Het samenspel van verbale en visuele aspecten vertalen, humor in stripverhalen: een casestudy van "Franklin Richards, Son of a Genius".

Laurien
Tuts

Humor in stripverhalen vertalen: kinderspel?

België is een echt stripboekenland. Al generaties lang groeien kinderen op met klassiekers als “Suske en Wiske”, “De avonturen van Kuifje”, en “De belevenissen van Jommeke”. Door de jaren heen hebben ook buitenlandse stripverhalen aan populariteit gewonnen. Denk bijvoorbeeld aan de knotsgekke avonturen van Asterix en Obelix, of aan de superheldenverhalen over The Avengers. Je kan er niet omheen: stripverhalen zijn hip!

Ondanks het ruime aanbod aan stripverhalen, draagt het genre een negatief imago met zich mee. Doordat strips veel prentjes en weinig tekst bevatten, worden stripverhalen vaak afgestempeld als platvloers vermaak dat enkel voor kinderen is bedoeld. Niets is echter minder waar. Er bestaat een breed scala aan educatieve stripverhalen en bovendien weten ook volwassenen het gebruik van prentjes wel te waarderen. Onder meer de graphic novels “V for Vendetta” en “Watchmen” zijn erg populair bij een volwassen publiek.

Prentjes: een vloek of een zegen?

Voor de lezer maken de prentjes de leeservaring wat aangenamer, maar voor vertalers kunnen diezelfde prentjes een ware nachtmerrie zijn. Stripverhalen zijn namelijk multimodaal. Dat wil zeggen dat het verhaal tot stand komt door een samenspel van verschillende elementen, waaronder tekst en beeld.

Deze samenhang tussen de prentjes en de tekst is doorgaans weinig problematisch. Pas wanneer er in een stripverhaal wordt gespeeld met de letterlijke en de figuurlijke betekenis van een woord, en men daarbij nog eens de afbeelding betrekt, wordt het lastig voor de vertaler om de humor uit de brontekst te vertalen. Het onderstaande fragment uit “Franklin Richards, Son of a Genius: Lab Brat” bevat een voorbeeld van een problematische situatie. In het fragment gebruikt Franklin de uitdrukking “to work like a breeze”. Deze uitdrukking betekent “op rolletjes gaan” en is op zich niet grappig. Wel ontstaat er een komisch effect door de combinatie van de tekst met de afbeelding. Net wanneer Franklin gebruik maakt van het woord “breeze”, dat naar het Nederlands kan worden vertaald als “bries”, begint het in te waaien.

(Afbeelding: zie bijlage)

De humor die voortkomt uit de combinatie van het woord “breeze” en de afbeelding, is moeilijk naar het Nederlands te vertalen. Indien “That thing is working like a breeze” zou worden vertaald als “Dat ding loopt op rolletjes”, zou de grap uit de Engelse tekst volledig wegvallen. De vertaler zal dus creatief moeten omspringen met bovenstaand vertaalprobleem.

Multimodale humor vertalen

In de scriptie “Het samenspel van verbale en visuele aspecten vertalen, humor in stripverhalen: een casestudy van ‘Franklin Richards, Son of a Genius’” wordt het gebruik van humor in stripverhalen bestudeerd. De focus ligt op de studie van multimodale humor; humor die voortkomt uit een samenspel van tekst en beeld. Aan de hand van een eigen vertaling van het stripboek “Franklin Richards, Son of a Genius: Lab Brat” wordt onderzocht op welke manieren multimodale humor kan worden vertaald.

Multimodale humor komt tot stand door een samenspel van verschillende elementen die samen tot humor leiden. Humor is echter een moeilijk af te bakenen begrip. Iedereen weet wel wat humor is, maar niet iedereen vindt dezelfde situaties humoristisch. Wat voor de ene persoon hilarische plagerij is, kan voor de andere een wansmakelijke grap zijn. Humor is dus een zeer persoonlijk gegeven. Wel bestaan er verschillende soorten humor. Vanzelfsprekend krijgen vertalers vooral te maken met taalhumor. Bij taalhumor komt het komische effect voort uit de taal zelf. Bij multimodale humor is de taal op zich niet grappig. Slechts door het samenspel van taal en beeld ontstaat er een komisch effect. In "Franklin Richards, Son of a Genius: Lab Brat" komt de multimodale humor bijzonder vaak voort uit een link tussen de letterlijke betekenis van een figuurlijk bedoeld woord. In het bovenstaande voorbeeld werd het woord “breeze” letterlijk uitgebeeld terwijl de uitdrukking “to work like a breeze” slechts figuurlijk was bedoeld.

Bij het vertalen van multimodale humor kunnen er verschillende vertaalstrategieën worden gebruikt. Multimodale humor bestaat immers uit vier elementen: de betekenis van de tekst, de link tussen de tekst en het beeld, de stijl van de tekst, en het komische effect. Slechts in zeldzame gevallen, wanneer de brontaal en de doeltaal weinig van elkaar verschillen, kunnen alle elementen worden overgebracht in de doeltekst. Veel vaker is de vertaler verplicht om een vertaalstrategie te hanteren waarbij een element uit de oorspronkelijke tekst verloren gaat. Wanneer een grap uit de brontekst wordt vertaald met een totaal andere grap, gaat bijvoorbeeld de betekenis van de oorspronkelijke tekst verloren. Een goede stripvertaler moet bijgevolg creatief zijn aangelegd, zodat hij een originele oplossing kan zoeken voor elk vertaalprobleem. Bovendien blijkt dat een creatieve aanpak van vertaalproblemen ervoor zorgt dat multimodale humor erg vertaalbaar wordt.

Naast over creatieve aanleg moet een stripvertaler ook beschikken over een uitstekende kennis van zowel de brontaal als de doeltaal. Multimodale humor bevat vaak spreekwoorden en vaste uitdrukkingen die moeilijk te herkennen en te vertalen zijn. Door een gebrek aan tweetalige spreekwoordenboeken is de vertaler hoofdzakelijk aangewezen op zijn eigen creativiteit, gecombineerd met een uitstekende talenkennis. Toch kunnen ook de bevindingen uit de scriptie “Het samenspel van verbale en visuele elementen vertalen, humor in stripverhalen: een casestudy van ‘Franklin Richards, Son of a Genius’” worden gebruikt als een leidraad voor het overwinnen van onvertaalbaarheid. Aan de hand van onder andere strategieën voor het overwinnen van vertaalproblemen en -valkuilen, kan de vertaler zich een weg banen doorheen de multimodale, komische stripvertaling. Want hoe je het ook draait of keert: het vertalen van humor in stripverhalen is geen kinderspel.

Download scriptie (14.41 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015