Spits je oren, duik in het verleden en herleef... - Het historisch verhaal in de klas

Britt
Denis
  • Toon
    Caers
  • Kevin
    De Roover
  • Britt
    Schellens

Het historisch verhaal: een succesverhaal?

 

Mensen denken in verhalen. Al duizenden jaren is het verhaal een krachtig middel om de geschiedenis van een familie, een stam, een gemeenschap of zelfs een hele beschaving levend te houden. Ook de lessen geschiedenis kenden in het verleden een rijke verteltraditie. Onder meer als gevolg van de verlegging van de focus in de geschiedenisdidactiek naar zelfontdekkend bronnenonderzoek kwamen verhalen sterk in de verdrukking. Wij vonden in het historisch verhaal echter een krachtig didactisch middel dat perfect ingebed kan worden in het huidige geschiedenisonderwijs én er zo in slaagt om het beste van ‘oud’ en ‘nieuw’ te verenigen. In dit afstudeerproject onderzochten we waarom het historisch verhaal een meerwaarde geeft aan de geschiedenisles.

 

De leerkrachten geschiedenis die we ons nog het best voor de geest kunnen halen, waren meestal begenadigde vertellers die de klas meesleepten naar een ver verleden. In de lessen geschiedenis van vandaag worden er jammer genoeg maar weinig verhalen verteld. In de nieuwe geschiedenisdidactiek staan leerlingenactiviteit en zelfontdekkend leren immers centraal. Dit betekent dat de leerlingen steeds meer zelf actief de geschiedenis moeten onderzoeken, aan de hand van analytisch bronnenonderzoek. Het vertellen van verhalen, zoals al decennialang gedaan werd in de geschiedenislessen, paste niet in dit plaatje, want volgens critici worden de leerlingen daardoor herleid tot passieve wezens die enkel moeten luisteren en zich geen vragen stellen bij wat hen verteld wordt.

 

Toch pleiten we voor een revival van het historisch verhaal. Betekent dit dan dat we de klok willen terugdraaien? Neen, dat is absoluut niet de bedoeling. Met een didactische inkleding kunnen we het verhaal zijn rechtmatige plaats in de les teruggeven, zonder dat dit ten koste gaat van de leerlingenactiviteit en de betrokkenheid. Het is een didactisch hulpmiddel, net als een kaart, grafiek, een afbeelding of filmfragment. Je kan het bijvoorbeeld gebruiken als inleiding op een leerstofgeheel of ter vervanging van één of meerdere historische bronnen. Met een historisch verhaal geef je op een beklijvende manier en gebaseerd op historische feiten een levensechte gedetailleerde beschrijving van een historische situatie.

 

Bovendien sluit verhalen vertellen aan bij onze doelgroep: leerlingen van de eerste en tweede graad secundair onderwijs. Geschiedenis blijft voor vele leerlingen maar al te vaak een ver-van-mijn-bedshow. De leerstof wordt onder andere in handboeken té abstract aangeboden en leerlingen slagen er niet altijd in om dit hogere denkniveau te bereiken. Leerlingen tussen 8 en 15 jaar zitten volgens de Canadese onderwijskundige Kieran Egan in de zogenaamde romantische denkfase, waarin ze grote nood hebben aan meeslepende verhalen, spannende ontdekkingen en concrete details.

Op die manier proberen ze de grote, onbekende wereld rondom zich af te tasten en te begrijpen. De leerlingen hebben dan ook behoefte aan volledigheid en details en dit uiten ze door bijvoorbeeld tijdens de les veel vragen te stellen. Leerkrachten denken echter maar al te vaak dat die details er niet toe doen, terwijl het voor een leerling van pakweg 12 jaar juist wel van belang is dat hij weet welk soort schoenen een Kelt droeg of op welke manier de Egyptische priester zich moest reinigen voor een ritueel.

 

De grote waarde van dit didactisch middel is dat het geschiedenis concreet voorstelt en zo de leerstof en het vak dichter bij de leerlingen brengt. Het concrete karakter van een verhaal roept immers óók vaak vragen op. Zo kunnen vreemde zaken die in het verhaal aan bod komen aanleiding geven tot verder onderzoek, tot kritisch nadenken of een discussie. De leerlingen zijn dus allesbehalve passief en dit heeft een gunstig effect op de betrokkenheid.

 

Toch was de kennismaking met de nieuwe visie op het historisch verhaal voor ons een sprong in het duister. Op papier leek het een waardevolle werkvorm, maar zouden we dit ook kunnen vertalen naar de praktijk? Bovendien vonden we meteen al een kritisch publiek in onze medestudenten, mentoren en niet te vergeten: de leerlingen.

 

We begonnen met het opstellen van enkele relevante criteria waaraan een goed historisch verhaal moest beantwoorden. Het dient een duidelijke plaats te krijgen binnen de les en een situering in het historisch referentiekader (tijd, ruimte en domein) is onontbeerlijk. Vertellen is schilderen met woorden, dus moet er ook voldoende aandacht besteed worden aan beschrijvingen en concrete details. Door zorgvuldig de spanning op te bouwen, werkt een goed verhaal naar een hoogtepunt. Historisch correcte feiten die zorgvuldig worden geselecteerd, zijn natuurlijk een absolute ‘must’. Tot slot is ook de vertelwijze een bepalende factor. Door expressief te vertellen komt het verhaal pas echt tot leven. De zoektocht naar verhalen die aan die criteria voldeden in de bestaande handboekenreeksen geschiedenis leverde niets op. Deze verhalen puilden uit van informatie, zodat ze eerder als verkapte lestekst fungeren. Hierbij werd echter het verhalende uit het oog verloren. De lezer wordt niet meegesleept en er blijft dus ook maar bitter weinig hangen.

 

We besloten te experimenteren door zelf vier verhalen te schrijven en te vertellen. De eerder opgestelde criteria vormden daarbij een goede leidraad. Het bleek niet zo eenvoudig om een historisch verhaal uit de mouw te schudden. Een degelijke nabespreking was ook onontbeerlijk om de eigenlijke leerinhouden vast te zetten. Bovendien diende je tijdens het verhaal de gelaatsuitdrukkingen van de leerlingen in de gaten te houden, om zo eventueel verzwakkende aandacht op te merken. Grootste uitdaging bleef los te komen van het voorlezen en het historisch verhaal écht te vertellen op een expressieve manier.

Hoewel het tijdrovend was, loonde het experiment uiteindelijk wel de moeite. De leerlingen hingen aan onze lippen en hun non-verbale reacties spraken boekdelen. Ze hadden de indruk dat ze op een ‘niet-schoolse wijze’ leerden zonder dat ze daarbij stilstonden. Zo beleefden de scholieren van op de eerste rij hoe de Keltische krijgers erin slaagden om het Romeinse leger op de vlucht te jagen, werden ze meegevoerd in de mystieke wereld van de Egyptische godsdienst of voelden ze de angst en de euforie tijdens de Guldensporenslag.

 

We hebben dus vastgesteld dat het historisch verhaal echt werkt! Het is een zinvol didactisch hulpmiddel, dat inspeelt op de eigenheid van de romantisch denkende leerling. Een voor leerlingen abstract verleden wordt dankzij het historisch verhaal heel concreet. De leerlingen begrijpen de leerstof beter en die blijft ook langer hangen. Het historisch verhaal vormt op die manier een kapstok om de rest van je les of zelfs een leerstofgeheel aan op te hangen. Dankzij dit hulpmiddel hoeven we de rijke verteltraditie in het geschiedenisonderwijs niet verloren te laten gaan, integendeel. Ontelbare historische gebeurtenissen lenen zich tot een prachtige vertelling en bovendien spreken verhalen bij leerlingen onmiddellijk tot de verbeelding. Laat dit afstudeerproject dus een warm pleidooi zijn voor het historisch verhaal.

 

Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2008
Thema('s)