The Effect of State Aid on Competition in the Belgian Banking Sector

Pieter
Reynders
  • Thomas
    Verbist

Staatssteun verhoogde concurrentie in Belgische bankenmarkt

 

De miljarden aan belastinggeld die geïnjecteerd werden in Belgische grootbanken tijdens de financiële crisis zorgden voor een concurrentiestijging in de Belgische banksector. Tot die verrassende conclusie komt een thesis van Pieter Reynders en Thomas Verbist van de K.U.Leuven.
 
 
·         Belastinggeld goed aangewend
·        Creatie innovatief model maakte pioniersonderzoek mogelijk
·         Studie brengt debat in stroomversnelling
 
 
LEUVEN – Sinds eind 2008 woedt er in financiële kringen een hevig debat over het effect van staatssteun op de concurrentie in de Belgische banksector. Door tijdsdruk zag de overheid zich toen verplicht snel liquiditeiten te verschaffen aan banken om de bancaire sector recht te houden. Het gevolg van die tijdsdruk was dat de Belgische grootbanken het gros van de overheidssteun verwierven. Zij waren immers “too big to fail”, te groot om failliet te laten gaan. Die beslissing viel bij sommigen in slechte aarde. Volgens de critici versterkte de selectieve steun de concurrentiepositie van de marktleiders en tastte het het concurrentievermogen van hun sectorgenoten ernstig aan. Dat werd door de geredde banken dan weer ontkend: door de hoge prijs die ze dienden te betalen voor de steun zouden ze geen voordeel hebben bekomen. Door het gebrek aan objectieve cijfers over de impact dreigde het debat over de effecten van de staatssteun echter dood te bloeden.

Maar daar komt nu verandering in. Een studie van Reynders & Verbist aan de K.U.Leuven berekende de impact van de staatssteun op de concurrentie en kwam tot verrassende resultaten (zie grafiek): hoewel de concurrentie in de bankensector over de relevante periode 2007-2009 duidelijk afnam, zat de staatsteun daar voor niets tussen. Wel integendeel, de staatssteun bevorderde de concurrentie significant, met deze stijging nog afgezonderd van een mogelijke competitieve impact door het loutere voortbestaan van de geredde banken als gevolg van de staatssteun.
 

 
H-indicator Belgische bankensector (indicator voor concurrentie in sector)
Reynders & Verbist maten de concurrentie in de Belgische bankensector in de periode 2000-2009. Ze gebruikten daarvoor in een eerste fase het internationaal erkende Panzar-Rosse model. Men hanteert daarbij de H-indicator, de maatstaf voor de gemiddelde concurrentie in de banksector. De H-indicator is een statistische variabele die via het doorrekenen van kostenschokken inputprijselasticiteiten afschat. Een H-waarde van -1 tot 0 wijst op een monopoliesituatie; 0 tot 1 betekent monopolistische concurrentie en hoe korter bij 1, hoe dichter men komt bij perfecte concurrentie. In een tweede fase verbonden de onderzoekers deze H via een innovatief model aan een aantal concurrentiefactoren, waaronder staatssteun.

Over de onderzochte periode 2000 – 2009 bevindt de Belgische bankensector zich in monopolistische concurrentie: de banken hebben allen een bepaalde marktmacht. Tijdens de periode 2007-2009 viel de H-waarde terug van 0.61 naar 0.43, een afname van de concurrentie-intensiteit dus. De variabele die de impact van de staatssteun weergeeft, was in die periode echter significant positief: 0.23 in 2008 en 0.25 in 2009. Dat wijst op de positieve impact die de staatssteun had op de concurrentie in de Belgische bankensector.
 

 
“Hier zijn verschillende mogelijke verklaringen voor”, zo stelt Reynders. “Banken moesten betalen voor deze steun, en mogelijk was de prijs zo hoog dat de andere banken konden profiteren en het geheel sterker concurrentieel werd. Verder werd met deze reddingen een nog zwaardere crisis vermeden, waarbij wanneer één bank viel, er een domino-effect zou optreden.” Reynders wijst ook nog naar de impact van deze staatssteun op het consumentenvertrouwen in de bank die gered werd. “Door de notie dat een bepaalde bank staatssteun nodig heeft om te overleven en dus niet veilig is, gaat de consument van deze bank zijn geld liever spreiden over meerdere banken, of laat hij de geredde bank helemaal links liggen. Aangezien het net de grootbanken waren die gered werden, konden de kleinere banken nieuwe klanten binnenhalen, en werd de markt dus beter verdeeld. Ook dit kan de concurrentie bevorderen, iets waar alweer de consument de uiteindelijke winnaar van is.”
 
 
Het is de allereerste studie wereldwijd die de gevolgen van staatssteun tijdens de financiële crisis op de concurrentie in de financiële sector kwantificeert. Dat is opvallend, want de belangen van deze interventies waren gigantisch: de Europese Commissie schatte dat €3,5 triljoen aan staatssteun in Europa alleen gegeven werd. Alleszins voor België vult deze studie dan ook een belangrijke leemte op in het debat over de impact van de staatsteun.

 

 
Een les voor de mededingingsautoriteiten

Dit eerste onderzoek rond staatssteun aan de financiële sector heeft mogelijk ingrijpende implicaties voor de mededingingsautoriteiten, aldus de onderzoekers. Ze geeft namelijk aan dat ex ante mededingingsmaatregelen, zoals de prijs die betaald moet worden voor staatssteun, in vergelijking met ex post maatregelen, zoals de verplichting van de Europese Commissie aan grootbanken die staatssteun genoten om hun balans af te slanken, een groter dan verwachte rol spelen bij het beperken van concurrentieverstoringen. “Die ex ante maatregelen zijn veel minder destabiliserend dan – en dus geprefereerd t.o.v. – de ex post maatregelen, die late marktcorrecties inhouden. Het is mogelijk dat de Commissie ex post nog niet genoeg rekening houdt met de maatregelen die de Belgische overheden ex ante al namen”, stelt Verbist. “Er dient nu onderzocht te worden of dit in andere Europese landen ook het geval is.”
 

 
Reactie Dirk De Cort, Febelfin: “Verhelderende resultaten”
Febelfin, de Federatie van Belgische Financiële Instellingen, voorzag de auteurs van de thesis samen met de Nationale Bank van België in de data die nodig waren om de studie uit te kunnen voeren. Nu het onderzoek afgerond is reageert men tevreden op de resultaten: ”Deze studie is er in geslaagd de federale staatssteun af te zonderen van de andere financiële steunmaatregelen die werden ondernomen. Dat is volgens ons de grote meerwaarde van dit onderzoek,” aldus Dirk De Cort van Febelfin. Dat de resultaten ook goed nieuws betekenen voor de betrokken banken (allen leden van Febelfin, nvdr) wil De Cort niet gezegd hebben: “Wij onderlijnen het objectief karakter van dit onderzoek. De studie verheldert de hele discussie rond de staatssteun, en dat is een goede zaak. De populistische visie dat de staat [veel te] gul was naar de banken toe blijkt niet te kloppen met de wetenschappelijke toets. Deze studie objectiveert het debat en dat stemt ons gelukkig.”