De Golfoorlog van Het Laatste Nieuws, De Standaard en De Morgen

Suzanne Hoogewijs
Persbericht

De Golfoorlog van Het Laatste Nieuws, De Standaard en De Morgen

De Golfoorlog van Het Laatste Nieuws, De Standaard en De morgen.  1990-1991.

Suzanne Hoogewijs

 

De huidige perikelen in Irak laten niemand ongemoeid, en de politiek en houding van de Verenigde Staten worden door een steeds groter publiek gevolgd en bediscussieerd.

De wortels van deze scriptie liggen in de periode van de aanloop naar de oorlog, de periode waarin de wapeninspecteurs verwoed massavernietigingswapens opspoorden, en de Bush- administratie haar oorlogsretoriek opvoerde. 

Deze gebeurtenissen brachten de auteur (als historica) ertoe de vorige Golfoorlog nader te onderzoeken, waarbij ze ook de oorlogsretoriek en –propaganda van de VS wou betrekken. 

Deze retoriek en propaganda, elk nieuws, bereikt het publiek steeds via bepaalde kanalen; de media, dus diende hiernaar onderzoek verricht te worden.

Over de nieuwsproductie en -perceptie omtrent de Golfoorlog zijn in de VS en in mindere mate in Europa heel wat studies verschenen, waaruit blijkt dat deze oorlog symbool staat voor een ten top gedreven verstrengeling van macht en media; nooit voorheen in de geschiedenis was oorlogsverslaggeving aan zo een nauwgezette controle onderworpen en waren de oorlogspropaganda en censuur zo merkbaar. 

Voor Vlaanderen is hierover geen informatie voor handen, wat de vraag deed rijzen naar de kwaliteit van de informatie die híer over de Golfcrisis verstrekt werd, of de technieken die de Bush Sr.- administratie gebruikte ook hier verspreid werden. 

Uiteindelijk werden deze doelstellingen gevat in één enkele vraagstelling: wat was het beeld dat het Vlaamse publiek van het Golfconflict kon opbouwen op basis van de beschikbare media? 

Uit de talrijke media werd de dagbladsector weerhouden, en hierin werd gekozen om Het Laatste Nieuws (als enig representatieve liberale krant in Vlaanderen met tevens de hoogste oplage), De Standaard (in het spectrum van de katholieke kranten zeer representatief en een vertegenwoordiger van kwaliteit en een hoge oplage), en De Morgen (als zijnde onafhankelijk en de enige Vlaamse krant met een ‘links’ en progressief imago, alsook borg staande voor kwaliteit) te bestuderen. 

 

De studie behelst ten eerste een kwantitatief deel die voor de 262 dagen tellende crisisperiode tot resultaten komt omtrent drie basisgegevens ‘onderwerp/inhoud’, ‘auteur’ en ‘lengte’.   Per krant leverde dit verscheidene conclusies op, bijvoorbeeld welke krant waarover het meeste bericht, welke auteurs voornamelijk waarover berichten, welke lengte bepaalde onderwerpen procentueel gezien het vaakst toebedeeld krijgen, etc.

Ten tweede de kwalitatieve studie, opgebouwd rond 11 controversiële ‘historische’ data tussen augustus 1990 en april 1991. Per datum werden thema’s afgelijnd die per krant werden getoetst aan discourscriteria.  Er werd eveneens een onderscheid gemaakt tussen opiniërende en redactionele artikels.

Ook naar de op de voorpagina gepubliceerde foto’s werd onderzoek gedaan.

 

En de resultaten waren verrassend; de berichtgeving over de Golfoorlog was in de drie kranten totaal verschillend.  De lezers van de respectievelijke kranten zullen elk een verschillend beeld van het conflict gehad hebben, dit door de verschillende uitgangspunten die de kranten hanteren.  Enkele algemene conclusies;

 

Het Laatste Nieuws gaat steevast uit van aan Belgen gerelateerde feiten, waarbij algemene informatie meestal ontbreekt t.v.v. emotionele verhalen.  Over de Belgische politieke besluitvorming wordt zelden bericht, maar als het gebeurt is dit steeds zeer geringschattend, waarmee de krant in de lijn lag van haar (toenmalige oppositie) partij PVV.  Omtrent de oorlog en de aanpak van de VS wordt in elk stadia van het conflict positief bericht, de omgang met het oorlogsgegeven is soms ronduit simplistisch.  Hoessein daarentegen wordt reeds van de eerste dag van het uitbreken van het conflict gedemoniseerd.  De krant vertoont een duidelijke sensatiezucht en vergrijpt zich meermaals aan voorbarige dramatisering. 

De in Het Laatste Nieuws geboden informatie is ontoereikend voor de lezer die een contextueel beeld van het conflict wil, temeer daar een discours gehanteerd wordt dat vele van de propagandatechnieken, gehanteerd om de oorlog te legitimeren, inhoudt. 

 

De focus van de lezer van De Standaard zal zich in eerste instantie steeds richten op wat de grootmachten en in het bijzonder de VS aan houding innemen, en over de Amerikaanse aanpak wordt lovend bericht.  Ook hier wordt Hoessein negatief afgeschilderd.  De Standaard bericht echter paradoxaal over de oorlog daar ze enerzijds uit dat vrede en diplomatieke oplossingen te verkiezen zijn boven oorlog.  Anderzijds bleek uit de berichtgeving dat de krant het volledig eens is met de lijn van Washington.  Frappant bij De Standaard is de omgang met Israël; waar de krant in de redactionele tekst quasi nooit tussenkomt, kenmerken de stukken over Israël zich door een uitgesproken subjectieve affiniteit.  Ook door De Standaard werden bepaalde propagandatechnieken overgenomen.

 

De focus van de lezer van De Morgen wordt gericht op wat er ter plaatse gebeurt, m.a.w. op Irak, Koeweit en hun buurlanden.  Wegens hun harde oorlogspolitiek wordt omtrent de VS een negatief beeld opgehangen.  De krant staat zeer kritisch tegenover de oorlog en staat een uitgesproken vredesvisie voor.  Over Hoessein is de krant niet lovend, maar hij wordt ook niet gedemoniseerd.  De krant kenmerkt zich door een steeds op zoek gaan naar contextualisering, en een zeer kritische omgang met de informatie.  Het is de enige krant die duidelijk tussenkomt in de redactionele tekst.

 

De berichtgeving van Het Laatste Nieuws en De Standaard, gekenmerkt door een, hoogstwaarschijnlijk onbewust, overnemen van de oorlogspropaganda is een duidelijke indicatie van het feit dat de informatiestroom vanuit de Golf zeer uniform was en de hele wereld het door het Pentagon gecensureerde en mooie plaatje van de oorlog kreeg.  Eveneens maakt dit de westerse oriëntatie van de internationale nieuwsflow duidelijk merkbaar.  De Morgen heeft door de aparte manier van omgaan met de feiten oorlogspropaganda in de nieuwsverstrekking vermeden.

 

Deze scriptie werd beloond met een grote onderscheiding.  Ze werd door Prof. Dr. G. Deneckere omschreven als ‘een meer dan geslaagde eindverhandeling waarmee een enthousiaste, gedreven studente aantoont dat ze de kneepjes van het vak kent en op een doorgedreven manier de historische kritiek van de massamedia toepast.’

‘Met een geslaagde uitwerking van haar probleemstelling overstijgt Hoogewijs het zuiver beschrijvende niveau waarin vele persstudies blijven steken. De auteur bewijst dat ze kaas gegeten heeft van historische kritiek van woord en beeld in de massamedia en betrekt de volledige nieuwsketen - van nieuwsbron over redactie tot lezers - in haar personderzoek. Steeds verzorgd in taal en opbouw hanteert ze een ruimer kader dan enkel de studie van drie kranten; ook de betekenis en positie van de Verenigde Naties en de voorgeschiedenis van de Amerikaanse buitenlandse politiek worden belicht op basis van de voornaamste binnen- en buitenlandse literatuur.’

 

Universiteit of Hogeschool
Geschiedenis
Publicatiejaar
2003
Share this on: