Foliar water uptake and its link to growth in Avicennia marina (Forskk.) Vierh.

Jeroen
Schreel

Bomen drinken met handen en voeten

Kunnen bomen drinken met hun bladeren? Het is algemeen geweten dat bomen vocht opnemen met behulp van de wortels. Uit recent onderzoek is echter gebleken dat dit niet de enige manier zou zijn waarop bomen kunnen drinken.

Bossen bestrijken ongeveer een derde van al het beschikbare landoppervlak in de wereld. Deze gebieden produceren zuurstof en bieden een woonplaats voor vele mensen, dieren en planten. Daarnaast bieden deze bossen talrijke voordelen als zuiver water, voedsel en traditionele medicijnen. Bomen, de bouwstenen van deze gebieden, zijn echter onderhevig aan talrijke menselijke en natuurlijke bedreigingen.

Als gevolg van de klimaatsveranderingen zullen verscheidene gebieden een grote droogte ondervinden. Dit heeft nadelige gevolgen voor bomen die hierdoor droogtestress kunnen ondervinden of zelfs sterven. De repercussies hiervan zijn enorm. Het gaat hier om veel meer dan een potentieel verlies aan recreatie voor de plaatselijke natuurliefhebber. Het afsterven van bomen zorgt ervoor dat er minder CO2 kan opgenomen worden en dat er CO2 vrijkomt bij het verteren van deze dode bomen. Dit alles werkt de klimaatsveranderingen nog meer in de hand. Eveneens mag er niet vergeten worden dat bomen fijn stof vangen met hun kroon wat leidt tot een aanzienlijke reductie van de luchtvervuiling en de daaraan gekoppelde gezondheidszorg. Wetende dat de jaarlijkse economische kost door vroegtijdige menselijk sterfgevallen als gevolg van luchtvervuiling in de landen van de WHO (World Health Organization) European Region op US$ 1.4 triljoen geschat wordt, mag deze factor zeker niet verwaarloosd worden. Al deze diensten die geleverd worden voor de mensen worden samen gebundeld onder de term ‘ecosysteemdiensten’ en hebben een effect op ons allemaal.

Uit recent onderzoek blijkt dat sommige bomen ook vocht kunnen opnemen via de bladeren. Momenteel kunnen 85% van de onderzochte plantensoorten deze weg van vochtopname gebruiken. Het gaat hierbij voornamelijk om tropische soorten als bijvoorbeeld de kustmammoetboom (Sequoia sempervirens) en een dennensoort (Pinus ponderosa). Dit kan gunstig zijn wanneer er bijvoorbeeld een mistbank overtrekt of wanneer er lichte motregen valt die de wortels nauwelijks bevochtigen, maar de bladeren wel goed nat maken. Dit alles leidt tot een grotere kans van overleving voor deze boomsoorten bij een toenemende droogte als gevolg van de klimaatsveranderingen. Het onderzoek hier werd uitgevoerd op de grijze mangrove boom (Avicennia marina). Op zich lijkt dit misschien minder relevant voor de gematigde streken, maar dat is het zeker niet. Mangrove bossen bevatten namelijk tot vijf keer meer CO2 dan andere bossen. Hierdoor is het essentieel dat deze bossen overleven, zodat we de CO2-concentraties in onze atmosfeer zo veel mogelijk kunnen drukken. Eveneens worden mangrovebossen door talrijke commerciële vissoorten als ‘kinderkamer’ gebruikt. Wanneer deze ecosystemen verloren gaan, zal de overleving van deze vissoorten in het gedrang komen.

Ook voor plaatselijke gemeenschappen zijn deze ecosystemen essentieel. Ze dienen namelijk als een bron voor brand- en constructiehout, een bron voor voedsel, ze breken de golven waardoor meer landinwaarts gelegen gebieden beschermd worden en ga zo maar door.

Het feit alleen al dat deze bomen in deze barre omgeving kunnen groeien is bewonderenswaardig. Nog verbazender is dat ze dit met zo veel succes doen. Mangroves leven dan wel met hun voeten in het water, maar dit water is uiterst moeilijk beschikbaar voor deze bomen. Dit komt door het zout aanwezig in dit brakwater. Denk maar eens na over hoeveel dorst je krijgt na het eten van die zak zoutchips of waarom mensen in een reddingsvlot geen zeewater mogen drinken.

Als gevolg hebben deze bomen bijna een continu gevoel van droogte. Het potentieel van deze bomen om vocht op te nemen via hun bladeren ligt mogelijk aan de grondslag van hun succes in deze onherbergzame omgeving. Gedurende het onderzoek werd namelijk een diametergroei gemeten die tot drie maal groter was gedurende artificiële beneveling in vergelijking met dagen waarop de bladeren droog bleven. Door middel van vochtopname via de bladeren verbeterde de vochtstatus van de benevelde bomen aanzienlijk wat de gezondheid van de boom en zijn potentieel om aan fotosynthese te doen ten goed kwam.

Tot op heden is niet geweten of boomsoorten uit de gematigde streken zoals beuk (Fagus sylvatica) en anderen ook dit potentieel tot vochtopname via de bladeren bezitten of niet. De resultaten van dit onderzoek lijken alvast veelbelovend en zouden er op kunnen wijzen dat bepaalde boomsoorten resistenter zijn tegen droogte dan voorheen gedacht. Sowieso wijst dit fenomeen nog maar eens op ons gebrek aan kennis over de werking van de natuur.

Download scriptie (1.72 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015