Integratie van muziek in het buitengewoon basisonderwijs aan leerlingen met ASS

Annelies
Smits

Leerlingen met ASS in de muziekles

Muziekles aan leerlingen met autisme, kan dat? Vele mensen hebben een typisch beeld over autisme of autismespectrumstoornissen (ASS). Is het voor leerlingen met autisme te moeilijk om in groep te musiceren? Zijn zij te gevoelig voor het lawaai en de chaos in muziekles? Is het wel verantwoord om hen xylofoonstokken in handen te geven? Misschien zullen zij elkaar daarmee slaan in plaats van muziek te maken! Zij willen alles steeds op dezelfde manier en in dezelfde volgorde doen… Hoe kun je dan veranderingen doorvoeren en nieuwe dingen aanleren? Dit rigide beeld kan tot heel wat twijfels en onzekerheid leiden bij het aanbieden van muziekles aan leerlingen met autisme.

Leerlingen met autisme in het onderwijs

Met de invoering van het M-decreet, dat inclusief onderwijs voorop stelt, zullen meer en meer leerlingen met een normale begaafdheid en autisme de weg vinden naar gewoon onderwijs, al dan niet met ondersteuning. Gelijklopend is er een specifiek type buitengewoon onderwijs voor leerlingen met autisme opgericht, namelijk type 9. Zowel binnen dit type 9 als binnen het gewoon onderwijs zal er vraag zijn naar tips en richtlijnen voor het omgaan met leerlingen met autisme.

Het lerarenteam van het buitengewoon basisonderwijs van KOCA vzw stelde de vraag: "Wat is een goede manier om muziekles te geven aan onze leerlingen met ASS en normale begaafdheid?" Deze vraag vormt het vertrekpunt van het eindwerk “Integratie van muziek in het buitengewoon basisonderwijs aan leerlingen met ASS.” Op basis van recente literatuur wordt duidelijk dat de doelgroep divers is. Het rigide beeld over autisme gaat voorbij aan individuele verschillen tussen mensen. In het praktijkonderzoek vormt een genuanceerd beeld over autismespectrumstoornissen de basis voor de ontwikkeling van een werkwijze om muziekles aan te bieden aan de doelgroep.

Diversiteit als uitgangspunt

“Terwijl Sven overduidelijk geniet van het rinkelende, allesoverheersende geluid van het belletje in zijn hand, bedekt Julie vlak voor hem haar oren met haar handen.”                                                                          (Annelies Smits)

De laatste decennia is heel wat onderzoek verricht naar autisme in een poging om het soms vreemde gedrag te verklaren. Hersenonderzoek, praktijkervaringen van hulpverleners en autobiografieën van mensen met autisme hebben geleid tot juistere beeldvorming. Sinds 2013 wordt in de vijfde editie van het handboek voor psychiatrische diagnostiek één overkoepelende naam ‘autismespectrumstoornis’ gehanteerd. Het woordje ‘spectrum’ in deze benaming duidt aan dat mensen met autisme net zo divers zijn als kleuren binnen het kleurenspectrum. Elke persoon met autisme heeft een uniek profiel van mogelijkheden, leernoden, zintuiglijke gevoeligheden en interesses.

Toch zien we gelijkaardige problemen bij deze mensen. Een goede beeldvorming en inzicht in het autismespectrum blijken noodzakelijk om het gedrag van leerlingen met autisme te kunnen begrijpen en om in de klaspraktijk adequaat te kunnen inspelen op hun noden. 

Omdat de doelgroep zo divers is, zal een leerkracht eerst goed moeten observeren om een correct beeld te vormen van elke leerling. De leerkracht ontwikkelt alertheid voor zowel de groeikansen en sterke kanten als de aandachtspunten bij leerlingen met autisme.

Wat een drempel betekent voor één leerling, valt niet te generaliseren naar alle leerlingen met autisme. En een hindernis waar de meeste leerlingen met autisme tegenaan lopen, is niet voor alle leerlingen met autisme een hindernis. De uitdaging voor de leerkracht ligt erin aan te sluiten op individuele mogelijkheden van de leerlingen.

De leerkracht als veilige haven

Leerlingen met autisme zijn sterk gericht op de leerkracht. Zij doen meer dan anderen beroep op de pedagogische kwaliteiten van de leerkracht en vragen om een autismevriendelijke basishouding.

Deze basishouding bestaat uit invoelingsvermogen, gevoel voor gelijkwaardigheid, responsiviteit en afstemming. Een leerkracht dient leerlingen met een beperking of ontwikkelingsstoornis als volwaardig te beschouwen. Dit houdt in dat de leerkracht erover waakt dat een (bewust of onbewust) gevoel van medelijden het handelen in de praktijk niet in de weg staat. Het fundament van die pedagogische basishouding wordt gevormd door een reflectieve attitude. De leerkracht stelt daarbij telkens opnieuw zijn/haar beeldvorming en handelen in vraag.

Wanneer een leerkracht voldoende helder en duidelijk is in communicatie en oog heeft voor basisrust in de klas, dan kan een leerling met autisme zich veilig genoeg voelen om nieuwe dingen te leren. Een autismevriendelijke aanpak is noodzakelijk voor leerlingen met autisme om te kunnen leren en ontwikkelen, maar zal ook leerlingen zonder autisme ten goede komen.

Muziekleerkracht in een auti-klas

De praktijk toont aan dat muziekles geven in een auti-klas een grote mate van deskundigheid van de leerkracht vereist. De leerkracht moet zowel affiniteit met autisme hebben als deskundigheid op het vlak van muziekdidactiek.

Met voldoende inzicht in autisme kunnen leerkrachten een veilig pedagogisch klimaat creëren waarbinnen leerlingen met autisme zich muzikaal kunnen ontplooien. De sterke kanten van leerlingen worden aangewend om mogelijke hindernissen die het bereiken van doelstellingen in muziekles bemoeilijken, te overwinnen. Uit het ruime repertoire van muzikale spelvormen en werkvormen voor het reguliere onderwijs kan de muziekleerkracht een selectie maken. Dit aanbod wordt telkens opnieuw geëvalueerd en aangepast aan de specifieke klasgroep. Sommige individuele kenmerken zullen vragen om een individuele aanpak. Bijvoorbeeld, je kunt een leerling die overgevoelig is aan geluiden, regelmatig een rustmoment gunnen in een aanpalend lokaal. Daarbij kun je individuele muzikale opdrachten voorzien, zoals luisteren naar muziek of informatie over muziek opzoeken. Continue reflectie en planmatig handelen van de muziekleerkracht zijn essentieel om elke leerling blijvend te betrekken bij de les.

Muziek biedt tal van mogelijkheden om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te stimuleren. Muziek kan een uitlaatklep zijn of een middel tot sociaal contact met andere mensen. Durf deze kansen te benutten, ook bij leerlingen met autisme. Laat je niet verblinden door op het eerste zicht onoverkomelijke moeilijkheden, maar ontdek hierin de krachten van leerlingen met ASS.   Die ‘lastige leerling’, die ongevraagd de les opneemt met zijn smartphone, je zou hem kunnen uitnodigen om een creatieve montage te maken van zijn opname in plaats van een uitbrander te geven…

Download scriptie (994.09 KB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2015
Thema('s)