Smaak jij naar chocolade? Hoe kijken kinderen tussen 3 en 18 jaar in een O.O.O.C. naar diversiteit en hoe kunnen begeleiders hierop inspelen?

Shelly
Wagemans

Smaak jij naar chocolade?

De man die in de Turkse bakker werkt verschilt even veel van jou als de blanke zestigjarige vrouw die over jou woont, de jongen met de pet en een veel te grote vest die naast je komt zitten in de tram of dat kleine, blonde meisje dat aan moeders rokken hangt terwijl moeder haar boodschappen doet.

Diversiteit, het is een gegeven waar men dagelijks mee geconfronteerd wordt. Ik wil  mijn eindwerk baseren op twee principes, het eerste principe is dat iedereen anders is. Mensen zijn een mix van aanleg en omgeving. Dit zorgt ervoor dat geen enkele persoon hetzelfde is als de andere. Zelfs bij eeneiige tweelingen vindt men nog fundamentele verschillen omwille van deze interactie. Er lopen op aarde geen twee dezelfde personen  rond, elk individu is uniek op zijn eigen manier.

Het tweede principe is dat iedereen hetzelfde is. Een contradictie met het eerste principe, maar in feite kunnen deze twee perfect samen gaan. Elke persoon vindt wel minstens één gemeenschappelijk punt met een andere persoon, hoe verschillend deze ook is. Het maakt niet uit of iemand een donkere of een lichte huidskleur heeft, wanneer we onze hand op iemands borstkas leggen, voelen we bij iedereen een hart kloppen. Misschien niet allemaal in hetzelfde ritme of met dezelfde sterkte, maar in beginsel heeft iedere mens een kloppend hart. Iedere persoon kan iets gemeenschappelijks vinden met een andere persoon en van daaruit een band ontwikkelen. 

Ik wil de jongeren op mijn stageplaats deze twee principes meegeven omdat veel van hen het moeilijk hebben met het omgaan met diversiteit. Ze zijn slachtoffer van pesten, zitten in een andere thuissituatie als velen van hun leeftijdsgenoten of voelen zich alleen op de wereld. Op deze manier wil ik met mijn eindwerk de boodschap geven dat ze nooit helemaal alleen zijn en dat het anderzijds oké is om anders te zijn. Dit wil ik hun duidelijk maken door gebruik te maken van zaken die aansluiten bij hun leefwereld.

Ik heb stage gelopen in een OOOC in Antwerpen, dit is de afkorting voor een onthaal, oriëntatie en observatiecentrum. Hun verblijf is afhankelijk van de aanmeldingsreden. Jongeren kunnen opgevangen worden in crisis omdat zij nergens anders op dat moment terecht komen, dit hoort bij het luik ‘onthaal’. Wanneer er een verzoek is vanuit de jeugdrechter of het comité voor bijzondere jeugdzorg voor een opname, gaat dit om een oriëntatie of observatie. De doelgroep voor deze voorziening zijn jongeren, zowel meisjes als jongens, tussen de leeftijd van drie en achttien jaar die zich bevinden in een problematische opvoedingssituatie of een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Gedurende mijn stage heb ik onderzoek uitgevoerd rond diversiteit bij de jongeren op mijn stageplaats, waaruit ik volgende conclusies kon trekken.

Als eerste heb ik het belang van het leren omgaan met diversiteit in onze multiculturele samenleving besproken. De wetgeving en verschillende projecten motiveren mensen om op een positieve manier om te gaan met diversiteit. Er worden doelstellingen, artikels en mensenrechten opgesteld om te streven naar gelijkwaardigheid, om ervoor te zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt op deze wereld. Natuurlijk zijn we daar nog bijlange niet, maar de eerste stap naar een ideale wereld is het streven naar deze ideale wereld.

In het tweede hoofdstuk heb ik de bronnen van diversiteit besproken. Hoe komt het dat de ene persoon verschilt van de andere? Hieruit bleek dat verschillende eigenschappen hiervan de oorzaak zijn. De aanleg, het milieu en de cultuur waarin men opgroeit spelen allen een rol in de ontwikkeling van een persoon. Zo merkt men dat broers en zussen die apart opgroeien toch nog steeds bepaalde zaken gemeen hebben met elkaar, of dat massamedia een invloed heeft op het agressieve gedrag van de jongere.

Om te weten hoe diversiteit zich uit in de leefgroep op mijn stageplaats, heb ik in het laatste hoofdstuk eerst een beeld gegeven van de jongeren. Hierna heb ik de eindtermen besproken, deze termen zijn levensdoelstellingen om te leren omgaan met diversiteit. Door de beperkte tijd dat ik stage loop, heb ik enkel de eerste drie toegepast op de jongeren. Dit aan de hand van voorleesverhaaltjes en een inleefspel.

Ik kan concluderen dat jongeren vrij gemakkelijk op positieve eigenschappen over zichzelf komen, bij enkelen mits aanmoediging. Ze kunnen goed aanduiden waarin ze verschillen met anderen, maar hebben het soms moeilijk om aan te duiden op welke manier ze hetzelfde zijn als anderen. In het inleefspel werden de jongeren zich bewust van de vooroordelen die een rol bij hen spelen, deze stelden ze in de loop van het spel bij. Tijdens het inleefspel bleek dat ze zich goed konden inleven in de leefwereld van mensen die gelabeld zijn en beseffen ze dat dit niet zo leuk is.

Hierna heb ik een model voorgesteld om beter te kunnen omgaan met misverstanden bij interculturele communicatie. Hierbij heb ik enkele concrete tips gegeven om aan de slag te gaan met multiculturaliteit. Zo is het belangrijk dat jongeren op jonge leeftijd reeds in aanraking komen met andere culturen en hierop positieve of neutrale reacties bij volwassenen zien. Daarna heb ik de sociale achtergrond besproken, hieronder vallen verschillende zaken zoals gezinsvormen, de financiële toestand van een gezin, … Er staan een aantal handvaten om hier beter mee om te gaan als begeleider, zoals het organiseren van kostenloze activiteiten. Als laatste ben ik ingegaan op het thema ‘gender en geaardheid’ en gaf ik tips hoe je als begeleider genderneutraal kan communiceren met de jongeren.

Door het schrijven van dit eindwerk besef ik dat, ook al wordt er reeds veel gedaan rond diversiteit, we nog een lange weg te gaan hebben voor iedereen gelijke kansen krijgt in de wereld. Wanneer iedereen zijn best doet om van de wereld een mooie, verdraagzame plaats te maken, kunnen we deze wereld op een dag misschien creëren. Al wat jij of ik daaraan kunnen doen, is hiernaar streven. Ik doe dit door anderen te behandelen zoals ik zelf behandeld wil worden, dat is mijn leidraad geweest doorheen deze stageperiode.