Seksueel geweld bij Rwandese adolescenten in het Bugesera-district. Implicaties voor hiv-preventie programma's.

Els
Van Decraen

Els VAN DECRAEN

Seksueel geweld in Rwanda: een evidentie voor jonge meisjes

We zijn vandaag anno 2010 en staan dus voor de belangrijke uitdaging om de Milleniumdoelstellingen te evalueren. Centraal in deze doelstellingen staan onder meer de bestrijding van de aids-epidemie en het wegwerken van ongelijkheden tussen mannen en vrouwen wereldwijd. Er is echter nog heel wat werk aan de winkel, bijvoorbeeld op het vlak van preventie van hiv en seksueel geweld bij jongeren in Rwanda.

Jongeren in ontwikkelingslanden zijn heel kwetsbaar op het vlak van seksuele en reproductieve gezondheid en lopen een groot risico op hiv. Dit geldt vooral voor de vrouwelijke helft van de bevolking. Zo lopen meisjes tussen 15 en 24 jaar in Sub-Sahara Afrika drie keer meer risico op hiv-besmetting dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. De oorzaak hiervan is een combinatie van verschillende factoren, zoals experimenteel gedrag, maar ook een gebrek aan kennis omtrent evenwaardige partnerrelaties en seksualiteit, armoede en een structurele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daardoor beschikken meisjes in Sub-Sahara Afrika niet over voldoende macht om veilige seks af te dwingen en ontlopen mannen de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van hun seksueel gedrag.

De omvang van de hiv-problematiek in Sub-Sahara Afrika is algemeen bekend. Precies daarom is het verbazend hoe weinig onderzoek er voorhanden is omtrent de effectiviteit van hiv-preventieprojecten bij jongeren in deze regio. Zo spoort de huidige ABC-methode (Abstain, Be faithful, use a Condom) jongeren aan om geen seks te hebben (en zeker niet met oudere partners), trouw te blijven binnen een relatie en in noodgevallen een condoom te gebruiken. De centrale doelstelling van dit initiatief is het optimaliseren van kennis over seksueel risicogedrag. Alle goede bedoelingen ten spijt, hebben dergelijke initiatieven vaak geen oog voor de manier waarop jongeren seksualiteit beleven en de context waarin hun seksueel gedrag plaatsvindt. Hierdoor boeken deze interventies geen of slechts beperkte resultaten, hetgeen bevestigd werd in recent wetenschappelijk onderzoek.

In deze eindverhandeling werd nagegaan waarom Rwandese meisjes zo kwetsbaar zijn voor hiv-besmetting, met extra aandacht voor de rol die gespeeld wordt door seksueel geweld. Uit voorgaand onderzoek is immers reeds meermaals gebleken dat het risico op hiv extra groot is voor vrouwen die ooit slachtoffer waren van seksueel geweld. Om meer inzicht te verwerven in deze problematiek, werd in het Rwandese Bugesera-district een enquête afgenomen bij 284 studenten van het 6de

 

 

jaar secundair onderwijs (61% jongens en 39% meisjes) met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar.

 

De resultaten werden vervolgens besproken tijdens diepte-interviews met 37 jongeren tussen 17 en 24 jaar oud.

 

In de eindverhandeling wordt daarom gepleit voor een gedegen relationele en seksuele vorming voor jongeren in de derde wereld. Hiv-interventies mogen niet enkel risicogedrag proberen terug te dringen, maar moeten jongeren ondersteunen bij hun relationele en seksuele ontwikkeling. Preventieboodschappen dienen niet enkel kennis over te dragen, maar ook te werken aan attitudes en vaardigheden. Zo kunnen we jongeren leren hoe ze seksuele grenzen kunnen aangeven, en de grenzen van anderen kunnen respecteren zodat seksualiteit op een veilige én aangename manier verloopt. 

De conclusies van dit onderzoek zijn ontnuchterend. Zo bleek één op vijf van de bevraagde meisjes ooit gedwongen te zijn tot seks. Het risico op seksueel geweld was het grootst voor jongeren die zich armer voelen dan hun leeftijdsgenoten en, logischerwijze, voor degenen die seksueel actief zijn. Ook het hebben van relaties met een oudere partner – de zogenaamde ‘sugar daddies’ – verhoogt de kans op seksueel geweld. Maar liefst 28% van de meisjes in het onderzoek had ooit een dergelijke relatie met een partner die minstens tien jaar ouder was.

Verder werd ook nagegaan welke houding de Rwandese jongeren hebben ten opzichte van seksueel geweld: vinden zij het in bepaalde situaties 'begrijpelijk' dat een jongen een meisje dwingt tot seks door middel van bedreigingen of fysieke dwang? Uit de resultaten blijkt dat een aantal misvattingen hardnekkig aanwezig blijven in de Rwandese samenleving: vooral in situaties waarin drugs of alcohol een rol spelen (bijv. het meisje is dronken), intieme situaties (bijv. het meisje sliep al eerder met de jongen) vinden jongeren het gebruik van dwang ‘begrijpelijk’. Uit de eindverhandeling blijkt overigens dat vooral jongeren die veel belang hechten aan de Rwandese traditionele cultuur en jongens die alcohol drinken het meest tolerant zijn ten aanzien van seksueel geweld. Ook jongeren die meerdere seksuele relaties tegelijkertijd aangaan, vinden het gebruik van geweld ‘begrijpelijk’, een risicogedrag dat werd aangehaald door 29% van de jongens en 15% van de meisjes.

Uit de gesprekken met Rwandese jongens en meisjes komt naar voor dat seks vooral ongepland gebeurt en dit meestal omwille van wat men ‘dominante seksuele motieven’ noemt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de mannelijke partner die blijft aandringen of jongens die een sterke groepsdruk ervaren van leeftijdsgenoten om tot seks over te gaan. Ook beschouwen jongeren ‘seksueel verlangen’ als een moeilijk te controleren impuls die gepaard gaat met de pubertijd. Het is daardoor niet abnormaal dat een jongen zich niet kan beheersen op seksueel vlak, hetgeen kan leiden tot ongewenste seks...

Ook transactionele seks (seks in ruil voor materiële voordelen of basisbehoeften zoals voedsel en onderwijs) vormt een risicofactor voor confrontatie met seksueel geweld. Vooral aan relaties met een groot leeftijdsverschil en in gelijktijdige seksuele relaties met verschillende partners, is een ruilaspect verbonden. Voor meisjes is daarbij een materieel en voor mannen een seksueel of sociaal voordeel aan verbonden. Deze gift verplicht meisjes vervolgens tot seks, vaak tegen hun wil.

Naast deze individuele factoren blijkt uit de gesprekken dat ook de omgeving een rol speelt bij het bestendigen van seksueel geweld. Zo blijft seksualiteit een taboe-onderwerp, waarover niet met ouders, maar vaak ook niet met leeftijdsgenoten wordt gepraat. Onthouding is de norm in Rwanda, over seksuele en reproductieve rechten van jongeren wordt nauwelijks een woord gerept. Ook traditionele genderrollen, die meisjes afhankelijk maken van de wensen en behoeften van mannen, worden door de omgeving in stand gehouden en blijven ook bij jongeren aanwezig.

Deze ondergeschiktheid van de vrouw aan de man wordt nog in de hand gewerkt door het gebrek aan onderwijs en seksuele opvoeding. Uit de gesprekken blijkt dat de relationele en seksuele kennis en vaardigheden van Rwandese jongeren beperkt zijn. Vooral meisjes vinden het moeilijk om zowel ongewenste seks te weigeren als gewenste seks te initiëren. Bovendien leidt een stereotiepe seksuele taakverdeling (de man neemt het initiatief en de vrouw stemt toe) ertoe dat jongens de signalen van meisjes verkeerd interpreteren en overgaan tot ongewenste seks.

Download scriptie (787.93 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2010