Vrouwenarbeid in Marokko: ontwikkeling door maar ook voor vrouwen?

Petra
Heyse

Vrouwenarbeid in Marokko: ontwikkeling ‘door’ maar ook ‘voor’ vrouwen?

door Petra Heyse

 

Wereldwijd dienen steeds meer vrouwen zich een plaats te verwerven op de arbeidsmarkt. Dit komt mede door de mondialisering en de ermee gepaard gaande stijging van de levensstandaard. De neoliberale marktideologie schuwt elke vorm van afhankelijkheid en wenst vrouwen op een volwaardige manier te integreren in het economische actieve leven. In vele landen komen de traditionele vrouwenrollen hierdoor op losse schroeven te staan. Dit is vooral het geval voor landen in de Arabische regio, waar vrouwen dikwijls sociaal en economisch afhankelijk zijn van mannen en formeel minder rechten genieten. De toegang tot productieve arbeid en een salaris schenken de mogelijkheid tot zelfbeschikking, iets wat vroeger ondenkbaar was voor vrouwen uit de regio. De socio-economische ontvoogding van vrouwen, wekt het vermoeden van emancipatie. Maar de ogenschijnlijk gunstige evolutie brokkelt snel af bij nadere inspectie van de arbeidsstatistieken. Deze wijzen immers op een concentratie van vrouwen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en in de meest precaire arbeidsposten, ondanks de hoge opleidingsgraad van vrouwen.

 

Marokko is het land in de Arabische regio met de grootste vervrouwelijking van de arbeidsmarkt. Bovendien werd in Marokko de laatste jaren een moeizame weg afgelegd om de positie van de vrouw in het personen- en familierecht (Mudawana) te verbeteren. Vorige week nog prees koning Albert gedurende zijn rondreis in Marokko de Marokkaanse koning Mohammed VI voor zijn wil te raken aan deze goddelijke Mudawana. De wijzigingen komen er grosso modo op neer dat de vrouw niet langer wettelijk ondergeschikt is aan de man. Deze traditioneel afhankelijke positie van de vrouw staat immers in schril contrast met de hedendaagse Marokkaanse realiteit. Steeds meer vrouwen participeren er actief binnen tal van publieke sferen die traditioneel voor mannen waren gereserveerd. Vrouwen vinden hun doorgang in de politiek, treden op als bedrijfsleider, nemen deel aan de olympische spelen en bekleden tal van typisch mannelijke arbeidsposten zoals taxichauffeur en politieagent. De inlijving van vrouwen in de arbeidsmarkt gaat echter niet gepaard met een herverdeling van de huishoudelijke, familiale en educatieve activiteiten. Het werk buitenshuis wordt verdeeld, maar het werk binnenshuis blijft volledig rusten op de schouders van vrouwen. Marokko is een schoolvoorbeeld van een cultuur waar traditie en moderniteit zij aan zij gaan. Er heerst een spanningsveld tussen zich  enerzijds vasthaken aan de modernisering en instappen in de boot die mondialisering heet en anderzijds trouw blijven aan culturele gewoontes en tradities. Deze tegenkrachten worden hoofdzakelijk gevoeld door vrouwen, die in een schizofrene positie worden geduwd en gebukt gaan onder een dubbele rol.

 

Ook Marokkaanse vrouwen blijven kleven aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ze worden gediscrimineerd op gebied van verloning, training, promotie en arbeidsdeling. Dit in combinatie met de zware huishoudelijke last doet de vraag reizen naar de mate waarin beroepsarbeid daadwerkelijk bijdraagt tot de socio-economische positie van de vrouw. Met deze centrale onderzoeksvraag reisde ik naar Marokko om de problematiek middels een veldonderzoek in kaart te brengen. De juridische en statistische bronnen zaaien een schijn van emancipatie van Marokkaanse vrouwen; een schijn die geen recht doet aan de werkelijkheid. Aan de hand van diepte interviews met Marokkaanse actieve vrouwen poogde ik een meer realistisch beeld te scheppen van het emancipatorisch karakter van vrouwenarbeid. Omwille van de enorm verschillende leef- en arbeidsomstandigheden, werden zowel actieve vrouwen in de gearabiseerde steden als actieve Berbervrouwen op het platteland aan het woord gelaten. Gedurende de maand mei 2004 groef ik in de werkervaring van 17 vrouwen in de steden Casablanca en Kenitra. In juni daalde ik af in zuidwestelijke richting naar de rurale regio rond Agadir, waar acht vrouwen aan bod kwamen die actief zijn op coöperatieven rond de productie en commercialisering van argania olie en die een partnerschapsrelatie onderhouden met de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking.

 

In Marokkaanse steden blijkt het slechts voor een beperkt aantal hoogopgeleide vrouwen mogelijk om zich via arbeid te emanciperen. Door de hoge werkloosheidsgraad in Marokko en het fragiele sociale statuut van vrouwen, gaat hun inschakeling in het arbeidsproces dikwijls gepaard met een verslechtering van de levenskwaliteit en een bestendiging van de onderontwikkeling. Veel hoog opgeleide vrouwen dienen genoegen te nemen met een job ver beneden hun diplomaniveau. Ze werken uit economische noodzaak en zouden de beroepsarbeid opgeven bij het instappen in het huwelijksbootje. In plaats dat vrouwenarbeid in steden een teken zou zijn van emancipatie en afbrokkeling van de patriarchale structuren, is arbeid van vrouwen er eerder het gevolg van de mondialisering en kunnen vrouwen door de sterke patriarchale structuren zich net niet emanciperen via arbeid. Werkgevers buiten het zwakke sociale statuut van vrouwen uit als tewerkstellingsstrategie. Ze verkiezen vrouwelijke medewerkers omdat ze goedkoper en gehoorzamer zijn dan mannen. De op export gerichte industrieën kunnen zich, ondanks de zeer grote concurrentie, handhaven op de internationale markt dankzij de lage lonen die worden uitbetaald aan vrouwen.

 

Op het Marokkaanse platteland vormen coöperatieven een valabele ontwikkelingsstrategie om vrouwen op een integrale manier te betrekken bij de ontwikkeling van het land. Ze creëren een ruimte die vrouwen toelaat om zich verantwoordelijkheden toe te eigenen en deel te nemen aan beslissingen, om hun “savoir-faire” toe te passen en om bij te leren op gebied van wetgeving, financiën, democratie, solidariteit, commercialisering en innovatie. De bezochte coöperatieven boden de vrouwen inderdaad de mogelijkheid om hun materiële condities te verbeteren, maar lieten vrouwen onvoldoende toe om te participeren op het niveau van de coöperatieve structuren. Met de toenemende internationalisering van het project, bestaat het gevaar dat de laagste echelons gereduceerd zullen worden tot goedkope middelen voor het bereiken van een zo omvangrijk mogelijke output. Er bestaat nu reeds een spanningsveld tussen het beantwoorden aan de eisen van de multinationals enerzijds en de praktische behoeften en strategische belangen van de Berbervrouwen anderzijds.

 

De inlijving van Marokko in de wereldeconomie introduceerde feminisatie van de arbeid en verplichtte de vrouw om buitenshuis te werken. De verdeling van de arbeid buitenshuis en de gelijkheid tussen man en vrouw op juridisch vlak, worden echter niet vergezeld door de verdeling van de huishoudelijke taken en de aanpassing van de misogyne mentaliteit aan de economische realiteit. De actieve vrouw draagt er het lot van de gemeenschap: de niet opgeloste confrontatie tussen traditie en moderniteit.

 

Download scriptie (911.96 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2004