Jan Wauters, voorman van een nieuwe generatie sportjournalisten

Cisse
Michiels

"Jan was en is sportverslaggeving op de radio. Als er vandaag een goed niveau gehaald wordt, is dat dankzij hem."

                                                                                                                                Carl Berteele in De Morgen van 7 juni 2010

De grootste ooit?

Sportjournalist Carl Berteele liet op 7 juni 2010 bovenstaand citaat optekenen in de Vlaamse krant De Morgen. Hij sprak deze lovende woorden in een reactie op het overlijden van voormalig sportjournalist Jan Wauters op 4 juni van datzelfde jaar. Wauters was vanaf midden jaren zestig tot de eeuwwisseling radiosportjournalist bij de openbare omroep en vergaarde bekendheid en erkenning vanwege zijn rechtstreekse verslaggeving van voetbal- en wielerwedstrijden, gecombineerd met een kritische benadering van de sport. Het discours dat Berteele hanteert, is tekenend voor de reacties op zijn overlijden en de herinnering aan Jan Wauters in het algemeen. Bij elke verjaardag van het overlijden van de sportjournalist wordt zijn vakmanschap en blijvende invloed op de hedendaagse sportjournalistiek herdacht; termen als "legendarisch", "monument" en "de beste ooit" vormen daarbij steevast de basis. Ook bij het grote publiek genoot Jan Wauters een gelijkaardige status: in 2011 kwam hij  als winnaar uit de bus in de categorie 'Wie zou u graag zien verrijzen?' van Humo's Pop Poll ' en verschenen er  twee cd's met zijn bekendste radiofragmenten.

‘Waar komt die heldenstatus vandaan?‘, ‘(In welke zin) Was hij vernieuwend?’, ‘Hoe ontwikkelde hij zijn eigen stijl?’, ‘Beïnvloedde Jan Wauters blijvend de Vlaamse sportjournalistiek?’, zijn maar enkele van de vele vragen waarop in deze scriptie een antwoord wordt gezocht.

Kritisch radioman

Jan Wauters (°10/2/1939) groeide op in het Antwerpse Kalfort, waar zijn ouders de lokale winkel openhielden. De jonge Wauters kwam door het wielerverleden van zijn vader als snel in aanraking met sport en koesterde heimelijk de droom ooit in de voetsporen te treden van zijn radiohelden Maurice Dieudonné en Hubert van de Vijver. Na zijn studies Germaanse filologie in Leuven en enkele jaren als leerkracht kwam Wauters midden jaren 60 terecht op de radiosportredactie van de BRT. Piet Theys, zijn ontdekker en toenmalig hoofd van de radiosportredactie, leidde de jonge Wauters op in het métier. Gevormd in de maatschappelijk woelige jaren 60 en onder invloed van de Nederlandse (sport)pers ontwikkelde Wauters een eigen kritische en bevragende vorm van sportjournalistiek, de door hem gedoopte confrontatiejournalistiek. In 1974 werd hij gepromoveerd tot hoofdredacteur van de radiosportredactie en creëerde hij met het programma Wat is er van de sport? (1974-1998), een dagelijks platform voor zijn confrontatiejournalistiek. De slagzin luidde: ‘vraagtekens plaatsen bij de uitroeptekens van de sport’.

Wauters vergaarde bij het publiek echter vooral bekendheid met zijn rechtstreeks commentaar bij wieler- en voetbalwedstrijden. Hij wordt omschreven als taalvirtuoos en sportpoëet, een erfenis die nu nog doorleeft in de Grote Prijs Jan Wauters. Wauters verzorgde de rechtstreekse verslaggeving bij acht WK’s voetbal, vier Olympische Spelen en vijfentwintig Rondes van Frankrijk. Zijn bevlogen stijl en bijzondere aandacht voor correct taalgebruik stonden daarin voorop. Wauters beschreef de exploten van Merckx, omschreef de dribbels van Jan Ceulemans op het WK voetbal 1986 en dokkerde achter Edwig van Hooydonck bij zijn beslissende aanval op de kasseien van de Bosberg tijdens de Ronde van Vlaanderen 1989.

Wauters was meer dan radiosportjournalist alleen. Op vraag van Guy Mortier nam hij in de jaren 70 samen met Herman de Coninck voor Humo interviews af met het kruim van de Belgische sportwereld. Hij ontpopte zich tot een veelgevraagd sportcolumnist en nam de pen op voor onder meer Het Nieuw Wereldtijdschrift, De Morgen en Vrij Nederland. Vanaf de jaren 80 begon hij ook met het opleiden van jonge sportjournalisten op zijn redactie; onder meer de huidige kern van de radiosportredactie van de VRT is gevormd door Wauters.

Sportjournalistiek: tussen het uitroepteken en het vraagteken

De sportjournalistiek in Vlaanderen kent een lange en interessante geschiedenis. Voor de periode na de Tweede Wereldoorlog zijn drie era’s te onderscheiden. De periode 1945-65 bouwde vooral voort op de valse start die sportjournalistiek begin 20e eeuw in onze contreien had genomen. De sportjournalistiek als pontificale viering van de sport werkte mooipraterij in de hand en schreef naar de smaak van een ongeschoold arbeiderspubliek. Naast kranten, waar de sportpagina’s in de eerste plaats dienden om lezers te winnen, ontwikkelde ook de radio en tv zich als sportmedia. In de periode tussen 1965 en 1990 onderging de Vlaamse sportjournalistiek een grote evolutie. Sportjournalistiek paste zich aan aan de algemene journalistieke standaarden en maakte een professionalisering door. De openbare omroep nam met zijn monopolie op televisie en radio een groot deel van de sportberichtgeving voor zijn rekening. Sinds 1990, met de komst van de commerciële omroep VTM, vond er een doorgedreven commercialisering plaats. Sport speelt vandaag in diverse media een grote rol als publiekstrekker en de focus ligt vaak op sport als entertainment. Met de steile en snelle opgang van het internet kwam er een nieuw medium bij, iets waar vooral de geschreven pers geen pasklaar antwoord op heeft.

De sportjournalistiek wordt gekenmerkt door de dynamiek tussen het uitroepteken en het vraagteken. Aanvankelijk primeerde vooral het uitroepteken: artikels van de pionier van de Vlaamse pionier van de sportjournalist Karel van Wijnendaele bevatten letterlijk meer uitroeptekens dan punten. Wauters was één van de eerste die de nodige vraagtekens bij de sport plaatste. Zijn kritische stijl kende vele navolgers en hij zette een nieuwe standaard op het gebied van rechtstreekse verslaggeving op de radio. Hoewel een kritische benadering vandaag inherent is aan (sport)journalistiek lijkt het uitroepteken in het overgrote deel van de gevallen opnieuw de bovenhand te halen. De dynamiek tussen het uitroepteken en het vraagteken is net enkel iets wat historisch gezien speelt. In zekere zin combineerde Wauters de twee: het uitroepteken haalde de bovenhand tijdens zijn rechtstreekse verlagen, achteraf plaatste hij vervolgens zelf de vraagtekens. Het was de combinatie van en de dynamiek tussen het vraagteken en het uitroepteken die van hem de journalist maakten die hij was en die Guy Mortier op Wauters' begrafenis er toe aanzette zijn vriend te beschrijven als "de definitieve sportjournalist".

Download scriptie (1.81 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Dries Vanysacker
Thema('s)