Het lot van een landbouwbodem

Toon
van Dael

Stel, u bent de eigenaar van een landbouwbedrijf, en u wordt al jaren om de oren geslagen met steeds strengere fosforbemestingsnormen. Tegen 2050 zal de wereldbevolking gestegen zijn tot ongeveer 10 miljard mensen, die allemaal voedsel nodig hebben. Meer nog: iedereen zal steeds méér voedsel nodig hebben door de stijgende levensstandaard. De meststofhoeveelheden die u mag gebruiken om een hoge opbrengst te halen worden almaar beperkter, terwijl de vraag naar voedsel almaar groter wordt. U moet dus gebruik maken van een andere fosforbron: de bodem. Met andere woorden: het fosfor in de bodem moet optimaal benut worden om in de toekomst voldoende voedselproductie te garanderen. Uiteraard is er in de eerste plaats een betrouwbare methode nodig om deze hoeveelheid fosfor in de bodem te bepalen.

Dit is zeker van belang voor iedereen in de landbouwsector. Maar ook voor de modale Vlaming, die garantie wilt op zijn dagelijks brood en verse groenten, speelt het bodem fosforgehalte een rol.

Afbeelding verwijderd.

Fosfor: een zegen of vloek?

Het antwoordt op deze vraag is: beide. Fosfor is enerzijds een noodzakelijk element voor alle levende organismen, zowel voor planten, als dieren als de mens. Planten nemen fosfor op uit de bodem via hun wortels, de mens neemt fosfor op via de voeding. De laatste 2 eeuwen heeft de intensivering van de landbouw gezorgd voor een verhoogde opbrengst onder andere door toediening van meststoffen op landbouwgronden.

Deze intense bemesting brengt anderzijds heel wat problemen met zich mee. Het rotsfosfaat, een mineraal dat gebruikt wordt voor de meststoffenproductie, geraakt langzaam uitgeput. De meststoffenproductie kan dus niet oneindig blijven doorgaan. Bovendien nemen planten niet al de toegediende meststoffen op en komt een deel van het fosfor terecht in de bodem en in het oppervlaktewater (rivieren, meren,…). Hierdoor ontstaan er grote gebieden waar er extreme algengroei optreedt en waardoor nuttig gebruik van oppervlaktewater niet meer mogelijk is (drinkwater, zwemwater,…).

Fosfor in de bodem

Om bovenstaande problemen te vermijden is het nodig dat de fosfor toediening in de landbouw daalt. Een voorwaarde hiervoor is dat de landbouwopbrengst niet mag dalen zodat de voedselzekerheid niet vermindert. Om dit te voorkomen worden er regelmatig testen uitgevoerd om het fosforgehalte in de bodem te bepalen. Op die manier kan bepaald worden of er al dan niet extra meststoffen toegevoegd moeten worden en kan gegarandeerd worden dat het fosforgehalte (en de gewasopbrengst) boven een bepaalde minimumwaarde blijft. In België wordt hiervoor de ammoniumlactaatmethode gebruikt, maar elk land heeft zijn eigen methode en er is in de wetenschappelijke wereld veel onenigheid over welke methode het best de gewasopbrengst kan voorspellen.

Om de eerder aangehaalde problemen ten gevolge van een overmatige fosfortoediening te beperken zal de bemesting (en dus ook de fosforbeschikbaarheid) in de bodem dalen. Nu rijst de vraag welke test bij een lagere fosforinput kan voorspellen hoe hoog de opbrengst zal zijn. Deze vraag lijkt misschien op het eerste zicht niet belangrijk. Maar zonder een goede kennis van het fosfor in de bodem is het niet mogelijk om een goede landbouwopbrengst te garanderen.

Ammoniumlactaat: koning onder de bodem fosfortesten…

Om te bepalen welke methode het meest betrouwbaar was, werden er in dit onderzoek 6 veel gebruikte bodem fosfortesten uitgevoerd op stalen afkomstig van verschillende West-Europese proefvelden (uit België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Zweden). Deze proefvelden worden al lange tijd niet bemest en hebben dus al lang een lage fosforbeschikbaarheid. De resultaten van elke bodemtest werden vergeleken met de opbrengst van de verschillende proefvelden en nadien werd er op basis van een statistische analyse bepaald welke test het best deze opbrengst voorspelde. Het bleek dat de ammoniumlactaatextractie samen met de Olsen-extractie (de standaardmethode in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk), de meest betrouwbare resultaten gaf. Voorlopig lijkt de Vlaamse ammoniumlactaatextractie dus nog steeds de koning onder de bodem fosfortesten.

… of toch niet?

De situatie in deze Europese proefvelden komt echter niet overeen met deze in Vlaanderen, waar we vertrekken van een initieel hoge fosforbeschikbaarheid. Daarom zullen de verschillende bodemtesten ook uitgevoerd worden op een selectie van acht Vlaamse landbouwbodems met een initieel hoog fosforgehalte. Op deze bodems wordt gras gekweekt in een potproef zonder dat er fosfor aan toegevoegd wordt. Het fosforgehalte in de bodems daalt dus naarmate de proef langer duurt. Dit principe heet fosforuitmijning en het is exact de oplossing die voorgesteld wordt om het fosforgebruik te doen dalen. De potproef is tot op heden nog niet afgelopen en er zijn dus nog geen eindresultaten beschikbaar. Uit de tussentijdse resultaten blijkt wel dat de beste methoden uit de vorige paragraaf mogelijk plaats moeten ruimen voor meer ongebruikelijke methodes.

Om te controleren of een bodem al dan niet voldoende fosfor bevat, lijkt het voorlopig dus het beste om te vertrouwen op de ammoniumlactaatmethode die nu al gebruikt wordt in België. We moeten hier wel voorzichtig mee omspringen omdat verder onderzoek alsnog een andere test naar voor zou kunnen schuiven als koning onder de bodem fosfortesten. Door consequent de fosfor in de bodem te meten en enkel indien noodzakelijk meststoffen te gebruiken zal het hopelijk mogelijk zijn om in de toekomst 10 miljard mensen van voedsel te voorzien.

 

Toon van Dael

08-09-2016

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Erik Smolders