Van ‘alles of niets’ naar ‘less is more’

Pieter
Gillaerts

De allerkleinste stommiteiten kunnen zeer zware gevolgen hebben. Herinner je je het meisje dat via Facebook per ongeluk iedereen uitnodigde op haar verjaardagsfeest? De hele buurt werd overspoeld door relschoppers die 250.000 euro schade veroorzaakten. Er vielen die dag ook verschillende gewonden. Of denk bijvoorbeeld aan de voor velen dagelijkse ellende van een urenlange file door een ongeval, veroorzaakt door één onvoorzichtige bestuurder. Iedereen zorgt weleens voor schade, maar de schadevergoeding kan soms torenhoog oplopen. Benieuwd of het recht dan nog wel rechtvaardig is? Zijn Belgen beter af dan Nederlanders? Je leest het hier.

Potje breken, potje betalen

Juristen en advocaten mogen dan wel met moeilijke termen zoals ‘integrale schadeloosstelling’ schermen, de kern van de zaak zit vervat in het aloude gezegde: potje breken, potje betalen. Of nog beter: potje breken, volledig potje betalen. Wie in België foutief schade berokkent aan een ander, moet die schade volledig vergoeden. Logisch, toch? Maar dat gebroken potje kan in sommige gevallen behoorlijk duur uitvallen…

Wie er oog voor heeft, vindt dagelijks wel een voorbeeld in de krant. Mijn oog viel op dat van een ongelukkige vrachtwagenbestuurder. Op de snelweg twijfelde hij een tel te lang over het nemen van een afrit. Daardoor botste hij frontaal met de pijlers van een brug over de snelweg. De vrachtwagenbestuurder hield zich aan de snelheidsbeperking, maar de brugpijlers waren toch enorm beschadigd door het gewicht van de volgeladen vrachtwagen. De lokale autoriteiten besloten de brug te stutten en de snelweg tijdelijk af te sluiten. Hoewel de bestuurder hoogstens onvoorzichtig was geweest, was de schade niet te overzien. De brug moest hersteld worden of mogelijks zelfs volledig vervangen, maar bovendien hadden talloze werkgevers en werknemers schade geleden door het urenlange fileleed. Zo zie je maar dat een kleine fout onoverzienbare gevolgen kan hebben. Daarbij is de regel in België onverbiddelijk: je moet de schade volledig vergoeden zonder rekening te houden met andere elementen. Zo maakt het dus geen verschil of de bestuurder dronken was of slechts even verstrooid. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele verzekering van de bestuurder, noch met een mogelijk faillissement van zijn bedrijf in geval van een zeer grote schadevergoeding. Het is dus alles of niets. In Nederland liggen de zaken anders. Daar kan de rechter het bedrag van de vergoeding verlagen om duidelijk onredelijke situaties te vermijden. Dat opmerkelijke verschil heeft geleid tot deze scriptie over de Belgische regel die een volledige vergoeding voorschrijft.

Volledige vergoeding of uitzonderlijke beperking

In de eerste plaats roept de regel de praktische vraag op hoe je bijvoorbeeld doorstane angsten of aangedaan verdriet ‘volledig’ kan vergoeden. Voorts kan je je afvragen of er altijd een volledige vergoeding moet zijn. Het voorbeeld van de vrachtwagenbestuurder illustreert dat de regel soms meer onrecht teweegbrengt dan ze aanpakt. Bovendien zijn er heel wat situaties waarin iemand aansprakelijk wordt gesteld voor de fout van iemand anders. Denk maar aan de werkgever die moet instaan voor zijn werknemers. Het zal niet altijd even raadzaam zijn de aansprakelijkgestelde persoon voor de volledige schade te doen opdraaien. Mijn zoektocht wees bovendien uit dat het recht al heel wat uitzonderingen kent waar de regel van de volledige vergoeding niet meer speelt. Die uitzonderingen zijn momenteel onoverzichtelijk en ondoorzichtig. Zie je het bos door de bomen niet meer? Geen nood, want deze scriptie probeert voor jou het overzicht te bewaren en de orde te herstellen. Ze brengt namelijk de belangrijkste uitzonderingen in kaart om tot een meer omvattend kader te komen.

De wetgever heeft inderdaad en gelukkig ingezien dat aandringen op een volledige vergoeding niet altijd resulteert in een rechtvaardiger rechtssysteem. Daarom zijn er verscheidene regels die in specifieke gevallen ervoor zorgen dat de vergoeding redelijk en rechtvaardig blijft. De uitoefening van sommige beroepen zou bijvoorbeeld niet mogelijk zijn zonder een beperking van de mogelijke schadevergoeding. Denk maar aan de notaris, die dagelijks bezig is met grote bedragen. Kan die zich dan niet verzekeren? Natuurlijk zal er vaak een verzekering afgesloten zijn. Geen enkele verzekeraar zal echter iemand willen verzekeren voor een ongelimiteerde schadevergoeding. Een verzekering en een beperking van de potentiële schadevergoeding gaan hand in hand. Denk bijvoorbeeld aan de schadevergoedingen bij arbeidsongevallen. De werkgever is verplicht zich te verzekeren voor arbeidsongevallen, maar in ruil daarvoor zijn de vergoedingen slechts forfaitair.

Toch is dat ingrijpen van de wetgever niet genoeg. Er blijven nog veel situaties over waarin de rechter geen mogelijkheid heeft om een onredelijk hoge vergoeding te matigen. Rechters proberen creatieve oplossingen te bedenken. Dit maakt het recht echter onvoorspelbaarder en kan tot willekeur leiden. En als iedereen geacht wordt de wet te kennen, dan kan je toch verlangen dat het wettelijk systeem minstens overzichtelijk en enigszins voorspelbaar is.

Eén principe, één uitzondering

Het voorstel van deze scriptie blinkt uit in eenvoud: één principe, één uitzondering. De regel blijft dat wie iemand anders schade berokkent, die volledig moet vergoeden wanneer hij daarvoor aansprakelijk wordt gesteld. Maar daarop zou één vanzelfsprekende uitzondering moeten gelden: de rechter moet in een concrete zaak de vergoeding kunnen beperken wanneer het volstrekt onredelijk zou zijn om op een volledige vergoeding aan te dringen. De beperkingen die nu reeds in verschillende wetten zijn opgenomen, vormen daar allemaal een concrete toepassing van. Op die manier vermijden we onrechtvaardige situaties.

Recht op mensenmaat is recht met mate en dat geldt volgens deze scriptie ook voor schadevergoedingen. Waar het voor zich spreekt dat wie zijn billen brandt, ook op de blaren moet zitten, is een ongeluk snel gebeurd. De gevolgen zijn soms verre van in verhouding met de onvoorzichtigheid waarmee het allemaal begon. We kunnen dan ook leren van onze Noorderburen dat ‘alles of niets’ beter vervangen wordt door ‘less is more’.

Download scriptie (2.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof.Dr. Ilse Samoy