Feminisering in de Vlaamse magazinepers

Annelies Ryckaert
Persbericht

Feminisering in de Vlaamse magazinepers

Dubbel zoveel vrouwelijke journalisten in Belgische magazinepers dan in dagbladsector

 

GENT – In de westerse magazinepers zijn vrouwelijke journalisten in vergelijking met hun mannelijke collega's nog steeds in de minderheid. In vergelijking met andere mediasectoren zijn vrouwen echter veel sterker vertegenwoordigd in de magazinepers. Percentueel worden er bijvoorbeeld in België meer dan dubbel zoveel vrouwen tewerkgesteld in de maand- en weekbladpers (48%) dan in de dagbladsector (22%). Dit heeft enerzijds te maken met de onderwerpen die in de bladen aan bod komen en anderzijds met het werkritme, de vrij regelmatige werkuren en de lagere werkdruk binnen de magazinepers. Daarnaast zou de magazinesector beter aansluiten bij de leefwereld van vrouwen en toegankelijker voor vrouwen zijn. Dit blijkt uit het thesisonderzoek "'Feminisering' in de Vlaamse magazinepers" van Annelies Ryckaert, licentiate in de Communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent. Haar thesisonderzoek kadert in het lopend onderzoek 'Gender en Journalistiek' van de vakgroep Communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent.

 

Gedurende het academiejaar 2003-2004 onderzocht Annelies Ryckaert de tewerkstellingssituatie, de loopbaan en barrières van vrouwelijke journalisten binnen de westerse media en specifiek de Vlaamse magazinepers. Ook de oorzaken voor de relatief 'sterkere' vertegenwoordiging van journalistes binnen de magazinepers en het begrip 'feminisering' of 'vervrouwelijking' werden onder de loep genomen. Dit gebeurde aan de hand van literatuurstudie en elf diepte-interviews bij vrouwelijke journalisten van Feeling, Flair, Libelle, HUMO, Knack en Weekend Knack. "De antwoorden van de verschillende journalistes zijn vaak heel persoonsgebonden", vertelt de jonge communicatiewetenschapper, "Het is zeker niet de bedoeling om op basis van slechts elf interviews de onderzoeksresultaten te veralgemenen. Het blijft exploratief onderzoek. Dit betekent dat we het onderzoeksveld willen verkennen en aftasten, maar daarnaast willen we ook een aantal zaken in de diepte bekijken en naar verbanden en verklaringen zoeken. We proberen in de verschillende antwoorden een zekere constante terug te vinden, maar zonder te veralgemenen".

 

Onderzoek in de westerse media toont aan dat er in de verschillende mediasectoren een sterke ondervertegenwoordiging van vrouwelijke journalisten is. Hun aandeel schommelt rond één derde (33%) van de totale beroepsgroep. België, en ook Vlaanderen, doen het in vergelijking met de andere westerse landen een stuk slechter. Het aandeel vrouwelijke journalisten in ons land blijft beperkt tot iets meer dan een kwart (26,50% in België en 26,18% in Vlaanderen) van alle journalisten. Wel is er een positieve evolutie merkbaar. De laatste decennia is het aantal vrouwelijke journalisten in de verschillende westerse media langzaam maar zeker gestegen. Maar België is ook hier een buitenbeentje. Tot 2000 stelt men wel een stijgende trend vast, maar in de periode 2000 tot 2004, is deze omgebogen. Er is een daling van 1,4% van het totaal aantal vrouwelijke journalisten. Specifiek voor de printmedia is er wel nog steeds een duidelijke en sterke stijging van het aantal vrouwelijke journalisten.

 

"Ondanks de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke journalisten in alle mediasectoren, blijkt uit onderzoek dat in alle westerse landen vrouwelijke journalisten veel sterker vertegenwoordigd zijn in de periodieke pers in vergelijking met andere mediasectoren", vertelt de onderzoekster enthousiast, "Percentueel worden er bijvoorbeeld in België meer dan dubbel zoveel vrouwen tewerkgesteld in de periodieke pers (48%) dan in de dagbladsector (22%)". Uit het onderzoek blijkt dat er volgens de journalistes twee belangrijke oorzaken zijn voor deze sterkere vertegenwoordiging. Enerzijds heeft de sterke vertegenwoordiging te maken met de onderwerpen die in de week- en maandbladen aan bod komen en anderzijds met het werkritme, de vrij regelmatige werkuren en de lagere werkdruk binnen de magazinepers. Daarnaast zou de magazinesector beter aansluiten bij de leefwereld van vrouwen en ook toegankelijker voor hen zijn. "Het is geen 'mannenwereldje' en er is minder concurrentie, minder 'haantjesgedrag'. Daarenboven vereist deze sector minder assertiviteit dan dat dit bijvoorbeeld in de dagbladpers het geval is", verduidelijkt Annelies Ryckaert, "Sommige journalistes zeggen dat er in Vlaanderen heel veel magazines, en dan specifiek vrouwenbladen, worden uitgegeven en dat deze vooral door vrouwen worden gelezen. Zij stellen dat hierdoor vrouwelijke journalisten zich, als vrouw, meer aangesproken voelen om voor deze bladen te schrijven: 'vrouwen schrijven voor vrouwen'".

 

De westerse journalistiek is niet alleen horizontaal - de magazinepers lijkt meer toegankelijk te zijn voor vrouwen dan andere mediasectoren - maar ook verticaal gesegregeerd. "Vrouwen werken geconcentreerd in bepaalde functies en voor specifieke onderwerpen", zegt de licentiate, "Daarnaast stoten we ook op significante verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke journalisten en dit zowel in hun werkomstandigheden als in hun persoonlijk leven. Dit stellen we ook vast op basis van de antwoorden uit de diepte-interviews, al wordt hier af en toe afgeweken van de bekomen resultaten uit eerder onderzoek".

 

In haar scriptie trachtte Annelies Ryckaert ook meer duidelijkheid te scheppen rond het begrip 'feminisering' of 'vervrouwelijking'. "In de literatuur vond ik terug dat 'feminisering' kan door vier strategieën. Ten eerste door meer vrouwelijke journalisten, ten tweede door meer vrouwen aan bod te laten komen als object van nieuws, vervolgens meer aandacht voor andere thema's en onderwerpen en tot slot door het gebruik van een andere schrijfstijl, invalshoek of benaderingswijze", vertelt ze, "We kunnen met andere woorden een onderscheid maken in enerzijds de 'feminisering' of 'vervrouwelijking' van de mediaproductie en anderzijds van de media-inhoud".

 

"Een aantal auteurs menen dat indien er een 'critical mass' bereikt wordt, de stijging van het aantal vrouwelijke journalisten, dus 'feminisering' van de mediaproductie, automatisch een verandering, een 'feminisering' van de boodschap of de media-inhoud teweegbrengt", zegt de onderzoekster. Met 'critical mass' wordt het kritische punt bedoeld dat minimaal bereikt dient te worden om een verschil te kunnen maken. Dit kritische punt zou rond 30% vrouwelijke journalisten in de mediasector liggen. "Andere auteurs zijn het hier niet mee eens en stellen dat een stijging van het aantal vrouwelijke journalisten geen verandering van de media-inhoud teweegbrengt", verduidelijkt ze, "Deze auteurs zeggen dat andere factoren, zoals de commercialisering, privatisering en popularisering, vaak op vraag van het publiek en met als doel een vrouwelijk publiek aan te trekken, er voor zorgen dat het nieuws verandert". Uit de diepte-interviews blijkt dat het merendeel van de bevraagde journalistes zich aansluiten bij deze tweede visie.

 

Universiteit of Hogeschool
Communicatiewetenschappen
Publicatiejaar
2004
Share this on: