When judges become historians: rewriting Aktion Reinhardt in the Nuremberg trials (1945-1949)

Inge
Van Hulle
  • Inge
    Van Hulle

De stilte van Nuremberg

Het is intussen al meer dan zestig jaar geleden dat in het naoorlogse Nuremberg, tussen 1945 en 1949, het lot van de belangrijkste nazikopstukken werd bezegeld. Nochtans is de nalatenschap van Nuremberg vandaag nog altijd sterk aanwezig in het collectief geheugen van onze samenleving. We herinneren ons Nuremberg in de eerste plaats als een eerste belangrijke stap in de ontwikkeling van een internationaal strafrecht, maar ook in minder fraaie termen, als de afrekening met een pijnlijk verleden.

Maar welk verleden is dat dan precies? Moesten de rechters in Nuremberg dit verleden reconstrueren? Wat gebeurt er wanneer rechters moeten rechtspreken over gebeurtenissen die hun wortels vinden in ontwikkelingen die al decennia geleden begonnen? Worden zij dan een soort van historici avant-la-lettre? Dat het métier van historicus en dat van de juridische protagonisten tijdens een rechtszaak, namelijk de verdediging, het openbaar ministerie en de rechter, grondig van elkaar verschillen, staat buiten kijf. Beiden doen onderzoek naar feiten, maar de context waarin dit onderzoek plaatsvindt, is radicaal anders. Waar de historicus een stoffig archief moet uitpluizen, is een strafonderzoek onderhavig aan juridische wetmatigheden en belemmeringen. Bovendien is het uitgangspunt van beide groepen verschillend. De historicus wil als eindproduct een historische monografie afleveren, terwijl de juridische protagonisten respectievelijk de onschuld of de schuld van de beklaagde willen bewijzen, ofwel een oordeel hierover moeten vellen.

Deze verschillen hebben een belangrijke impact op de manier waarop geschiedenis gereconstrueerd wordt in de rechtszaal. Zo is er het geval van Aktion Reinhardt dat behandeld werd door de tribunalen van Nuremberg. Aktion Reinhardt is de Duitse codenaam voor een geheime Nazi-operatie die plaatsvond in Oost-Polen. Tijdens deze actie werden ongeveer twee miljoen Oost-Europese Joden in gaskamers om het leven gebracht in de clandestiene concentratiekampen van voornamelijk Sobibor, Belzec en Treblinka. Na afloop van de Aktion werden de kampen ontmanteld en werd zoveel mogelijk bewijsmateriaal vernietigd. Naast de gruwel en het leed dat Aktion Reinhardt veroorzaakt heeft, is de Aktion ook historisch gezien een cruciale evolutie geweest in wat we vandaag de Holocaust noemen.

Toch kennen weinig mensen Aktion Reinhardt. En daar zou de historiografische overlevering van Nuremberg wel eens iets mee te maken kunnen hebben. Tijdens het verloop van de tribunalen werd het immers al snel duidelijk dat de kampen van de Aktion slechts een marginale rol zouden spelen in het relaas van het openbaar ministerie. Ondanks de regelmatige rapporten die de geallieerden ontvingen tijdens de oorlog waaruit het bestaan van deze massamoord bleek, was er weinig bewijsmateriaal voorhanden. De Aktion werd door de protagonisten van Nuremberg vooral beschouwd als een manier voor de Nazis om zich de bezittingen van de slachtoffers toe te eigenen. Er werd nauwelijks aandacht geschonken aan de uitroeiing van de joden, wat het eigenlijke doel van de hele operatie was.

Allemaal goed en wel, maar waar maken we ons zorgen over als de Nazikopstukken in Nuremberg uiteindelijk wel veroordeeld zijn? Wel, de geschiedkundige overlevering van Aktion Reinhardt door de Nurembergse tribunalen  bleef niet zonder gevolgen. Het is pas in de jaren ’60 dat de geschiedschrijving rond de Aktion werkelijk op gang is gekomen. Voordien werd er vooral aandacht geschonken aan de geschiedenis van politieke krijgsgevangenen en aan de concentratiekampen die door de geallieerden werden bevrijd. De stilte van Nuremberg en het weinige bewijsmateriaal werd door Holocaust ontkenners bovendien aangegrepen om het bestaan van de kampen van Aktion Reinhardt in twijfel te trekken.

Het ontkennen van genocide veroorzaakt bij de overlevenden en de nabestaanden een proces van ‘secondaire victimisatie’ of het opnieuw ondergaan van het beleefde trauma. Het is daarom van groot belang dat er genoeg aandacht wordt geschonken aan de constructie van een collectief geheugen waarbij de slachtoffers herdacht worden. Ironisch genoeg zijn het net rechtbanken die als ideale fora worden beschouwd voor de creatie van dit collectief geheugen omwille van de symbolische waarde van het proces. Maar dan moet deze creatie natuurlijk wel op een historisch verantwoorde manier gebeuren. En daar wringt nu net het schoentje. De verschillen tussen de taken van de historicus en de juridische protagonisten van de rechtszaal maken het zeer moeilijk om een genuanceerd en correct historisch verhaal te vertellen in de rechtbank. Getuige Aktion Reinhardt.

Misschien moet er wel meer aandacht geschonken worden aan het belang van het collectief geheugen voor de slachtoffers van genocide en welke rol rechtbanken, zoals het Internationaal Strafhof van Den Haag, hier kunnen spelen. Ook de eventuele rol die historici hierbij kunnen spelen, moet worden herbekeken. Zo niet, kan de stilte van Nuremberg wel eens de stilte van Den Haag worden.

Download scriptie (873.29 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2012