Het effect van de maximumfactuur op het aankoopgedrag van patiënten in het kader van psychoactieve geneesmiddelen

Universiteit Antwerpen
2021
Tinne
Vanhooydonck
De maximumfactuur is een systeem dat door de overheid werd ingevoerd om te garanderen dat de medische kosten van gezinnen niet te hoog oplopen. In dit systeem wordt een maximumbedrag ingesteld en dit bedrag is afhankelijk van het inkomen, de sociale klasse, de leeftijd en eventuele chronische aandoeningen van de gezinsleden. Wanneer de totale medische kosten van een gezin dit maximumbedrag bereiken, zullen de kosten die worden gemaakt gedurende de rest van dat kalenderjaar worden terugbetaald door de verzekeringsinstelling.

In 2015 voerde de overheid een nieuwe terugbetalingsmaatregel in voor de maximumfactuur. Tot op dat moment moesten gezinnen twee jaar of langer wachten op de terugbetaling van geneesmiddelen die ze aankochten na het bereiken van het maximumbedrag. Vanaf 2015 wordt de terugbetaling automatisch verrekend in de apotheek en moet de patiënt deze kosten niet meer voorschieten.

In deze masterproef werden verkoopcijfers geanalyseerd om na te gaan of de maximumfactuur effect heeft op het aankoopgedrag van patiënten. Zowel bij de antidepressiva als de opioïde pijnstillers werd een stijging in de verkoop teruggezien in het laatste kwartaal van het kalenderjaar. Aangezien dit de typische periode is waarin gezinnen het maximumbedrag bereiken, kon besloten worden dat wel degelijk meer geneesmiddelen worden afgeleverd aan patiënten wanneer hiervoor niet langer betaald hoeft te worden.

Ook werd gezien dat de verkoopcijfers in januari terug naar hetzelfde niveau dalen als vóór de stijging, wat doet vermoeden dat er meer geneesmiddelen worden afgeleverd dan effectief nodig zijn voor de behandeling. Patiënten slaan dus meer geneesmiddelen in dan nodig wanneer het maximumbedrag is bereikt. Het risico dat deze geneesmiddelen nadien in een illegaal milieu terechtkomen is groot, wat de kans op misbruik van deze geneesmiddelen eveneens vergroot.
Meer lezen

Verspreiding ketonen in kaart: van de Premier League tot de Olympische Spelen.

Vrije Universiteit Brussel
2021
Pieterjan
Deprest
  • Daan
    Paredis
Ketonen zitten niet langer alleen in het wielrennen, maar ook in andere sporten. Bovendien zullen ze in groten getale gebruikt worden op de komende Spelen in Tokyo. Een troefkaart voor rijke landen in de strijd om medailles?
Meer lezen

GEBRUIK VAN VALRISICO VERHOGENDE GENEESMIDDELEN, EEN RETROSPECTIEF ONDERZOEK MET FOCUS OP PSYCHOFARMACA BIJ PATIËNTEN OPGENOMEN VIA DE SPOEDAFDELING

Universiteit Gent
2021
Britt
Ekendahl
Bepaalde klassen van geneesmiddelen worden in verband gebracht met een verhoogd risico op vallen (o.a. geneesmiddelen die ingrijpen op het centraal zenuwstelsel). Ongeveer 60% van de ouderen die in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege een val gebruiken minstens één valrisico verhogend geneesmiddel (fall-risk increasing drug of FRID). In het kader van valpreventie zijn preventieve acties zoals afbouwen van FRIDs van belang.
Meer lezen

LINE-1 retrotransposition in neuronal cells - The identification of TNPO1 and TNPO3 as host factors of LINE-1 retrotransposition

KU Leuven
2021
Laura
Debusschere
Basisonderzoek naar LINE-1 retrotranspositie. Identificatie van nieuwe gastheerfactoren en optimalisatie van LINE-1 retrotranspositie test in neuronale cellijn. Optimalisatie van de detectie van ORF1 proteïne in muizenhersenen.
Meer lezen

Effect of Green Tea Extracts Enriched in Epigallocattechin-3-Gallate (GTE-EGCG) on Anatomical and Behavioural Phenotype in a Mouse Model of Down Syndrome

KU Leuven
2021
Vicky
Van Bulck
In deze thesis wordt het effect van groenetheesupplementen die EGCG bevatten onderzocht op de gezichtsstructuur en cognitieve profiel bij een muismodel voor downsyndroom.
Meer lezen

Onderzoek naar de implementatie van medicatiereviews type 3 in de context van reumatoïde artritis

Universiteit Antwerpen
2021
Kaat
Stas
Voordat type 3 medication reviews (MR3’s) een volwaardige plaats kunnen krijgen binnen de farmaceutische zorg in Vlaanderen is het van groot belang dat de kwaliteit ervan wordt gewaarborgd. Deze scriptie onderzoekt de huidige kwaliteit van verslagen van MR3's bij reumapatiënten.
Meer lezen

Role of BRD4 and MLL1 in HIV transcription and reactivation

KU Leuven
2021
Pellaers
Eline
In mijn scriptie onderzocht ik de rol van BRD4 in de basale transcriptie en reactivatie van HIV. Ik heb ook het effect van BRD4 remming op de transcriptie van LEDGIN-geheroriënteerd provirus bestudeerd. Verder heb ik MLL1 knock down cellijnen gegenereerd om de bijdrage van MLL1 in 'latency reversal' van HIV te onthullen.
Meer lezen

Liver stage malaria - Investigating the interaction between the malaria circumsporozoite protein and host importin-α proteins

Universiteit Antwerpen
2021
Busra
Turan
  • Chaymae
    Abouazza
Malaria is één van de vier dodelijkste infectieziekten en wordt overgebracht door de vrouwelijke Anopheles mug. Deze aandoening wordt veroorzaakt door parasieten van het Plasmodium genus. De levenscyclus begint met de aanwezigheid van sporozoïeten (SPZn) in de bloedbaan van de menselijke
gastheer als gevolg van een beet van een geïnfecteerde mug. Deze SPZn kunnen vervolgens de levercellen bereiken en deze binnendringen met behulp van de interactie tussen hun belangrijkste oppervlakte-eiwit, het circumsporozoïet proteïne (CSP), en hoog-gesulfateerde heparaansulfaatgroepen op de levercellen. Eenmaal in de levercel, wordt verondersteld dat CSP in het cytoplasma terechtkomt en het transport van de transcriptiefactoren naar de celkern verhindert. Op deze manier zou het immuunsysteem van de levercel mogelijk onderdrukt worden en de overleving van de parasiet bevorderd
worden. Pas wanneer de parasiet de bloedfase bereikt, is er sprake van ziekteverschijnselen zoals de kenmerkende koortsaanvallen. Het is van belang dat malaria goed en op tijd wordt behandeld om verdere complicaties te voorkomen. Als behandeling kan er gebruik gemaakt worden van chloroquine- en artemisine-gebaseerde therapieën. De stijgende resistentie tegen deze behandelingen is echter een stimulans voor het vinden van nieuwe middelen. Het doel van deze thesis was om te onderzoeken of er een interactie plaatsvindt tussen de importine-α eiwitten en het CSP van zowel P. falciparum als P. berghei. Om dit te bereiken werden PfaCSPFL en PbeCSPFL recombinant geproduceerd in E. coli en opgezuiverd via chromatografische methoden. Voor
het verkrijgen van de importine-α eiwitten van zowel menselijke als murine oorsprong, werden respectievelijk HepG2 en Hepa1-6 cellen gecultiveerd. Tenslotte werden pull-down assays uitgevoerd om de mogelijke interactie tussen CSP en importine-α eiwitten te onderzoeken.
Meer lezen

Development and preclinical evaluation of new theranostic anti-CXCR4 radiopharmaceuticals

KU Leuven
2020
Karen
Leys
Onderzoek heeft aangetoond dat de CXCR4 receptor een belangrijke rol speelt bij verschillende kankertypes. Bestaande beeldvorming en therapie zijn niet afdoende voor de nood die er vandaag is. Een theranostische aanpak die specifiek is voor deze receptor zou een waardevolle bijdrage leveren aan de opsporing en behandeling van verschillende kankertypes. DV1-K-(DV3), een peptide bestaande uit D-aminozuren en CXCR4-antagonist, is een interessant vector molecule voor de ontwikkeling van radiofarmaceutische preparaten in een “theranostische setting” en zal voor het eerst getest worden als vectormolecule.
Meer lezen

Development of a protocol to question health care workers considering oral thrush in infants

Universiteit Gent
2020
Anne-Florence
Moerman
In deze scriptie zijn 15 richtlijnen samengevat omtrent de diagnose en behandeling van spruwinfecties bij zuigelingen en moeders. Daarnaast zijn er op basis van die samenvatting vragenlijsten opgesteld voor apothekers, vroedvrouwen, arsten en pediaters omtrent spruwinfecties tijdens de borstvoedingsperiode. De scriptie bevat ook een berekening van de gemiddelde kost van de behandeling van een spruwinfectie van een kind.
Meer lezen