Met de hand op het hart, zo leer je reanimeren!

Leen Luts
Persbericht

Met de hand op het hart, zo leer je reanimeren!

De laatste jaren komen er steeds meer verhalen in de media over mensen die gereanimeerd moeten worden. Denk maar aan jongeren of topsporters die plots ineenstuiken tijdens een voetbalmatch. Als spoedverpleegkundige kom ik prehospitaal regelmatig in contact met een reanimatiesetting. Mensen zijn bang om de reanimatie te starten, weten niet welke handelingen ze moeten uitvoeren of zijn bang om meer kwaad dan goed te doen. Elke hulpverlener zal kunnen beamen dat iets doen in deze situatie altijd beter is dan niets doen. Ook in het onderwijs is reanimeren een onderwerp dat de laatste jaren meer aan bod komt. Deels kan dit te wijten zijn aan het feit dat het benoemd wordt in de leerplannen. Anderzijds komt ook meer en meer het besef dat het belangrijk is dat zoveel mogelijk personen kunnen reanimeren. Voor leerkrachten is het niet altijd even duidelijk hoe ze dit onderwerp moeten onderwijzen aan hun leerlingen. Met dit actieonderzoek heb ik getracht een antwoord te krijgen op mijn onderzoeksvraag: op welke manier kunnen leerkrachten van de tweede graad secundair onderwijs de basisbeginselen van reanimeren overbrengen aan de leerlingen?

Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden ging ik eerst op zoek naar wat de basisbeginselen van reanimeren juist zijn. De Nederlandse Reanimatieraad en de Europese Reanimatieraad bieden hier een duidelijk antwoord op. Hierna volgde een zoektocht naar reeds uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek rond reanimatielessen in secundaire scholen. Vooral de Vrije Universiteit Brussel en Erasmushogeschool Brussel hebben reeds veel onderzoek verricht. Zij achterhaalden dat leerkrachten het vooral moeilijk vinden om reanimatielessen te geven door beperkte tijd, kennis en materiaal. Indien iemand een opleiding gevolgd heeft, zal deze persoon sneller geneigd zijn om een reanimatie te starten. Een reanimatieles leidt tot een toename van het zelfvertrouwen en zelfeffectiviteit. Ook het herhalen van deze les is belangrijk. Verder is het betrekken van medeleerlingen een aandachtspunt. Het zorgt voor een actiever leerproces en leerlingen worden uitgedaagd over het hoe en waarom van alle stappen in een reanimatieproces. De leerkracht speelt ook een belangrijke rol door gerichte feedback, goede begeleiding en duidelijke instructies te geven. Leerkrachten moeten geen inhoudelijk expert zijn maar ze moeten weten wat ze moeten benadrukken en waarom. Scholen die niet beschikken over de juiste middelen voor reanimatielessen kunnen gebruikmaken van alternatief oefenmateriaal. Zo kunnen verschillende stappen van een reanimatie ingeoefend worden op een zelfgemaakte reanimatiepop met een mousse dobbelsteen. Toch is het belangrijk dat leerlingen ook de kans krijgen om te oefenen op een echte reanimatiepop.

Sommige basisbeginselen van reanimeren kunnen leerlingen op voorhand door middel van zelfstudie al leren. Wanneer er gebruikgemaakt wordt van e-learning of flipping the classroom, zal de hands-on tijd toenemen en kan men zoveel mogelijk uit de effectieve reanimatieles halen. Door een goede voorbereiding leren de leerlingen in twee fases. Hierdoor behalen ze betere resultaten en stijgt de betrokkenheiden en intrinsieke motivatie.

Na dit wetenschappelijk onderzoek nam ik contact op met de leerkracht lichamelijke opvoeding van het Spectrumcollege van Lummen. Hierdoor wist ik hoe ze momenteel reanimatielessen geven, welke uitdagingen ze ondervinden en welke noden zij hebben. Door een online enquête werd ook het standpunt van de leerlingen rond reanimatielessen op school duidelijk. 95,6% van de leerlingen vinden het nuttig om op school te leren reanimeren.  Vijf keer zoveel leerlingen zouden reanimatietechnieken toepassen nadat ze hierover les gekregen hebben.

Tot slot was het ook belangrijk om te achterhalen welk materiaal er momenteel reeds beschikbaar is. Zo zijn er momenteel al mooie e-learningpakketten ontworpen. Jammer genoeg kosten ze heel wat geld. Een alternatief is dat de leerkrachten zelf een ‘taak’ ontwerpen zodat de leerlingen zich kunnen voorbereiden. Hier kan vakoverschrijdend gewerkt worden.

Na het theoretische kader heb ik een reanimatieles voor het secundair onderwijs ontworpen. Deze ‘basisles’ biedt voor de leerkrachten een houvast, ze kunnen vertrekken.

De inhoud van deze les is vooral gebaseerd op het advies van de Europese Reanimatieraad. Hulpverleners in België worden volgens deze acht stappen opgeleid, de leerkrachten kunnen deze acht stappen ook als basis gebruiken. In eerste instantie staan enkel deze stappen opgesomd, in bijlage wordt elke stap overlopen en gedetailleerder uitgelegd. Vervolgens krijgen de leerkrachten de les volledig uitgeschreven. Hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat de leerlingen zich thuis ook al hebben voorbereid, dus flipping the classroom. In de les staan voorbeelden van scenario’s die de leerkrachten kunnen gebruiken. Ook zorgen illustrerende foto’s ervoor dat het duidelijk is waarom sommige handelingen moeten worden uitgevoerd. Verder worden ook de aandachtspunten benoemd en uitgelegd.

De basisles start met instructies voor de leerkrachten. Eerst krijgen ze een algemene uitleg, bijvoorbeeld waarom e-learning interessant kan zijn en hoe ze dit kunnen implementeren. Vervolgens krijgen ze uitleg over hoe ze de lessen best geven, welke handelingen de leerlingen op medeleerlingen kunnen inoefenen en waar ze op moeten letten. Tot slot wordt het belang van instructies en feedback beklemtoond en wordt er aangegeven dat leerkrachten geen inhoudelijk expert moeten zijn maar wel moeten weten wat er benadrukt moet worden en waarom.

Vervolgens krijgen ze schematisch een reanimatieles waarbij de aandachtspunten vermeld staan. Dit basisschema is beknopter dan het vorige hoofdstuk, maar het is de bedoeling dat ze dit schema effectief tijdens de les kunnen gebruiken. Ze krijgen ook een overzichtsschema waarbij alle stappen op één pagina staan met korte uitleg. Tijdens het wetenschappelijk onderzoek werd meerdere keren aangehaald dat de medeleerlingen actief moeten betrokken worden in het leerproces van hun medeleerlingen. Hiervoor maakte ik een checklist zodat leerlingen elkaar kunnen opvolgen, beoordelen en bijsturen.

Tot slot ontwierp ik een actiekaart die elke (secundaire) school (maar eigenlijk overal) kan gebruiken.  Mocht er een reanimatie plaatsvinden, krijg je door dit A4’tje een duidelijk overzicht van alle stappen die gevolgd moeten worden.

Met dit actieonderzoek hoop ik een aanzet te kunnen geven om scholen ervan te overtuigen dat ze reanimatielessen kunnen organiseren voor hun leerlingen zonder te veel geld te investeren. Door per schooljaar enkele lesuren hiervoor vrij te maken, kunnen ze een wereld van verschil maken en worden er mogelijk mensenlevens gered.

Bibliografie

112 app. (2019). https://www.112.be/nl/app. Geraadpleegd op 22–05-20, van https://www.112.be/nl/app

Apple. (2022, 4 februari). Uw medische ID configureren in de Gezondheid-app op uw iPhone. Apple Support. Geraadpleegd op 20 mei 2022, van https://support.apple.com/nl-nl/HT207021

Bouma, M. (2003). Bij de casus over reanimatie: Het ABC aan de telefoon. Huisarts en Wetenschap, 46(11), 275–276. https://doi.org/10.1007/bf03083285

C., T. U. (2022). ERC | Bringing resuscitation to the world. ERC Guidelines. Geraadpleegd op 2 juni 2022, van https://www.erc.edu/

De Buck, E., Van Remoortel, H., Dieltjens, T., Verstraeten, H., Clarysse, M., Moens, O., & Vandekerckhove, P. (2015). Evidence-based educational pathway for the integration of first aid training in school curricula. Resuscitation, 94, 8–22. https://doi.org/10.1016/j.resuscitation.2015.06.008

De Martelaer, K., Monsieurs, K., & Van Raemdonck, V. (2008). CPR learning outcomes after one session in secondary school. Resuscitation, 77, S25. https://doi.org/10.1016/j.resuscitation.2008.03.082

Defibrillatoren voor het grote publiek: waar zijn ze en wie durft ze te gebruiken? (2017, 26 oktober). KCE. Geraadpleegd op 16 december 2021, van https://kce.fgov.be/nl/over-ons/persberichten/defibrillatoren-voor-het-…

European Resuscitation Council. (2021). Richtlijnen van de European Resuscitation Council 2021. https://cprguidelines.eu/guidelines-translations

Madou, T., & Iserbyt, P. (2019). Mastery versus self-directed blended learning in basic life support: a randomised controlled trial. Acta Cardiologica, 75(8), 760–766. https://doi.org/10.1080/00015385.2019.1677374

Nws, V. (2013, 16 oktober). Te weinig Belgen kunnen reanimeren. vrtnws.be. Geraadpleegd op 16 december 2021, van https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2013/10/16/te_weinig_belgenkunnenreanimere…

V, A. (2021, 16 juni). Hartstilstand. Belgische Cardiologishe Liga. Geraadpleegd op 16 december 2021, van https://liguecardioliga.be/de-hartstilstand/

Van Raemdonck, V., Aerenhouts, D., & De Martelaer, K. (2013, april). Alternatieve oefenmethoden om reanimatie aan te leren in secundaire scholen. BLOSO. http://docplayer.nl/19246252-Alternatieve-oefenmethoden-om-reanimatie-a…

Van Raemdonck, V., Aerenhouts, D., Monsieurs, K., & De Martelaer, K. (2012). Teaching CPR at school: students’ appreciation of different training strategies. Resuscitation, 83, e20–e21. https://doi.org/10.1016/j.resuscitation.2012.08.053

Van Raemdonck, V., Aerenhouts, D., Monsieurs, K., & De Martelaer, K. (2017). A pilot study of flipped cardiopulmonary resuscitation training: Which items can be self-trained? Health Education Journal, 76(8), 946–955. https://doi.org/10.1177/0017896917727561

Van Raemdonck, V., De Martelaer, K., & De Decker, S. (2010). Reanimatie in het secundair onderwijs: een stukje van de puzzel (deel 1). Lichamelijke Opvoeding, 228. Geraadpleegd op 4 mei 2022, van https://researchportal.vub.be/nl/publications/reanimatie-in-het-onderwi…

Van Raemdonck, V., De Martelaer, K., & De Decker, S. (2011). Reanimatie in het secundair onderwijs: puzzelen met didactisch materiaal (deel 2). Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding, 229(1),14-18. Geraadpleegd op 26 april 2022, van https://researchportal.vub.be/nl/publications/reanimatie-in-het-secundair-onderwijs-puzzelen-met-didactisch-mat

Van Raemdonck, V., Monsieurs, K., & De Martelaer, K. (2010). Comparison of four CPR training strategies in secondary schools including low-cost alternative training materials: A randomised study. Resuscitation, 81(2), S29–S30. https://doi.org/10.1016/j.resuscitation.2010.09.128

Van Raemdonck, V., Monsieurs, K. G., Aerenhouts, D., & De Martelaer, K. (2014). Teaching basic life support. European Journal of Emergency Medicine, 21(4), 284–290. https://doi.org/10.1097/mej.0000000000000071

Van Raemdonck, V., Monsieurs, K., & De Martelaer, K. (2014). Implementation of CPR in Flemish secondary schools: Results of a self-training strategy without practice on a manikin. Resuscitation, 85, S37–S38. https://doi.org/10.1016/j.resuscitation.2014.03.095

Universiteit of Hogeschool
VERKORTE EDUCATIEVE BACHELOR IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS
Publicatiejaar
2022
Promotor(en)
Fente Swinnen
Kernwoorden
Share this on: