INNAMESCHATTING VAN METHYLGROEPDONOREN FOLAAT, CHOLINE, BETAÏNE EN METHIONINE BIJ DE BELGISCHE BEVOLKING

Heleen
Van Puyvelde
  • Marlène
    De Backer

Innameschatting van methylgroepdonoren folaat, choline, betaïne en methionine bij de Belgische bevolking

door Heleen Van Puyvelde & Marlène De Backer

Voeding, meer specifiek gezonde voeding, is een basisbehoefte voor ieder levend wezen. Voeding speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de mens en daarnaast zijn ook de gezondheidseffecten ervan bewezen. Heel wat verschillende aspecten rond voeding werden reeds onderzocht naar hun invloed op gezondheid.
Vooraleer er een gegronde uitspraak, over het effect van voedingsmiddelen of nutriënten, kan geformuleerd worden, moet eerst de gebruikelijke inname van de bevolking in kaart worden gebracht.

Dit verkennende onderzoek naar de innameschatting van methylgroepdonoren bij de Belgische bevolking geeft een eerste beeld van de consumptie van de betrokken nutriënten folaat, choline, betaïne en methionine en de daarmee samenhangende voedingsmiddelen.

De interesse naar de inname van de methylgroepdonoren is afkomstig van het belang ervan voor wat betreft DNA-methylatie en de mogelijke rol die het speelt in een aantal aandoeningen, waaronder o.a. kanker. Echter, het onderzoek naar inname, opname en het netto-effect dat methylgroepdonoren uiteindelijk zullen hebben op het menselijke lichaam, staat nog maar in de kinderschoenen. Dit onderzoek zal hopelijk aanleiding geven tot, of binnen een aantal jaar resulteren in concreet geformuleerde aanbevelingen om zowel de positieve als negatieve gezondheidseffecten die methylgroepdonoren met zich meebrengen, te kunnen beïnvloeden.

Materialen en methode

De gebruikelijke inname door de Belgische bevolking voor een selectie van nutriënten wordt reeds gegeven door de Belgische voedselconsumptiepeiling (VCP). De VCP biedt namelijk gegevens betreffende de voedselconsumptie (consumptie van voedingsmiddelen en macro- en micronutriënten) en de voedingstoestand van een representatief deel van de Belgische bevolking (3200 mannen en vrouwen, ouder dan 15j). Om een innameschatting van bioactieve componenten voor de Belgische bevolking te kunnen maken, dienen deze voedselconsumptiegegevens gekoppeld te worden aan beschikbare nutritionele waarden voor folaat, choline, betaïne en methionine. Voor het verzamelen van nutritionele waarden van voedingsmiddelen op een gestandaardiseerde wijze, werden een aantal strikte richtlijnen opgevolgd om een bestaande, betrouwbare voedingsmiddelentabel te selecteren. De keuze ging uit naar de Amerikaanse voedingsmiddelentabel, aangezien hier de ideale analysetechnieken gebruikt worden. Ook beschikt deze tabel over een zeer groot aantal voedingsmiddelen (8463) die nutritionele waarden bevat voor slechts een deel of alle vier de te bestuderen methylgroepdonoren. Op basis van een gedetailleerde omschrijving van de voedingsmiddelen gerapporteerd in de VCP (± 17000), werd vervolgens een zo correct mogelijke koppeling van nutritionele waarden aan de voedingsmiddelen gerealiseerd. Om dit gehele proces te standaardiseren, werd gebruik gemaakt van de richtlijnen opgesteld door het International Agency for Research on Cancer (IARC).

Resultaten

De Belgische bevolking heeft de hoogste inname aan methionine in vergelijking met alle andere methylgroepdonoren, meer specifiek bedraagt de mediaan 859,7 mg per 1000 kcal. Vervolgens komen choline en betaïne op de tweede en derde plaats met respectievelijk een p50 dat 149,8 mg en 11,0 mg per 1000 kcal bedraagt. Folaat wordt het minst ingenomen (164,2 µg per 1000 kcal).

Tabel : Innameschatting van methylgroepdonors door de Belgische bevolking per dag.

 

 

N

Mean

Std. Deviation

Percentiles

 

Valid

Missing

 

 

25

50

75

 

 

 

 

 

 

 

 

folaatdensiteit

3245

0

182,8

104,8

130,9

164,2

207,8

 

 

 

 

 

 

 

 

cholinedensiteit

3245

0

183,2

842,1

118,0

149,8

187,2

 

 

 

 

 

 

 

 

betaïnedensiteit

3244

1

25,4

41,8

6,0

11,0

29,9

 

 

 

 

 

 

 

 

methioninedensiteit

3245

0

1142,8

2825,1

682,0

859,7

1082,9


Uit het onderzoek naar de gemiddelde aanbreng per voedingsmiddelengroep bleek dat voor de Belgische bevolking vlees en vis de grootste methionineaanbrengers zijn. Deze groep brengt gemiddeld 582,3 mg methionine aan per dag. Daarentegen brengen de meeste voedingsmiddelengroepen slechts minder dan 10 mg methionine per dag aan. Eieren zijn de grootste cholineleveranciers (347,76 mg per dag). Het overgrote deel van de voedingsmiddelengroepen levert gemiddeld minder dan 50 mg choline per dag. Granen en graanproducten leveren voor de Belgische bevolking de grootste hoeveelheid aan betaïne (68,03 mg). De belangrijkste bron van folaat is ook de groep van de granen en graanproducten (204,14 µg).

Ook werden er significante verschillen teruggevonden tussen verschillende subgroepen. De inname aan folaat-, choline- en methionine bij vrouwen (resp. 173.3 µg; 151.4 mg; 875.5mg) was groter in vergelijking met mannen. Ook personen die lijden aan hypertensie of een cardiovasculaire ziekte hebben een hogere inname aan folaat, choline en methionine vergeleken met deze van gezonde personen.

Discussie

Het opzet van dit onderzoek was om een eerste beeld te krijgen over de inname van methylgroepdonoren bij de Belgische bevolking. De geschatte inname aan methylgroepdonoren bij de Belgische bevolking, bekomen door het berekenen van een gemiddelde inname, wordt verondersteld een ruwe schatting te zijn. De reden hiervan zijn de sterke verschillen in voedingsgewoonten tussen de Verenigde Staten van Amerika en België, maar ook de manier van vervaardigen en de voedingstechnologie verschilt. Daarnaast zal de grote hoeveelheid aan ontbrekende nutritionele waarden eerder aanleiding geven tot een onderschatting van het resultaat. De innameschatting van folaat wordt echter als het meest accuraat beschouwd, daar het nutriënt weinig ontbrekende waarden kent. De grootte van de onderschatting kan moeilijk aangegeven worden, aangezien eerder gelijkaardig onderzoek voor België nog niet werd uitgevoerd, met als gevolg dat er geen resultaten beschikbaar zijn ter vergelijking.

Meer correcte resultaten kunnen pas verkregen worden wanneer België of zijn buurlanden nutritionele waarden uitgeeft voor folaat, choline, betaïne en methionine. Vanaf het moment dat deze gegevens beschikbaar zijn, zou het aangewezen zijn onderzoek te starten naar de werkelijke inname binnen de Belgische bevolking. Dan pas kan er een waarheidsgetrouw antwoord worden gegeven op de vraag in welke mate de inname van de methylgroepdonoren via de voeding verantwoordelijk kan zijn voor bepaalde gezondheidseffecten en/of carcinogeniteit. Dit alles kan dan uiteindelijk resulteren in concreet geformuleerde aanbevelingen om zowel de positieve als negatieve gezondheidseffecten die methylgroepdonoren met zich meebrengen te kunnen beïnvloeden. Om dit te kunnen bewerkstelligen is er dus nood aan longitudinaal onderzoek aangezien deze studie, net zoals vele andere crossectionele studies, niet de mogelijkheid biedt voor het nagaan van causaliteit. Dit onderzoek kan echter beschouwd worden als een pionierswerk, wat tevens de sterkte van dit onderzoek weerspiegelt. De gegeven informatie, denkwijzen, methoden etc. kunnen dienen als leidraad voor vervolg- en soortgelijk onderzoek.

 

Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2014