Towards a territorial and urban integration of Gaza Camp (Jordan) - The Ridge as common ground

Thomas Goossens, Gerben Kumps
& Wouter Luysterman
  • Gerben
    Kumps
  • Wouter
    Luysterman

Gaza Camp: de ondenkbare integratie

Mozaïekgevels, rapmuziek, bruisende winkelstraten en vrijdagnamiddagpicknickjes in het bos. Het zijn zaken die u waarschijnlijk niet meteen met een vluchtelingenkamp associeert. Nochtans zou het goed zijn, als u dat af en toe wel deed.

Gaza Camp is één van de dertien Palestijnse vluchtelingenkampen in Jordanië. Het kamp werd in 1968 opgericht op een heuvelachtig terrein vlakbij de stad Jerash - bekend om zijn Romeinse ruïnes - en het prachtige Dibbeen natuurreservaat. In tegenstelling tot wat het Westers collectief geheugen u vertelt, is de tijd er niet stil blijven staan. Wat begon als tentenkamp is tegenwoordig nauwelijks te onderscheiden van een kleine stad: dichtbebouwde kern met 14.000 inwoners, gebouwen tot 4 verdiepingen hoog, markt, scholen, kliniek, verschillende moskeeën, voorstedelijke verkavelingen, enz.

Het grote verschil? Deze “stad” is officieel niet meer dan een blinde vlek op de kaart. Alle inwoners zijn vluchtelingen zonder burgerrechten die al bijna een halve eeuw in ballingschap leven, wachtend op hun terugkeer.

Een speelveld met vele spelers

Ondanks alle maatregelen die het kamp isoleren, geraakt Gaza Camp steeds meer geïntegreerd in zijn omgeving. Talrijke gemeenschappen en organisaties komen bijna dagelijks in contact met het kamp en zijn bewoners. Samenwerken over de kampgrenzen blijft evenwel moeilijk door administratieve barrières, vooroordelen en het hardnekkige idee dat dit niet hoort in een vluchtelingenkamp.

Vluchtelingenorganisatie UNRWA treedt vaak op als vertegenwoordiger van de kampbewoners, maar botst snel op de limieten van haar humanitaire mandaat. De organisatie is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor basisvoorzieningen (educatie, gezondheidszorg, voedselhulp, enz.) en heeft geen autoriteit buiten de kampgrenzen.

Een tweede speler is het aangrenzende Jordaanse dorpje. Haddadeh was een onbeduidend boerendorpje tot de Jordaanse overheid 75 ha grond onteigende voor de opvang van Palestijnse vluchtelingen. Enkele decennia later is Haddadeh uitgegroeid tot buitenwijk van het kamp en genieten de inwoners mee van de bruisende commerciële activiteit. Het wantrouwen tussen Jordaniërs en Palestijnen blijft echter groot.

Ook de Royal Society for the Conservation of Nature (RSCN) speelt een belangrijke rol. Gaza Camp is immers een pijnpunt in hun milieubeleid. De natuur rondom het kamp is een belangrijk recreatiegebied voor Palestijnen en heeft veel potentieel voor landbouw en eco-toerisme, maar geraakt steeds meer vervuild.

De lijst van betrokken spelers gaat nog even door: het Departement Palestijnse Zaken, het Ministerie van Openbare Werken, gemeentelijke overheden, enz. Allemaal hebben ze hun visie over het kamp.

Camp meets world

Gaza Camp speelt ook op internationaal niveau. Zonder financiële en diplomatieke steun van de internationale gemeenschap is de Palestijnse strijd immers een verloren zaak. Spijtig genoeg heeft de wereld een helder beeld van hoe een vluchteling er uitziet. Een vluchteling is arm, uitgehongerd, leeft in mensonwaardige omstandigheden en moet vechten om te overleven.

Dit beeld heeft kwalijke gevolgen voor Gaza Camp. De bewoners hebben ondanks hun positie enorm veel bereikt. Er zijn prachtige moskeeën, florerende handelszaken en pittoreske woningen. De jongere generatie gebruikt haar achtergrond zelfs als inspiratiebron voor muziek en kunst. Elke stap vooruit gaat echter gepaard met angst om de internationale steun te verliezen.

En - vergis je niet - die steun hebben ze broodnodig. Een groot deel van de bevolking van Gaza Camp leeft nog steeds in armoede en de levensomstandigheden zijn vaak beneden alle peil, al betekent dat niet dat ze daarom stil blijven staan.

Architectuurthesis in een vluchtelingenkamp?

In dit mijnenveld van betrokken partijen blijft er nog één onbenoemd: een groep masterstudenten Burgerlijk Ingenieur-Architect. In de zomer van 2014 brachten wij twee maanden door in Gaza Camp. Ons verblijf kaderde in een samenwerking tussen UNRWA en KU Leuven om de infrastructuur van het kamp te verbeteren en vormde de voorbereiding voor onze masterthesis.

Met hulp van Palestijnse studenten leerden we het kamp en zijn omgeving kennen vanuit het Palestijnse perspectief. We maakten echter ook gebruik van onze positie als buitenlandse studenten om nieuwe deuren te openen. Zo voerden we uitgebreide gesprekken met de inwoners van Haddadeh en zaten we aan tafel met vertegenwoordigers van RSCN, het gemeentebestuur en de Jordaanse overheid.

Al die verschillende verhalen vormden de start van een zoektocht naar een common ground, een gemeenschappelijke raakvlak als basis voor debat, overleg en – wie weet – samenwerking.

Die common ground vonden we in een 2-km-lange heuvelrug (Ridge). De heuvelrug vormt de grens tussen een diepe vallei en een heuvelachtig plateau, maar ook tussen het Jordaanse dorpje en het Palestijnse kamp. Op de top prijkt bovendien het centrum van het kamp met alle publieke en commerciële voorzieningen dat bezoekers aantrekt uit de wijde omgeving.

Onze thesis vertelt het verhaal van die heuvelrug: hoe het strikte grensgebied veranderde in een overgangszone, hoe de beboste toppen op een zomerse vrijdag bedekt worden met honderden picknicklakens, hoe kinderen het niemandsland op de grens claimen als speelterrein, en hoe heel af en toe dat speelterrein het decor wordt voor rellen tussen heethoofden uit kamp en dorp.

Doorheen het verhaal worden diverse architecturale ingrepen voorgesteld: een schoolplein, een restaurant, een landbouwcoöperatieve, toeristische accommodatie, een buitenzwembad, enz. Elk project is een ruimtelijk antwoord op concrete behoeften, ideeën en dromen van de verschillende partijen. Samen schetsen de projecten een toekomstvisie die toont hoe Gaza Camp kan integreren in zijn omgeving zonder afbreuk te doen aan het Right of Return.

Gezocht: Bruggenbouwers

Voor ons, buitenstaanders, houdt het verhaal hier op. Onze thesis opent daarom met een open oproep. Gezocht: iemand die de culturele achtergrond, ervaring en connecties heeft om ons werk verder te zetten en de verschillende partijen samen aan de vergadertafel te brengen.

Twee maanden na het voltooien van de thesis is de eerste bruggenbouwer aan het werk. Dina Dabash werkt als architect bij UNRWA en was het afgelopen jaar onze contactpersoon in Jordanië. Zij gebruikt ons werk nu om RSCN te adviseren bij de opmaak van bestemmingsplannen voor natuur- en landbouwgebied.

Er is nog een lange weg te gaan vooraleer er sprake is van concrete projecten over de kampgrenzen heen. Maar, wie weet, doet de naam Gaza Camp u ooit wel van vakantie dromen.