“Want zij gelooft in mij”. Het hangt ervan af.

Maaike
Neuville

Het manifest van de waarheid of de universeerlijkheid.

 

'Eerlijkheid boven alles'. Het is een motto zoals zovelen. Maar het is ook het mijne. Met alle mogelijke lepels heb ik eerlijkheid van jongsaf aan meegekregen. Menige vriendjes en vriendinnetjes heb ik verloren door juffen en meesters in te lichten over valsspelerijen, over knikkers die bij de foute eigenaar terechtkwamen, over afkijkende klasgenoten. Ook het begrip vriendschap begreep ik wel, maar eerlijkheid stond toch mooi op nummer 1 te prijken op het waardenlijstje van mijn opvoeding.

Naarmate de jaren vorderen, zo wil de evolutie het blijkbaar, ga je jezelf toch afvragen welke waarden en normen je bezit, waar ze vandaan komen en waar ze graag naartoe willen. Ook ik ben niet aan dit zelfinterview ontsnapt. Op een bepaalde dag rees er in mij een vraag. Mama, waar komt eerlijkheid vandaan?

Mijn moeder had zich eerder voorbereid op een vraag in de trant van waar de baby's vandaan kwamen en liet mij -pedagogisch gezien helemaal juist en wat een geluk voor haar- alleen op zoek gaan. Net voor ik vertrok gaf ze mij nog de raad : 'ga niet te ver, want voor je 't weet is het donker en dan kom je niet zo gemakkelijk terug'. Die raad heb ik -puberaal gezien helemaal juist- volledig in de wind geslaan en ik begon aan een moeizame tocht door het duistere geweten van mezelf en dat van vele anderen.

Was eerlijkheid nu één van mijn kwaliteiten of was het juist een last? Alle 'vrienden' die ik ermee verloren was en nog zou verliezen deden mij het laatste vermoeden. Dus misschien moest ik er vanaf... Maar kon ik het zomaar kwijtspelen? Het kon ook aangeboren zijn, zoals dikke knieën of het syndroom van down. Een soort van universele eerlijkheid die je hebt of niet. Om mezelf beter te begrijpen verzon ik dan woorden bij de fase van antwoord waar ik was beland : ik leed waarschijnlijk aan universeerlijkheid.

Hoe verder de zelfondervraging vorderde -en hoe duisterder het werd- bemerkte ik toch stilaan enkele inconsequenties op bij mijn erfelijke aandoening. Niet alle situaties kregen van mij hetzelfde aandeel eerlijkheid .Ik bleek toch selectief te zijn. Net zoals ik dat bij anderen opmerkte want een bijkomend inzicht leerde mij dat hoe beter je jezelf kent, hoe scherper je blik naar anderen toe wordt. Ik dankte dit zijpad en begaf mij weer op de hoofdweg.

Ok, zolang ik niet zou weten waar het vandaan kwam, kon ik me afvragen waar het dan naartoe ging. Met welk doel is iemand eerlijk? Waar streeft die naar? Naar de waarheid. Aha, een antwoord. Helemaal alleen gevonden. Die fierheid maakte meteen plaats voor een onbehaaglijk gevoel. Iets zei mij dat het nu menens was met de duistere weg en dat ik er mij misschien maar beter mee kon verzoenen, dan dat ik ooit nog het gezellige licht van het ouderlijke huis zou meemaken. Het onbehaaglijk gevoel maakte dan weer plaats voor het nieuwsgierig gevoel en de tocht zette zich voort. Maar het iets in mij had gelijk, want toen ik waarheid op mijn pad had gevonden bleek één zijsprong niet genoeg te zijn, nee, het moesten er ontelbaar veel zijn. En dat is eerlijk niet gelogen.

Ik keek rond mij en overal haalde ik er de mensen uit die eerlijk waren of dat op z'n minst probeerden te zijn. Al deze mensen wilden graag de waarheid vertellen. Maar het was wel duidelijk dat ze niet allemaal hetzelfde wilden zeggen. De ene wilde mij zeggen dat er een andere vrouw in zijn leven was, de andere was mijn moeder die de was op 60 graden had gedraaid, nog iemand zei me dat hij me lelijk vond, iemand anders gelukkig dat hij me intelligent vond. Al gauw had ik door dat de waarheid een grote verzameling was van allemaal kleine waarheden, zelfs tegenstrijdige. Per persoon bleek er een waarheid te zijn.

Weer een stap. Eerlijkheid bleek niet het streven naar DE waarheid, maar naar een waarheid.

Dit toepassend op mezelf kwam ik tot de volgende logische conclusie : mijn eigen eerlijkheid spruit dus voort uit het streven naar mijn eigen waarheid.

 

Ondertussen al enkele jaren ouder ben ik nog steeds op de donkere weg met de vele zijpaden maar nog geen seconde heb ik me beklaagd dat ik hem gekozen heb. De vragen laten niet af. Ze kunnen zeer vervelend zijn, want ze hebben niet de deftigheid redelijke uren uit te kiezen om aan te kloppen, maar beter ooit dan niet.

Een nieuwe fase heeft zich aangekondigd. Ik ben nu al een tijdje op het pad en vraag me soms af waarom de mannen die mij kruisen opeens een ander zijpad nemen, of waarom ik hen daar plots naartoe stuur. Of waarom het zolang duurt voordat de echte man tevoorschijn komt, de echte man, gewoon dé man, ook wel eens de ware liefde genoemd. Meteen daarna begin ik weer aan mijn eigen eerlijkheid te twijfelen. Is het wel eerlijk van en tegenover mezelf om te geloven in de echte man, in de ware liefde? Misschien is het een fenomeen, de ware liefde, dat ik mezelf wijsmaak. Een lapmiddel om angsten te verbergen. Om me niet te hoeven binden. Zie ik mijn pad hier weer niet vertroebelen terwijl het net wat aan het opklaren was?

Dat iets in mezelf laat zich weer horen en vermoedt dat er nog een zeer lange weg te gaan is. Ik beaam het. Is het eerlijk om te geloven in de ware liefde, vraag ik mij dus af.

Waar te beginnen aan een antwoord? Bij geloven? Bij ware liefde? Eerlijk heb ik al gehad, maar het mag nog eens van onder het stof gehaald worden; Geloven, de ware liefde en eerlijk zijn. Waarom liggen er nooit eens auto's, kleren of dvd's op mijn duistere pad? Ik vraag het mij maar even af. Geloven, de ware liefde en eerlijk zijn dus. Drie volwaardige paden die elk aparte aandacht vragen en toch heb ik er een gezamenlijk bindmiddel voor gevonden. Geloven als esoterisch onderwerp roept vragen op over wat waar is en wat niet en of dat al dan niet van belang is. Liefde, en vooral de ware liefde, doet op zoek gaan naar wat die 'ware ' is voor wie en waarom dan. En eerlijk zijn, zoals we al waren overeengekomen, mijn pad en ik, is een verzamelnaam voor allemaal mensen op zoek naar allemaal waarheden. Het bindmiddel : waarheid.

Op mijn Grote Zoektocht naar waarden komt waarheid mij steeds voor de voeten lopen. Ik begin me af te vragen of ook zij twee niks met elkaar te maken hebben. Waar-heid. Zoals stipt-heid gelijk staat aan stipt zijn, zo vind ik, en met mij mijn pad, dat waar-heid gelijk staat enerzijds aan waar zijn, en anderzijds aan waarde zijn, oftewel een verzameling van waarden. Voor niemand hetzelfde, en voortdurend aan vragen onderworpen.

 

In 'want zij gelooft in mij - het hangt ervan af', de scriptie filosofie die ik geschreven heb tijdens mijn laatste jaar op de toneelschool Studio Herman Teirlinck, ga ik op zoek naar een antwoord op de vraag of geloven in de ware liefde eerlijk is. Dat antwoord, of liever mijn antwoord, vindt u ergens op één van de laatste pagina's. Het doet er ook niet zoveel toe, het was toevallig mijn waarheid op dat moment.

 

Download scriptie (58.32 KB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2005