Vooronderzoek van het onroerend erfgoed: een stand van zaken

Fabian Rasson
Persbericht

Vooronderzoek van het onroerend erfgoed: een stand van zaken

Nicolaas Rasson

2de licentie Geschiedenis

Vrije Universiteit Brussel

 

Licentiaatsverhandeling

 

De diplomatieke breuk tussen België en het Vaticaan

 

Promotor : Professor E. Witte

___________________________________________________________________________

 

Dat het ooit tot een diplomatieke breuk is gekomen tussen België en het Vaticaan, is door weinigen geweten. Een affaire die eens zoveel beroering gewekt heeft, is vandaag compleet in de vergetelheid geraakt. In menige overzichtswerken wordt de zaak gereduceerd tot een intrigerend zinnetje in de trant van : '…en in 1880 verbrak de regering de diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan '. Meer gedateerde werken geven al wat meer prijs, maar deze werken hebben niet de diplomatieke breuk als onderwerp, maar behandelen de gespannen  politieke sfeer waarin deze breuk kon plaatsvinden. De auteurs van deze verouderde werken vaak niet vrij waren van enige prefiguraties en vooroordelen. De diplomatieke breuk was inderdaad onlosmakelijk verbonden met de schoolstrijd die in alle hevigheid was losgebarsten in 1879, en daarom was het voor deze auteurs moeilijk om niet automatisch verzeild te raken aan één van beide kanten van de ideologische breuklijn tussen katholieken en liberalen. Het kan dan ook eens interessant zijn om deze gebeurtenissen door een 21ste eeuwse bril te bekijken.

 

            We nemen de draad op in het jaar 1878. In België werden de verkiezingen gewonnen door de Liberale Partij die nu tot volle wasdom was gekomen. De liberalen hadden acht jaar lang zitten tandenknarsen op de oppositiebanken, en kregen nu eindelijk de kans om een ambitieus liberaal programma tot uitvoering te brengen. Ook in het Vaticaan had er dat jaar een ‘regimechange’ plaatsgevonden. Na het pontificaat van de intransigente paus Pius IX        ( 1846 – 1878 ), kwam er met Leo XIII een paus aan de macht die een frisse wind deed waaien in het Vaticaan. Politiek en maatschappelijk gezien vonden er een aantal transformaties plaats gedurende de 19de eeuw, en Leo XIII scheen bereid om de Kerk hier aan aan te passen. Leo XIII was ook de eerste paus die zich ten volle concentreerde op zijn geestelijke macht, daar Pius IX zich nooit heeft kunnen verzoenen met de situatie die was ontstaan in 1870 toen Italiaanse troepen de Pauselijke Staat overrompeld hadden en zo een einde hadden gemaakt aan zijn wereldlijke macht.

 

Na de liberale machtsovername in 1878 propageerden de radicale liberalen een onmiddellijke verbreking van de diplomatieke banden met de Heilige Stoel. Juridisch gezien hadden zij wel een punt, maar zij werden enkel gedreven door hun anti-klericale en anti-paapse inborst. Uit de diplomatieke correspondentie blijkt dat men in het Vaticaan zeer bezorgd was om het voortbestaan van de diplomatieke betrekkingen met België, maar dit was buiten het staatsmanschap van Frère-Orban gerekend. Het was bekend dat de leider van de nieuwe liberale regering het Vaticaan niet genegen was, maar al snel bleek dat Frère-Orban de nieuwe paus het voordeel van de twijfel wilde geven. Leo XIII begon een charmeoffensief ten aanzien van de Belgische Grondwet, terwijl deze altijd verfoeid was geweest door Pius IX, en spoedig ontvouwde er zich tussen de Belgische regering en het Vaticaan iets dat in de literatuur bekend staat als ‘l’échange de vues’. Het ging hier dus omwille van de speciale plaats van de Heilige Stoel binnen het internationale rechtsverkeer expliciet niet om ‘bilaterale onderhandelingen’.

Voor Frère-Orban moesten de diplomatieke banden met het Vaticaan niet onverwijld worden opgeblazen, maar dan wel op voorwaarde dat deze betrekkingen België eindelijk iets zouden opleverden. Terwijl het in het verleden altijd zo was geweest dat het Vaticaan de lakens uitzette, en soms geheel strijdig met de scheiding tussen Staat en Kerk een kwalijke rol had gespeeld in de binnenlandse politiek, was het nu voor het eerst in de geschiedenis van de Belgisch-Vaticaanse betrekkingen de Belgische regering die de agenda ging bepalen. De zwakke internationale positie van de Heilige Stoel maakte dat de paus een diplomatieke breuk kon missen als kiespijn, en daarom stelde hij zich aanvankelijk verzoenend en gewillig op.

 

De ‘échange de vues’ vonden enerzijds in Brussel plaats tussen Frère-Orban en de pauselijke nuntius, en anderzijds te Rome tussen de Vaticaanse staatssecretaris, kardinaal Nina, en de Belgische gezant, d’Anethan. Na de aanvankelijke successen, de onderwerping aan de liberale staatsvorm en de pauselijke interventie begin 1879 ten bate van de Belgische liberaal-katholieken in hun strijd met de ultramontanen, kwamen de limieten van de pauselijke meegaandheid beetje bij beetje aan de oppervlakte toen de liberale regering in 1879 werk wilde maken van haar secularisatieplannen m.b.t het lager onderwijs. Alhoewel deze plannen naar huidige normen nog zeer redelijk waren voor de Kerk, startte de clerus onder leiding van de Belgische bisschoppen een genadeloze campagne tegen de liberale regering. Het land was in de greep van de schoolstrijd, en in deze omstandigheden verlangde Frère-Orban van de paus dat deze zijn invloed zou aanwenden om de bisschoppen tot bedaren te brengen. Leo XIII deed enkele halfslachtige pogingen, maar hij kreeg het deksel op de neus. Het pauselijke gezag woog blijkbaar niet op tegen het temperament van de bisschoppen, en ook binnen de Romeinse Curie begon men te morren. Een kerkvader kan zich geen tweedracht permitteren binnen de eigen gelederen, en zo begon het Vaticaan eind 1879 warm en koud te blazen. Het was duidelijk dat de Vaticaanse diplomatie zich uit de benarde positie wenste te manoeuvreren, en vanaf april 1880 moest Frère-Orban vaststellen dat het Vaticaan een bocht van 180° graden had gemaakt. Op flagrante wijze werden eerdere verklaringen ontkend, en als klap op de vuurpijl was er de zaak Dumont; een hoogst onverkwikkelijke episode uit de geschiedenis van het Belgische episcopaat. Dumont, de geesteszieke ex-bisschop van Doornik, was namelijk uit wraak voor zijn ontslag met een hoop vertrouwelijke documenten naar de liberale pers gestapt waaruit bleek dat de paus en de nuntius dubbel spel hadden gespeeld met de bisschoppen. De opiniepers stond in rep en roer en op luttele weken van de verkiezingen van juni 1880, moest Frère-Orban wel kordaat optreden. Op 5 juni 1880 werd d’Anethan teruggetrokken uit Rome, en op 28 juni 1880 kreeg de nuntius in Brussel het bericht dat zijn aanwezigheid in België niet meer gewenst was : de diplomatieke breuk met het Vaticaan was een feit.

 

Het zou discutabel zijn om de hierboven beschreven evenementen die aan de breuk vooraf zijn gegaan, te catalogeren als een episode in de Belgische buitenlandse politieke geschiedenis. De speciale, zeg maar unieke, natuur van de Heilige Stoel, maakt dat we onmogelijk kunnen spreken van een interstatelijk conflict. De diplomatieke breuk tussen België en het Vaticaan moet eerder gezien worden als een zeer tastbare afscheiding tussen Staat en Kerk, ondanks het feit dat de diplomatieke relaties in 1884 onmiddellijk werden hersteld toen er opnieuw een katholieke regering aantrad. Markant genoeg was deze totale breuk er gekomen omdat de Kerk nog niet rijp bleek te zijn om via overleg met de moderne Staat tot een billijke scheiding te komen.

 

Universiteit of Hogeschool
Audiovisuele en Beeldende Kunsten, Conservatie en restauratie van Muurschilderkunst
Publicatiejaar
2004
Share this on: