Hervorming van VSO naar CV erkend als SO: geslaagd of niet?

Selena Zwijsen
Persbericht

Flexibeler vennootschapsrecht: Koen Geens komt met een 'hybride' vennootschapsvorm die zowel winst als maatschappelijk doel mag nastreven

Stel je voor: je bent student rechten aan de KU Leuven in 2019, waar je les Vennootschapsrecht krijgt van Koen Geens, op dat moment tevens minister van Justitie en buiten zijn taken als professor druk bezig met het schrijven van een nieuw wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit nieuwe wetboek wordt op 23 maart goedgekeurd door het parlement – nota bene halverwege het semester – waardoor je plots een volledig nieuw rechtssysteem moet leren, uit een cursus die nog niet bestaat, tegen het examen van juni. Uiteraard bak je er niks van op dat examen dankzij alle verwarring tussen oud en nieuw recht, en het enthousiasme van de proffen om beide toch maar uitgelegd te krijgen aan de studenten. Je besluit dan ook het jaar erop van studierichting te veranderen, en je kans te wagen aan de hogeschool in de richting rechtspraktijk. Ook hier krijg je opnieuw een vak Vennootschapsrecht, dit maal ben je er wel van de eerste keer door, en al gauw beland je in je laatste jaar en staat plots die stage voor de deur. Zo kom je na uitgebreid opzoekwerk en solliciteren terecht bij een sympathiek advocatenkantoor in Leuven gespecialiseerd in de non-profitsector. Je denkt: “Vennootschapsrecht is niet zo mijn ding, dus hier zit ik goed, dat zijn toch alleen maar vzw’s!” Niets is echter minder waar; er passeren meer dan genoeg ‘echte’ vennootschappen de revue, en ook het verenigingsrecht vertoont grote overlappingen en connecties met het vennootschapsrecht. Ze spreken op het kantoor niet voor niets van ‘rechtspersonenrecht’, een overkoepelende term voor zowel het vennootschaps- als het verenigingsrecht, gezien beiden dankzij Koens Geens’ nieuwe wetboek steeds dichter bij elkaar liggen. Het is dan ook op dit kantoor dat je voor het eerst hoort over de ‘CV erkend als sociale onderneming’. De CV erkend als watte? Een CV – of coöperatieve vennootschap – die ken je, maar in al die lessen Vennootschapsrecht is zo'n erkenning als sociale onderneming nooit aan bod gekomen. Dat lijkt je toch wel iets interessants, een for profit vennootschap die toch ook maatschappelijke doelen vooropstelt, eigenlijk een beetje zoals een vzw…

Dit is exact hoe Selena Zwijsen (23), studente rechtspraktijk aan UCLL, inspiratie kreeg voor haar scriptie over de CV erkend als SO. Ze had al langer belangstelling voor het nieuwe standpunt dat het WVV (nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen) innam met betrekking tot de klassieke opdeling tussen for profit en non-profit ondernemingen. Het eerste idee dat ze had voor het onderwerp van haar scriptie was namelijk de flexibilisering van het vennootschaps- en verenigingsrecht door het WVV. Uiteindelijk bleek dit een te breed onderwerp voor het bestek van deze scriptie, waar bovendien reeds veel over geschreven was in de vakliteratuur. Het was dus zoeken naar een iets beperkter, en nog onderbelicht stukje van het rechtspersonenrecht waarover ze een onverkorte, verhelderende scriptie kon schrijven die een frisse blik worp op het onderwerp. Na een aantal gesprekken en brainstormsessies over deze materie met verschillende advocaten op het stagekantoor kwam ze dan uit bij de CV erkend als SO – of voluit de coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming – een vennootschap die zich naast haar winstoogmerk ook inzet voor een sociaal-maatschappelijk doel. Gezien haar interesse voor de grensvervaging tussen vennootschappen en verenigingen, en haar persoonlijke betrokkenheid bij het verenigingsleven en vrijwilligerswerk, was dit een uitgelezen onderwerp om enkele maanden dieper in te duiken.

Veel van haar onderzoek nam uiteraard de vorm aan van een literatuurstudie – de  meest gangbare vorm van onderzoek binnen de rechtswetenschap en tevens de meest relevante, gezien ‘nieuwe’ standpunten of inzichten doorgaans gebaseerd worden op bestaande wetgeving, rechtsleer (publicaties door gezaghebbende auteurs) en rechtspraak (rechterlijke uitspraken, en dan vooral de bijhorende motivatie). Dit zijn dan ook de bronnen waarop ze zich grotendeels gebaseerd heeft voor haar onderzoek. Het eerste hoofdstuk, waarin dit theoretisch kader geschetst werd, bestond uit drie onderdelen; namelijk eerst een korte toelichting van het oude regime, de voorganger van de CV erkend als SO genaamd de VSO (vennootschap met sociaal oogmerk), daarna werd het huidige systeem uit het WVV besproken, en ten slotte werd er een vergelijking tussen beide gemaakt. Dit om uiteindelijk de geslaagdheid van de hervorming te kunnen beoordelen. In het tweede hoofdstuk werd de vennootschapsvorm meer vanuit de praktijk benaderd, zo kwamen er een aantal cijfers en voorbeelden aan bod om het allemaal wat concreter te maken. Dit deel werd vervolledigd door een expertinterview met een advocaat die reeds ondernemingen had bijgestaan die de vorm van CV erkend als SO wilden aannemen. Deze getuigenis gaf wat kleur aan de eerder gegeven theoretische schets van de vennootschapsvorm, zo werd duidelijk hoe er in de praktijk naar deze erkenning gekeken werd en hoe de aanvraagprocedure beleefd werd, alsook werden er enkele aandachts- en verbeterpunten aangestipt naar de toekomst toe. Dit vormde dan meteen de overgang naar het derde en laatste hoofdstuk, waarin de auteur alternatieven en aanbevelingen voor het huidige systeem formuleerde. Dit zowel op basis van haar onderzoek, overgenomen uit rechtsleer en rechtspraak, eigen bevindingen, als de opinie van de expert die aan bod kwam.

Wat het meest blijft hangen van deze scriptie is de notie dat het huidige systeem reeds gedeeltelijk een verbetering is ten opzichte van vroeger, omwille van een aantal sterke nieuwe elementen, terechte schrappingen en het behoud van de kernelementen. Doch betreurt de auteur dat de erkenning op dit moment enkel nog beschikbaar is voor coöperatieve vennootschappen, in tegenstelling tot alle vennootschappen in het vorige regime. De belangrijkste aanbeveling bevindt zich echter op het vlak van promotie en laagdrempelig beschikbaar maken van de nodige informatie, en situeert zich dus niet louter op het vlak van wetgeving. We onthouden vooral dat de erkenning als sociale onderneming meer gekend zou moeten worden bij het grote publiek, opdat het een bekender en sterker merk zou zijn en zo meer maatschappelijk verantwoord ondernemen in de hand zou werken.

Bibliografie

WETGEVING

Wet van 20 juli 1955 houdende de instelling van een Nationale Raad voor Coöperatie, BS 10 augustus 1955

Wet van 7 mei 1999 houdende het wetboek van vennootschappen, BS 6 augustus 1999.

Wetboek van vennootschappen, BS 6 augustus 1999

Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, BS 4 april 2019

Wetboek van vennootschappen en verenigingen, BS 4 april 2019

Vlaams Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, BS 19 augustus 1997

Vlaams Decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid, BS 6 juli 2009

Waals Decreet van 20 oktober 2016 betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven, BS 7 november 2016.

KB van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen, BS 19 januari 1962

KB van 28 juni 2019 tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming, BS 11 juli 2019.

KB van 28 juni 2019 tot uitvoering van artikel 42, lid 4, van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en tot vaststelling van verschillende bepalingen betreffende het vermoeden van erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming, BS 11 juli 2019.

MB van 27 augustus 2019 houdende de lijsten van vennootschappen die worden vermoed erkend te zijn als sociale onderneming of als landbouwonderneming, BS 4 september 2019.

MB van 1 februari 2022 tot erkenning van een vennootschap als sociale onderneming en tot schrapping van deze vennootschap uit de lijst van vennootschappen die worden vermoed erkend te zijn als sociale onderneming bedoeld in bijlage 1 van het ministerieel besluit van 27 augustus 2019 houdende de lijsten van vennootschappen die worden vermoed erkend te zijn als sociale onderneming of als landbouwonderneming.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen en tot instelling van een normen- en waardenkader voor coöperatieve vennootschappen, Parl.St. Kamer 2014-15, nr. 54-0125/001

Voorontwerp van wet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3119/001.

Wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3119/002.

Amendementen op het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer, nr. 54-3119/004.

Amendementen op het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3119/008.

Verslag van de eerste lezing van het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3119/011.

 

RECHTSLEER

BENOIT-MOURY, A., “De quelques modifications fondamentales apportées au droit des sociétés” in BRAECKMANS, H., WYMEERSCH, E., Het gewijzigde vennootschapsrecht 1995, Antwerpen, Maklu, 1996, 1-34.

COECKELBERGH, D., BOSSCHAERT, M., JACOBS, L., Praktijkboek De Vennootschap met sociaal oogmerk. Twee decennia vso, theorie en praktijk (1995-2015), Mechelen, Wolters Kluwer, 2016, 420 p.

COIPEL, M., “Les sociétés à finalité sociale: innovation, révolution ou illusion” in X, ASBL et société à finalité sociale. Quelques aspects juridiques et économiques, Brussel, Mys&Breesch, 1996, 49-59.

CULOT, H., TISSOT, N., “Le cadre juridique de la société coopérative et les perspectives d’avenir” in DELCORDE, J. (ed.), La société coopérative: nouvelles évolutions, Brussel, Larcier, 2018, 11-46.

DENEF, M., Economische activiteiten van vzw en stichting. Juridische doorlichting van hun relatie met concurrenten, schuldeisers en begunstigde doelgroep in Rechtspersonen- en Vennootschapsrecht Jan Ronse Instituut - K.U.Leuven nr. 17, Kalmthout, Biblo, 2004, 607 p.

DENEF, M., “Situering en algemene kenmerken van de vzw - Algemeen” in DENEF, M. (ed.), De vzw, Brugge, die Keure, 2015, 1-14.

DENEF, M., VAN BAELEN, B., “Sociaal ondernemerschap in vergelijkend perspectief: juridische variaties van een ontluikende paradigmashift?”, TRV 2020, afl. 7, 942-956.

D’HERDE, M., “Apologie voor een miskende vennootschap”: In welke mate is een afzonderlijk statuut voor de Belgische social enterprise daadwerkelijk nodig, en is de vennootschap met sociaal oogmerk voldoende aangepast?, onuitg. masterproef rechten KU Leuven, 141 p. (verkorte versie intussen gepubliceerd: D'HERDE, M., “Van VSO naar CV erkend als SO: geslaagde restyling, of doorgeslagen striptease?”, TRV 2018, afl. 8, 817-836).

ERNST, P., “De vennootschap met een sociaal oogmerk” in BRAECKMANS, H., WYMEERSCH, E., Het gewijzigde vennootschapsrecht 1995, Antwerpen, Maklu, 1996, 35-70.

ERNST, P., “Het nieuwe vennootschapslandschap” in VPG (ed.), De nieuwe vennootschapswet - VPG studiedag 2018, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2018, 1-49.

FORIERS, P.-A., FRANCOIS, A., “Een nieuwe kijk op enkele klassieke dichotomieën in het vennootschapsrecht” in BRAECKMANS, H. (ed.) e.a., La modernisation du droit des sociétés/De modernisering van het vennootschapsrecht, Brussel, Larcier, 2014, 27-64.

FRANÇOIS, A., “Editoriaal: Op naar een BBC (‘Belgische Benefit Corporation’)”, TRV 2019, afl. 7, 683-684.

FRANÇOIS, A., VERHEYDEN, M., De VSO is dood, lang leve de SO! Over de erkende CV(SO) en de CV erkend als SO in XLIVe Postuniversitaire cyclus Willy Delva 2017-18. Het nieuwe ondernemingsrecht, Mechelen, Kluwer, 2019, 248-311.

FRANÇOIS, A., VERHEYDEN, M., “Onerkend is onbemind. Over de erkende vennootschappen in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen” in VPG (ed.), De nieuwe vennootschapswet - VPG studiedag 2018, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2018, 141-188.

GEENS, K., “Een nieuw wetboek van vennootschappen en verenigingen: lean and mean, fit and proper” in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), Quid leges sine cogitatione? Enkele reflecties over het vennootschapsrecht aangeboden aan Jean-Marie Nelissen Grade, Herentals, Biblo, 2011, 74-102.

SIMONART, V., « Double agrément des sociétés coopératives », TRV 2022, 59-61.

VAN GERVEN, D., “De coöperatieve vennootschap, de erkende vennootschappen, de feitelijke vereniging, de VZW, de IVZW en de stichtingen”, TBH 2018, afl. 9, 1067-1086.

VAN GERVEN, D., “Een poging tot omschrijving van de bestanddelen van de vereniging en de vennootschap” in Mélanges Philippe Gérard, Brussel, Bruylant, 2002, 249-272.

VAN GERVEN, D., Handboek vennootschappen. Algemeen deel, Gent, Larcier, 2016, 1300 p.

VERHEYDEN, M., “Het uitgebreid CV van de 'eigenlijke CV': praktische aandachtspunten in het licht van de internationale coöperatieve beginselen en de verschillen met de BV”, Not.Fisc.M. 2021, afl. 6-8, 182-204.

WYMEERSCH, E., “Rondgang langs enkele vennootschapsrechtelijke ontwikkelingen over de periode 1964-2000”, TPR 2001, afl. 1, 413-430.

 

BUITENLANDSE BRONNEN

  • Verenigd Koninkrijk

Art. 17 e.v. Community Interest Company Regulations 2005.

Art. 23 e.v. Community Interest Company Regulations 2005.

Art. 26 e.v. Community Interest Company Regulations 2005.

Part 5B of Income Tax Code 2007.

LLOYD, S., “Transcript: creating the CIC”, Vermont Law Review 2010, volume 35, 31-43.

  • Verenigde Staten

ESPOSITIO, R., “The Social Enterprise Revolution in Corporate Law: A Primer on Emerging Corporate Entities in Europe and the United States and the Case for the Benefit Corporation”, William & Mary Business Law Review 2013, volume 2, 639-714.

REISER, D.B., “Governing and Financing Blended Enterprise”, Chicago-Kent Law Review 2010, volume 85, 619-656.

VERHEYDEN, M., “Public Reporting by Benefit Corporations, Importance, Compliance and Recommendations”, Hastings Business Law Journal 2017-2018, volume 14:1, 37-106.

  • Italië

Wet van 28 december 2015 “sulle Società Benefit” nr. 208, Gazzetta Uff. 30 december 2015, nr. 302.

  • Frankrijk

Artikel L210-10 Franse Code de commerce.

Artikel L210-12 Franse Code de commerce.

Loi n° 2019-486 du 22 mai 2019 relative à la croissance et la transformation des entreprises, JORF n° 0119 du 23 mai 2019.

COURET, A., “Les sociétés à mission”, Recueil Dalloz 2020, n° 7, 432.

NOTAT, N., SENARD, J., Rapport aux Ministres de la Transition écologique et solidaire, de la Justice, de l’Économie et des Finances, du Travail - L’entreprise, objet d’intérêt collectif, 9 maart 2018, 123 p.

 

ONLINEBRONNEN

ACADÉMIE DES ENTREPRENEURS SOCIAUX, Baromètre des entreprises sociales en Belgique, 2018, http://www.ces.uliege.be/wp-content/uploads/2017/12/Barome%CC%80tre2016AES_PUBLI.pdf.

ASTER, ASTER cv erkend als sociale onderneming, 2021, https://aster.prezly.com/aster-cv-erkend-als-sociale-onderneming.

CODE SOCIALE ONDERNEMINGEN, Een stap op weg naar de BVm, 2022, www.codesocialeondernemingen.nl/Over-de-Code.

CODE SOCIALE ONDERNEMINGEN, Toelatingscriteria Register Sociale Ondernemingen, 2022, https://www.codesocialeondernemingen.nl/over-het-register/toelatingscriteria.

COLLECTIEF GOED, Bouwen aan wonen voor iedereen, 2020, http://collectiefgoed.be/.

DE BROEIKAS, Coöperatief, 2022, https://www.debroeikas.be/cooperatief/.

DENEF, M., Is er toekomst voor een VSO-statuut? Ja: sociaal ondernemerschap Passwerk illustreert het!, 2016, https://www.linkedin.com/pulse/er-toekomst-voor-een-vso-statuut-ja-sociaal-passwerk-het-denef/?trk=mp-author-card.

DUFAYS, F., MERTENS, S., Belgian Cooperative Monitor 2017, 2017, https://www.cera.coop/nl/cooperaties/info-en-onderzoek/belgian-cooperative-monitor.

ELECOO, Publicaties,  2021, https://www.elecoo.be/info-1/publicaties.

FEBECOOP, Hervorming van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen: Coöperaties verdienen een eigen wetboek, 2017, https://febecoop.be/wp-content/uploads/2017/10/Standpunt-wetboek-van-vennootschappen-1.pdf.

FOD Economie, Erkenning als sociale onderneming, 2019, https://economie.fgov.be/nl/themas/ondernemingen/een-onderneming-oprichten/belangrijkste-stappen-om-een/vennootschapsvormen/cooperatieve-vennootschappen/erkenning-als-sociale.

HUYBRECHTS, B., “Social Enterprise in Belgium: A Diversity of Roots, Models and Fields”, Icsem Working Papers no. 27, 2016, https://www.researchgate.net/publication/304460673_Social_Enterprise_in_Belgium_a_Diversity_of_Roots_Models_and_Fields_In_the_context_of_the_International_Comparative_Social_Enterprise_Models_ICSEM_project.

INCOFIN, About us, 2022, https://incofin.com/about-us/.

KLIMAAN, Wie zijn we?, 2019, https://coop.klimaan.be/klimaan/.

KVK, CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK, Overzicht rechtsvormen, 2022, https://ondernemersplein.kvk.nl/overzicht-rechtsvormen/.

MIRTO, Over Mirto, 2021, https://www.mirto.be/over-mirto.

REGULATOR OF COMMUNICATY INTEREST COMPANIES, Annual Report 2016-2017, 2017, https://www.gov.uk/government/publications/cic-regulator-annual-report-2016-to-2017.

REWIND, REWIND: ​(LAND)BOUWEN MET EN VOOR EX-GEDETINEERDEN, 2022, https://rewindvlaanderen.weebly.com/home.html.

SCWITCH, Over SCWITCH, 2022, https://scwitch.be/over-scwitch/.

SOCIAL ENTERPRISE, Sociale ondernemingen: wat zijn het?, 2022, www.social-enterprise.nl/over-sociaal-ondernemen/wat-zijn-het.

STAESSENS, M., DUFAYS, F., BILLIET, A., Belgian Cooperative Monitor 2021, 2021, https://www.cera.coop/nl/cooperaties/info-en-onderzoek/belgian-cooperative-monitor.

STARTFLEX, Een nieuwe BV: de maatschappelijke BV (BVm) oprichten, 2021, https://startflex.com/bv-oprichten/maatschappelijke-bv-bvm.

VAN OPSTAL, W., Coöperaties in België, Profielschets 2005-2010, 2012, https://cdn.nimbu.io/s/hcjwsxq/assets/Profielschets_in_Belgie.pdf.

 

ANDERE BRONNEN

Interview met mr. Xanne Holvoet (Impact advocaten) d.d. 2 juni 2022.