Moet de coach alle touwtjes in handen hebben?

Yannick
Van Damme
  • Niels
    Mertens

Moet de coach alle touwtjes in handen hebben?

Mooie actie Jan, op die manier ben je niet te stoppen”, roept de coach van naast de zijlijn. 

Iedereen die wel eens naar sport kijkt of af en toe zelf het veld op stapt, herkent hopelijk deze situatie. Niets is mooier dan een coach die de spelers kan motiveren tijdens het sporten. Door een positieve ingesteldheid als coach zorg je er immers voor dat je team beter gaat presteren. Spelers krijgen echter van heel wat verschillende bronnen informatie toegeworpen. Is de coach altijd de beste bron? Wat als een medespeler de exacte woorden van de coach naar Jan roept met een high-five wanneer hij voorbij loopt? Zal Jan hier meer of minder voordeel uithalen?

Medespelers als leider!

Haal je eens een succesvolle ploeg voor de geest. Hier kan je ongetwijfeld wel één of twee spelers uit halen die als het ware een rots in de branding waren voor de rest. Misschien kwam dit door zijn eigen kwaliteit als speler, of gewoon omdat hij regelmatig zijn ploegmakkers steunt en motiveert met woorden of lichaamstaal. Ons onderzoek heeft aangetoond dat dit type speler ook een duidelijk verschil kan maken in de prestatie van de ploeg. De manier waarop dit gebeurd, kunnen we vergelijken met die van de coach. Maar wat is nu het verschil tussen beide leidersfiguren in een ploeg?

De coach of de speler?

Zal de coach het beste effect hebben, of de atleetleider? Of staan ze samen nog sterker? Dit is juist de vraag die wij ons gesteld hebben bij het opstellen van dit onderzoek. We werkten met 246 basketbalspelers die in hun eigen ploeg een vooraf vastgelegde test uitvoerden. In deze test werden zowel individuele als teamvaardigheden getest. Deze ploegen hebben we in vier bijna identieke situaties met elkaar vergeleken. Het enige verschil was het type leider dat gestimuleerd werd tot het aannemen van een positieve ingesteldheid en het motiveren van het team. Op deze manier konden we het effect van de coach en de speler als leider onderling vergelijken. Zo kwamen we te weten dat zowel de coach als de speler een sterke positieve invloed op de ploeg hebben en zelfs tot een beter spel leiden. Wat als zij nu de krachten gaan bundelen en samen de ploeg gaan motiveren?

Staan we samen sterker?

Naast een vergelijking tussen de twee leiders hebben we ook gekeken naar een eventuele meerwaarde die er zou kunnen optreden wanneer beide leiders samen optreden. Als één motivator goed is voor de ploeg, moeten twee dat toch zeker zijn? Wat bleek nu, deze meerwaarde is heel moeilijk om in cijfers vast te leggen. Waarschijnlijk komt dit door de verschillende soort meerwaarde die ze elk al hebben in de ploeg. Misschien is er een rol weggelegd voor elk van deze leiders. De speler zal de rest van de ploeg misschien eerder kunnen motiveren terwijl de coach zal zorgen voor de technische en tactische ondersteuning. Het allerbelangrijkste in dit verhaal blijft dat beide leiders deze positieve mindset inzetten. Op deze manier gaan ze hun ploegmakkers niet enkel motiveren maar ook beter doen presteren.

Terug naar Jan

“Goede doelpoging Jan! De volgende keer scoor je zeker!”. Dat zulke positieve sfeer heerst in de ploeg is volgens ons belangrijker dan wie dit effectief zegt tegen Jan. Zowel de coach als de medespelers kunnen dus het spel van Jan verbeteren door hem te motiveren. We kunnen concluderen dat voor coaches een speciale rol is weggelegd. Namelijk zelf motiverend coachen en daarnaast ook de spelers leren om elkaar te motiveren. Het ultieme doel van een coach is dus om de spelers te leren elkaar beter te maken. Zoals Peter Drucker het verwoordt, “The best leaders don’t think I. They think Team”.

Download scriptie (2.13 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Katrien Fransen