Shortsea shipping en binnenvaart in de Europese Unie als alternatieve transportmodi

Edwin
Verberght

Shortsea shipping en binnenvaart in de Europese Unie:

Een economische en beleidsmatige benadering van shortsea shipping en binnenvaart als alternatieve transportmodi voor het Europese hinterland.




De economische activiteit in Europa kende na de pijnlijke gebeurtenissen van 11 september 2001

een voelbare vertraging. Sinds enkele jaren slaagt de economie zicht te herpakken en dit kent zijn

invloed op de transportsector in de gehele EU - 27. Dat is goed nieuws voor mensen die

afstuderen in transportstudies of die werken in deze sector, maar minder goed nieuws voor het

milieu en voor de maatschappij. De groei van het transport lijkt in de gehele Europese Unie nog

steeds grotendeels te worden opgeëist door het wegvervoer.

Het goederenvervoer op de weg groeit nog steeds sneller en meer significant dan andere modi in

de EU. Door dit fenomeen van de laatste decennia slibben stilaan de wegen toe, kent men een

hoog aantal dodelijke ongevallen op de weg en worden de eerste gevolgen van het broeikaseffect

voelbaar. De enorme problemen overtuigen langzaam maar zeker de beleidsmakers en de

publieke opinie van de noodzaak tot een grondige verschuiving van het goederenvervoer van de

weg naar betere vervoersmodi zoals shortsea shipping en binnenvaart.

De ervaringen in de EU-15 leren ons dat deze verschuiving enkel mogelijk is bij een sub –

optimale logistieke verdeling, dwz. een situatie wanneer een andere configuratie van de

vervoersketen zou leiden tot betere bedrijfsresultaten. De ontwikkelingen in de intermodale

logistiek bieden aan deze problematiek belangrijke oplossingen. Een betere keuze van mix van

vervoermodi en een sterke integratie van de verschillende modi kunnen leiden tot een optimale

vervoersketen met een zo laag mogelijke logistieke kost. Intermodaliteit let daarbij tevens op de

sociale aanvaardbaarheid van de gekozen vervoersmodi.

Daarom spelen shortsea shipping en binnenvaart een belangrijke rol in de hedendaagse

intermodale configuratie. Deze modi zijn namelijk relatief goedkoop, betrouwbaar, veilig en

milieuvriendelijk. Toch kennen deze modi enkele belangrijke hinderpalen waardoor ze niet

volledig tot ontwikkeling kunnen komen. Ze zijn nog steeds onvoldoende gekend en bemind bij

het grote publiek. Ten tweede, shortsea shipping en binnenvaart hebben af te rekenen met een

weinig doorzichtig en zeer omslachtige regelgeving. Dit vereist een meerkost in het opvolgen

van de betreffende politiek die niet alle betrokken ondernemingen als wenselijk beschouwen.

Deze complexe institutionele setting werkt bovendien marktonzekerheid in de hand met

negatieve effecten op de investeringen.

Vervolgens kampen deze modi met een inlandse infrastructuur die niet overal in Europa even

toegankelijk is door slecht onderhoud of door het ontbreken van belangrijke verbindingen.


  • In deze scriptie kom ik tot vijf conclusies:
  1. men kan door de complexiteit van de multimodale keten een vervoersmodus niet meer zuiver vanuit de eigen modus beoordelen zonder een idee te hebben over de verhouding van deze modus tot de internationale markt en de andere modale toepassingen.
  2. Ten tweede zijn op een beleidsmatig niveau de kenmerken tussen shortsea shipping en

    binnenvaart enorm gelijklopend.
  3. Ten derde is er een nood aan harmonisatie van de regelgeving voor beiden modi. Het debat hierover ten gronde is van primordiaal belang om in de toekomst de beleidsproblemen slagvaardig en daadkrachtig aan te kunnen pakken.
  4. In het aanbieden van geïntegreerde multimodale pakketten aan klanten, komt het veelvoud aan regelgeving duidelijk naar voren.
  5. de beleidsdoelstellingen uit het witboek omtrent de ondersteuning van de SSS en binnenvaart lijken niet consistent met de prioriteiten van de Commissie voorgesteld door de groep Van Miert.
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2007