Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De zitepidemie

Amber Ollivier
Uit de literatuur is af te leiden dat in het hoger onderwijs weinig tot geen fysieke activiteit aan bod komt, dit ondanks de vele voordelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht wat de totale fysieke activiteit van studenten beïnvloedt en wat het effect is van fysieke activiteit op een leerprestatie, rekening houdend met de motivatie en het engagement. Dit werd door cross sectioneel onderzoek nagegaan, waarbij een instructieactiviteit vooraf wordt gegaan door fysieke activiteit.

In dit onderzoek werd het effect van individuele factoren, sociale netwerken, fysieke omgeving, de macro omgeving, academische druk, studentenleven, examens, lessen en de schoolomgeving op de totale wekelijkse fysieke activiteit geanalyseerd. Het engagement van studenten is gebaseerd op verscheidene motorische theorieën over kennisconstructie, namelijk het constructivisme van Bruner (1966), de embodied cognition theory (Brouillet et al., 2010) en de theory of event coding (Hommel, 2015). Uit deze theorieën is af te leiden dat fysieke activiteit een motivator kan zijn voor kennisconstructie en meer engagement. De motivatie is binnen dit onderzoek de bevrediging van de basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie (Ryan en Deci, 2017).

De individuele factoren en de sociale netwerken zorgen voor meer fysieke activiteit. Daarentegen zorgt het studentenleven voor minder fysieke activiteit. Fysieke activiteit zorgt ook voor hogere leerprestaties, rekening houdend met het engagement van studenten. Er is geen significant effect op de motivatie. De voordelen van fysieke activiteit, vastgesteld bij lagere en secundaire leerlingen, zijn zo ook aanwezig bij studenten van het hoger onderwijs. Meer fysieke activiteit kan bovendien een eerste stap zijn om de zitepidemie te doorbreken en de algemene volksgezondheid verder te stimuleren.

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Heline Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.

Hoogbegaafde jongeren aan de universiteit: ontwikkeling van een aanbod voor studie-ondersteuning

Eline van den Muijsenberg
Sommige hoogbegaafde studenten ervaren belemmeringen in de transitie naar het hoger onderwijs en presteren lager dan verwacht, ondanks het potentieel om sterke academische resultaten te behalen. Om in te spelen op hun noden, werd in deze masterproef het coachingstraject 'Hoogbegaafd? En toch loop je vast bij het studeren?' ontwikkeld en geëvalueerd.

Hoe kunnen profvoetballers in België zich zo optimaal mogelijk voorbereiden op de transitie naar de arbeidsmarkt?

Geert Van Dun
Deze scriptie tracht enerzijds in kaart te brengen hoe Belgische profvoetballers hun studies tijdens hun professionele carrière ervaren hebben en anderzijds hoe Belgische profvoetballers zich voorbereiden op de transitie naar de arbeidsmarkt

Transitie tussen onderwijs en arbeidsmarkt versterken: ComOP. Een praktijkonderzoek in samenwerking met IBSO Woudlucht OV2 en Blankedale vzw.

Kristin Havaux Hanne Vanreppelen
Te veel schoolverlaters van Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) opleidingsvorm 2 (OV2) zijn een jaar na het afstuderen nog niet aan de slag op de arbeidsmarkt. Hanne Vanreppelen en Kristin Havaux, alumnae Bachelor Ergotherapie aan PXL Hasselt, ontdekten een mismatch tussen school en maatwerkbedrijf wat betreft vraag en aanbod van competenties. Om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen ontwikkelden Hanne en Kristin in samenspraak met IBSO Woudlucht en Blankedale vzw het Competentie Ontwikkeling Profiel of kortweg ComOP. Goede communicatie en een vlotte uitwisseling van informatie zijn immers de sleutel tot een vlotte transitie naar de arbeidsmarkt, vond het duo en zag dit ook bevestigd in de literatuur.

Transitie van secundair naar hoger onderwijs: Samenhang tussen academische aanpassing en studiesucces en de rol van studieondersteuning

Evelyne Mancel
In de laatste jaren werd er wereldwijd onderzoek gedaan naar de transitie van secundair naar hoger onderwijs. Het Vlaams onderwijsbeleid oefende ook invloed uit op de kwaliteit van hoger onderwijs door zich te richten op de instroomproblematiek. Momenteel gaat er wel minder aandacht uit naar initiatieven in de eerste maanden van het hoger onderwijs inzake academische aanpassing. Onderzoek stelt echter dat studenten meer kans hebben om te slagen indien ze zich gedurende deze eerste maanden verbinden met het academisch leven. Daarnaast wordt door onderzoekers het belang van studiebegeleiding aangehaald.

Dit onderzoek is een onderdeel van een groter onderzoeksproject van de UA en is kwalitatief bedoeld. Het heeft als doel een beter zicht te krijgen op de factoren die bijdragen tot academische aanpassing, meer bepaald op de ervaringen van de eerstejaarsstudenten inzake academische aanpassing en studieondersteuning.

De invloed van persoonlijkheid, gender en motivatie op de evolutie in leerstrategieën gedurende de transitieperiode van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs

Leen Catrysse
Hoe leren studenten tijdens de transitie van secundair naar hoger onderwijs?De overgang van het secundair naar het hoger onderwijs verloopt lang niet altijd even gemakkelijk en is niet voor elke student een evidentie. Leen Catrysse (Universiteit Antwerpen) concludeert in haar masterproef dat studenten tijdens de transitie een soort transitie-effect ervaren waarbij alle leerstrategieën toenemen.Leen Catrysse, een studente Opleidings- en Onderwijswetenschappen, onderzocht hoe studenten leren tijdens de transitieperiode van het secundair naar het hoger onderwijs.