Heilige grond of politieke gril? De politieke achtergrond van de bouw van voetbalstadions in Antwerpen 1933-1938

Alain
van Veldhoven

Het tijdvak 1933-1938 was een cruciale periode voor de Antwerpse stadiongeschiedenis. Dit omdat er hier een keuze werd gemaakt tussen twee opties. De uitbreiding van het Antwerpstadion of het oprichten van een volledig nieuw sportcomplex op Linkeroever. Dat er iets moest gebeuren om de interland België-Nederland voor Antwerpen te behouden, had de kwestie in een stroomversnelling gebracht. De sterke verzuiling in België tijdens het interbellum en het sterk gepolitiseerde karakter van de Antwerpse gemeenteraad zorgde ervoor dat dit een gewichtige zaak werd.

Katholieken waren voorstanders van de uitbreiding van het Bosuilstadion – de thuisbasis van een club die beter bij hun ideologisch profiel paste - en brachten hiervoor argumenten van bezuiniging in. De socialisten gaven de voorkeur aan het Linkeroeverstadion om dit stadsgedeelte zo verder te urbaniseren. Ook ideologische motieven speelden mee. Katholieken maakten zich erg druk dat er wel geld voor sportinfrastructuur gevonden kon worden, terwijl het vrije scholennet toelagen moest ontberen. Het vermoeden dat het stadion er zou komen voor de organisatie van de derde arbeidersolympiade zette evenzeer kwaad bloed. Uiteindelijk konden de katholieken het Linkeroeverproject doen mislukken door via de liberalen druk te zetten op een plan dat nog in haar kinderschoenen stond.

Het feit dat er vanuit de Antwerpse sportwereld zelf geen initiatief kwam, had ook een rol. Dat de voetbalmensen zich niet bekommerden om een verdere professionalisering had eveneens te maken met de diepgaande verzuiling. Zo werd er tot een soort tussenoplossing gekozen: de uitbreiding van het Antwerpstadion.

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2010