Veni, vidi, watti? Propedeuse Latijn in het zesde leerjaar

Laura
Moeneclaey

Veni, vidi, watti?

Het (secundair) onderwijs is aan vernieuwing toe! Vraag dat maar aan leerlingen, leerkrachten, directeurs, ouders én Pascal Smet, de Vlaamse minister van onderwijs. Deze laatste heeft een taak om “u” tegen te zeggen met de dreigende hervorming van het onderwijs die voor de deur staat. Niet alleen het secundair onderwijs krijgt rake klappen, het vak Latijn staat tegelijkertijd in de vuurlinie: blijft het of verdwijnt het? Het aantal leerlingen die voor deze studierichting kiezen blijft immers klein. Hoe komt dit? Elk van ons heeft wellicht een mening over het nut of de nutteloosheid van dit onderwijsvak en of het al dan niet moet blijven bestaan in het toekomstige, nieuwe secundaire onderwijs. Is Latijn oud/out? Welke plaats krijgt deze taal in het nieuwe onderwijs? En hoe maken we het secundaire onderwijs beter?

Wat is het nut van Latijn?

Na me van op afstand te verdiepen in de hevige polemiek van de voor- en tegenstanders van het vak Latijn moet ik besluiten dat het bestuderen van deze klassieke taal overloopt van voordelen! Ik noem er enkele: Latijn compenseert de snelle, steeds modernere en steeds technologischere wereld waarin we leven. Deze taal en studie vormt als het ware een eiland van rust in de maatschappij van steeds sneller en méér willen. Als tweede argument kan ik zeggen dat Latijn de leerlingen onderricht in hun geheel: linguïstisch, cultureel, ethisch, esthetisch, enz. Latijn zorgt er, ten derde, voor dat leerlingen meer inzicht krijgen in taal en verzekert je ervan dat je (eender welke) andere taal beter en sneller onder de knie krijgt. Bovendien zorgt de cultuur van Latijn en de oudheid ervoor dat het cultureel en historisch bewustzijn van de leerling ontwaakt en ontwikkelt. Door “non-believers” wordt vaak het elitaire argument bovengehaald: kansarme leerlingen of leerlingen die niet voldoende intelligent zouden zijn, krijgen de kans niet om deze taal te bestuderen. Hierover meer in het besluit van dit artikel.

Het secundair onderwijs moet vernieuwd worden! Maar hoe?

Om daarop te kunnen antwoorden hebben we eerst inzicht nodig in het huidige onderwijs. Er zijn enkele pijnpunten of zwakke kenmerken in het wezen van onze middelbare school. Ondanks de internationaal gekende kwaliteit van ons Vlaams onderwijs heerst er vandaag de dag nog steeds een sociale ongelijkheid. Autochtone en kansrijke jongeren ontwikkelen zich goed tot zeer goed maar allochtone en kansarme jongeren blijken zich slecht tot erg slecht te kunnen ontplooien. Een tweede probleem is dat het huidige onderwijs te weinig gericht is op talenten en mogelijkheden van de leerlingen zelf. Een agendapunt in zowel de visienota van G. Monard als in die van P. Smet houdt in dat leerlingen op een té jonge leeftijd een keuze moeten maken op gebied van studierichting. Een laatste pijnpunt is de te bruuske overgang tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Nu we weten waar de problemen voor de vernieuwing van het secundair onderwijs zich situeren, moet hiervoor een oplossing gezocht worden. Vooraleer ik hierover vertel, dien ik eerst het concept taalsensibilisering en taalinitiatie uit te leggen.

Wat is taalsensibilisering en taalinitiatie?

Taalsensibilisering betekent “wakker maken” voor taal. Het gaat  erom leerlingen te prikkelen, nieuwsgierig te maken voor en vertrouwd te maken met verschillende vreemde talen. Tijdens taalinitiatie worden leerlingen ingewijd in één taal die nadien formeel aangeleerd zal worden. Momenteel kent het Vlaamse onderwijs taalsensibilisering, taalinitiatie Frans en formeel taalonderwijs Frans. Taalsensibilisering en taalinitiatie hebben een grote positieve impact op de leerhouding van leerlingen: ze leiden tot een drempelverlaging om zo met minder moeite en met meer zelfvertrouwen een nieuwe taal onder de knie te krijgen.

Conclusie

Als we bovenstaande alinea’s samenbrengen, vloeit hieruit een mogelijke oplossing voort. Zowel de studie van Latijn als taalsensibilisering en taalinitiatie zitten boordevol voordelen voor de ontwikkeling van onze leerlingen en ze kunnen er bovendien voor zorgen om de pijnpunten van het secundair onderwijs uit de weg te ruimen. Laat ons bewust en veelvuldig aan taalsensibilisering en taalinitiatie doen in het basisonderwijs, o.a. door een taalinitiatie Latijn op te richten – zoals in het praktische gedeelte van mijn bachelorproef werd uitgewerkt – zodat leerlingen de kans krijgen om met deze taal in contact te komen én ze bewust een keuze kunnen maken of ze deze studie willen verderzetten in de middelbare school. Als dit concept uitvergroot wordt, kunnen er zo voor allerlei vakken en talen sensibiliseringen en initiaties op poten gezet worden waardoor leerlingen in het basisonderwijs reeds aangesproken worden op hun talenten en mogelijkheden waardoor ze een meer doordachte keuze kunnen maken wanneer ze in de middelbare school belanden. Door deze (taal)sensibilisering en –initiatie wordt er dus als het ware een brug geslagen tussen het basis- en het secundair onderwijs aangezien leerlingen reeds in het basisonderwijs in contact komen met vakken uit de middelbare school. Bovendien wordt  de ongelijkheid op deze manier ook weggewerkt aangezien alle leerlingen dezelfde kansen krijgen. Door dit concept in te voeren kunnen niet alleen de leerlingen maar ook Pascal Smet in plaats van “Veni, vidi, watti?” luidkeels en uit volle, fiere borst “Veni, vidi, vici!” uitroepen.

Download scriptie (788.91 KB)
Universiteit of Hogeschool
Karel De Grote Hogeschool
Thesis jaar
2011