een topvoetballer op zich wel betalen, maar het aanwerven van topspelers wordt onmogelijk gemaakt door de onrealistisch hoge transfersommen.

En laat financiële slagkracht nu net de factor zijn die door de jaren heen steeds belangrijker is geworden om sportieve resultaten te kunnen behalen. Daar waar er vroeger een betere verdeling van spelerstalent was, is er in de laatste decennia meer en meer sprake van een enorme talentconcentratie bij topclubs. Dit fenomeen speelt zich – enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten – zowel af op nationaal als op Europees niveau. In verschillende landen zijn het vaak dezelfde clubs die kampioen worden. Ook de Champions League wordt gedomineerd door een beperkt aantal Europese topclubs. Gelukkig is er nog af en toe eens een occasionele uitschieter die het goed doet, denk maar bijvoorbeeld aan Leicester FC dat in 2016 de Engelse Premier League won. Ook AS Monaco, dat vorig seizoen de halve finale van de Champions League wist te bereiken, past in het rijtje “over-achievers”.

 

 

Juridisch bedenkelijke bepalingen in transferreglement

Daarnaast lijken sommige bepalingen van het transferreglement manifest in strijd te zijn met hogere rechtsnormen. Nationale rechters hebben reeds diverse bepalingen van het transferreglement strijdig bevonden met het vrij verkeer van werknemers (nl. de bepalingen over de opleidingsvergoeding en de hoofdelijke aansprakelijkheid van de toekomstige werkgever bij een eenzijdige contractbreuk door een speler). Toch past de FIFA – ondanks de vastgestelde inbreuken – haar regels niet aan. Ook het door FIFA uitgevaardigde verbod op Third Party Ownership (TPO) is bedenkelijk in het licht van het Europees recht. Dicht bij huis vinden bovendien illegale praktijken plaats inzake de opleidingsvergoeding en de transfers van (jeugd)spelers. Daarnaast hanteren sommige clubs een agressief aanwervingsbeleid inzake minderjarigen waarbij ze moreel laakbare en juridisch illegale handelingen niet schuwen.

Fundamentele heroriëntering vergt moed

Het voetbal lijkt gebaat bij een fundamentele heroriëntering. Er zou meer oog moeten zijn voor een betere vrijheidsregeling voor spelers. Ook een betere verdeling van het spelerstalent en meer transparantie bij de overgang van spelers is wenselijk. Amerika kende vroeger een systeem dat gelijkaardig was aan het Europese transfersysteem, waarin clubs verregaande eigendomsrechten hadden op spelers. Zowat alle theoretische en empirische studies tonen aan dat de afschaffing van het transfersysteem de Amerikaanse professionele sport ten goede is gekomen. Het is aannemelijk dat het afschaffen van het FIFA-transfersysteem vergelijkbare effecten zou hebben. UEFA-voorzitter Ceferin hield recent nog een pleidooi voor een nieuw transfersysteem. Alhoewel dit een stap in de goede richting zou zijn, lijkt het weinig waarschijnlijk dat deze maatregel er zal komen aangezien ze tegen de belangen van de gevestigde orde in gaat. Ook het door Ceferin geponeerde salarisplafond zal er waarschijnlijk niet snel komen. Nochtans zou een salarisplafond net als inkomstenherverdeling tussen clubs al goed zijn om bepaalde excessen van het transfersysteem te tackelen. 

Download scriptie (2.21 MB)
Winnaar Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. dr. Tony Joris