Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
The Motivations of Witoto Women to Become a Leader, Their Vision on Women Reinforcement and How Allies Can Support Them
Dit onderzoek baseert zich voornamelijk op de ervaringen van vrouwelijke Inheemse Witoto leiders afkomstig uit het Amazonewoud in Colombia. Hiervoor verrichtte ik een etnografisch veldwerkonderzoek tijdens de maanden februari, maart en april in 2022. Door de visie van deze vrouwen omtrent vrouwelijk leiderschap, de territoriale strijd en vrouwelijke versterking in beeld te brengen, tracht ik bij te dragen aan de dekolonisatie van de relatie tussen vrouwelijke leiders en hun bondgenoten. Daarnaast integreerde ik ook de visie van de socio-ecologische NGO 'Proterra' die als eerste een genderbenadering hanteerde in de samenwerking met deze gemeenschap.
Memories of congo: An autoethnographic exploration of how my grandparents’ generation in my Belgian family negotiate colonial memories using photo-elicitation
Een auto-etnografische verkenning van hoe mijn grootouders' generatie in mijn Belgische familie koloniale herinneringen onderhandelen met behulp van foto's.
We merken een steeds grotere belangstelling op voor onderwerpen als de postkoloniale benadering, dekolonisatie en antiracisme in het Vlaamse culturele en academische milieu. Enkel met betrekking tot het Vlaams secundair (literatuur)onderwijs weten we niet in hoeverre de postkoloniale benadering reeds een plaats heeft kunnen opeisen. Om die reden onderzoek ik in deze scriptie in hoeverre de postkoloniale blik is doorgedrongen in het Vlaams secundair literatuuronderwijs, en dat op drie vlakken: op het vlak van (1) de behandelde literatuur, (2) de benadering van de literatuur en (3) de functies van het postkoloniale literatuuronderwijs. Enkel door de huidige stand van zaken over postkolonialisme in het secundair onderwijs na te gaan, kunnen we het postkoloniale literatuuronderwijs systematisch verbeteren en leerkrachten aanmoedigen om de voorgenoemde ideeën en voordelen in te zetten in hun lessen.
Een onderzoek naar de inhoudelijke en didactische keuzes die geschiedenisleerkrachten maken rond de lessen over de Belgische koloniale geschiedenis in GO!-scholen in Brussel en de Vlaamse Rand.
Meesterproef over de Franse vertaling van Braziliaanse realia en toponiemen, racistische woorden en spreektaal afkomstig uit een Nederlandstalig reisverhaal. Studie gebaseerd op de gedeeltelijke vertaling van het boek 'Kannibalen in Rio' van Ineke Holtwijk. Scriptie en gedeeltelijke vertaling door Alessandro Vlerick.
In Atalaya, een provincie in de Peruviaanse Amazone, leggen territoriale conflicten en inheemse mobilisaties verschillen in landgebruik en wereldbeeld bloot. De Westerse kapitalistische visie ziet land als ‘bezit’, terwijl inheemse gemeenschappen een ‘levend territorium’ bewonen. Deze contrasten en heersende koloniale structuren zorgen ervoor dat de landrechten van inheemse volkeren niet worden gerespecteerd.
Digitalisering en dekolonisering lijken op het eerste gezicht met elkaar in lijn te liggen als innovatieve en inclusieve (r)evoluties. Onderliggend blijkt dat echter niet het geval, wat nadelig werkt voor landen ten zuiden van de Sahara en mensen van Afrikaanse afkomst in de diaspora. Een interdisciplinaire analyse en discussie geven inzicht en overzicht in de situatie vandaag en een constructief kader voor de toekomst.
Het recht op zelfbeschikking van volkeren. De vraag blijft: wanneer spreekt men van een volk? Deze scriptie gaat dieper in op het volksbegrip, en vaart over de verschillende kanalen die bijdragen tot het afbakenen van dit begrip.
Een nieuw iconoclasme doet zijn intrede. Als zelfverklaarde mijlpalen in de geschiedenis en de
publieke ruimte worden symbolen van een geromantiseerde en eurocentrische visie op het
koloniaal verleden steeds meer onderhevig aan aantasting, bevraging en verwijdering. Als het
ware houden deze controversiële objecten een spiegel voor de ogen van de dagelijkse slenteraar.
In dit onderzoek is er gepoogd antwoord te krijgen op de hedendaagse relevantie van koloniale
monumenten in de openbare ruimte. Als centraal voorbeeld voor deze intentionele
memorerende monumenten worden de beeltenissen van Leopold II onder de loep genomen.
Hoewel deze objecten het tegenovergestelde van dekolonisatie symboliseren vormt deze
verhandeling geen betoog voor de aantasting of verwijdering van dergelijke monumenten.
Integendeel, het beheer en behoud van dergelijke monumenten in functie van
demonumentalisering en remythologisering geniet de voorkeur. Door herdefiniëring wordt
getracht een gemeenschappelijk koloniaal erfgoed en verleden na te streven.
De controversiële objecten omvatten, als voorbeelden van traditionele canonieke kunst, actuele
problematiek en hedendaagse relevantie. Als communicatiemiddel en metonymie van protest
stelt het koloniaal monument zichzelf aan de kaak. Dusdanig capteert het, als geval van
hedendaagse kunst, twee tegengestelde waarheden. Het object zelf als monument en pure vorm
van kolonialisme en het subject als strijd om de zuivere waarheid tussen de onderdrukker en de
onderdrukte. In dit onderzoek wordt getracht na te gaan of deze tegenstrijdige uitingen elkaar
in het object kunnen opheffen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen twee
verschijningen die de standbeelden van Leopold II aannemen. Met name dat van een
intentioneel memorerend monument en dat van een koloniaal monument als readymade. Deze
nemen respectievelijk een amplische en een ciselante of beitelende fase aan.
De toestand van de mens verpersoonlijkt zich in het koloniaal monument als ongehoorzame
readymade. Het ziet zichzelf vervat in de terugkerende object-subject dialectiek die het beleeft.
De conclusie is dat de classificatie en criteria van een readymade ondersteuning biedt voor de
uitlijning van de maatschappelijke en politieke dilemma’s die de objecten meedragen. De inzet
is nog steeds de macht over tijd en ruimte. Het biedt een alternatieve werkwijze voor de
spektakeldemocratie waarin politiekers voor figuranten spelen en politieke correctheid als
illusie voor gelijkheid wordt gehanteerd. Als tweede verschijning nemen kunstenaars in dit
schouwtoneel de rol van burger-betoger op. Doormiddel van additivisme wordt er gemedieerd
tussen de verschillende actoren. Dit moet voldoen aan het erfgoedbeleid maar mag niet meer
als crimineel worden aanzien.
Belgisch humanitarisme: andere naam, zelfde imperialisme? Een onderzoek naar het Belgische discours rond mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking (1960-1975)
Deze masterproef onderzoekt hoe België zichzelf definieerde als humanitaire actor na de dekolonisatie van Congo. Het gaat eveneens na in hoeverre het Belgische humanitarisme van 1960 tot 1975 te begrijpen valt als een verlengstuk dan wel als een breuk ten aanzien van de koloniale praktijk.
In mijn onderzoek bestudeer ik de verzetsacties van inheemse activisten binnen de Idle No More beweging in Canada. Om die verzetsacties beter te begrijpen ga ik na welke de problematieken van inheemse volkeren precies zijn, waarom de strategieën van de Canadese overheid om die problematieken tegemoet te komen ontoereikend worden geacht en op welke manier inheemse theoretici hierop antwoord proberen te bieden.
In deze scriptie wordt onderzocht hoe de stedelijke ruimte wordt weergegeven in de Italo-Somalische migrantenliteratuur, met behulp van het 'geocriticism' zoals beschreven door Robert Tally. De kritische blik van de personages op het stedelijke landschap in Italië wordt geanalyseerd en er wordt nagegaan welke persoonlijke betekenis ze geven aan hun traject en aan de ruimtelijke dimensie.
Vergelijkende, diachrone analyse van Vlaamse kinder- en jeugdliteratuur over Congo gepubliceerd tussen 1949 en 2016, vertrekkend vanuit de figuur van "de witte vrouw"
Deze scriptie onderzoekt of het mijnbouwbedrijf Union Minière du Haut-Katanga (UMHK) een politieke strategie hanteerde in de laatste jaren voorafgaand aan de Congolese onafhankelijkheid.
Aan de hand van twee literaire auteurs verkent deze scriptie de soms poreuze grens tussen fictionele en wetenschappelijke teksten over de geschiedenis van Afrika.
Sinds 1960 gaat de helft van de Belgische bilaterale ontwikkelingssamenwerking naar onze ex-kolonie Congo en ex-mandaatgebieden Rwanda en Burundi. Een halve eeuw na de dekolonisatie zitten de koloniale banden nog steeds verankerd in ons ontwikkelingsbeleid. Blijft die steun onvoorwaardelijk?
African Solutions to African Conflicts? De ontwikkeling van een continentaal veiligheidsbeleid door de Afrikaanse Unie en haar Peace and Security Council
“Het was vroeg in de ochtend toen we ze hoorden komen op hun paarden- dreunende hoeven wekten ons. Met mijn ogen tegelijk vol slaap en adrenaline zocht ik naar een manier om mijn familie te beschermen. Niemand wist waarheen en spottende doodskreten weerklonken in het dorp. 150 Janjaweed omsingelden onze hutten en staken ze in brand.
DIPENDA … OF HET BEGIN VAN DE ONTGOOCHELINGEN?
Een analyse van de berichtgeving over de dekolonisatieprocessen van
Ghana, Guinea en Belgisch-Kongo in De Standaard,
Het Laatste Nieuws en Vooruit.
Goedele Verstraeten
Dat de media geen louter neutrale en objectieve informatieverstrekker zijn, is reeds langer geweten. Terwijl de blik die de media ons aanbieden in feite eenzijdig en partieel is, worden ze vaak beschouwd als allesziende verstrekkers van goede en evenwichtige informatie.
Natievorming in de Centraal-Aziatische ex-Sovjetrepublieken.
De Dageraad van vijf Naties. Patrik Pauwels
Reeds meer dan tien jaar geleden viel de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) uiteen. De val van het Communistisch regime, dat de Unie samenhield, was een feit. Maar wat kwam er in de plaats? Er werden vijftien nieuwe staten gesticht. Maar een staat ontstaat niet slechts door het uitroepen van onafhankelijkheid, al dan niet gesteund door internationale erkenning.