Scientology: vrijheden in conflict.

Pieter
Blondeel

Scientology: Vrijheden in Conflict

 

Deze verhandeling kan men grofweg onderverdelen in 3 hoofdstukken. Enerzijds wordt een kritisch zicht geworpen op de meer bredere problematiek omtrent sekten. Anderzijds wordt ingegaan op één specifieke beweging, met name de organisatie Scientology. En dit alles wordt hoofdzakelijk geplaatst in een politieke context, hoofdzakelijk in deze van vrijheid van religie en vrijheid van meningsuiting.

 

Om verschillende redenen wordt de these van 'vrijheden in conflict' centraal geplaatst. Enerzijds beweert Scientology zelf slachtoffer te zijn van religieuze discriminatie en intolerantie, anderzijds zijn er talloze ex-leden die slachtoffer beweren te zijn van een beperking van vrijheid van meningsuiting. De kerk van Scientology zelf komt meer dan eens in botsing met het gerecht, met kritische onderzoekers en met verschillende vormen van media. In de meeste gevallen is het deze beweging zelf die overgaat tot een rechtszaak.

 

In deze verhandeling wordt gezocht naar antwoorden op verschillende vragen: Is Scientology gevaarlijk, schadelijk, illegaal of crimineel? Is de vrijheid van religie in gevaar? Is er sprake van (religieuze) intolerantie en discriminatie? Zijn de vele en soms harde kritieken (tegenover Scientology/tegen de hierboven genoemde landen) gerechtvaardigd? Is deze organisatie met andere woorden een zuiver commerciële organisatie, is ze uit op macht, doet ze aan mentale manipulatie? Of verschilt Scientology in geen enkel opzicht van andere religies? Is interventie vanuit de overheid gewenst, nodig en/of gerechtvaardigd? Welke vorm van interventie kan en kan niet? Schendt Scientology bepaalde vrijheden en (mensen)rechten? Kan men grenzen stellen in bepaalde specifieke noties zoals die van vrijheid van religie; vrijheid van meningsuiting, van pers en kritiek; scheiding van kerk en staat; en zijn deze nodig, wenselijk en te rechtvaardigen of juist niet?

 

Een groot deel van de aandacht gaat naar de bronnen van conflict en polarisatie die voor zo'n grote verdeeldheid en oneensheid zorgen in het sektendebat. Het doel daarvan ligt niet in het verscherpen van deze tegenstellingen, maar eerder in de verheldering ervan. In het sektendebat kan men namelijk een onderscheid maken tussen twee elkaar uitsluitende gedachtengemeenschappen, meestal aangeduid met de naam 'cult-apologists' en 'cult-bashers'. Deze bouwen zich op rond bepaalde zaken zoals de bruikbaarheid van getuigenissen van kritische ex-sekteleden, de discussie omtrent mentale manipulatie, de rol en invloed van verschillende (soorten) sekteobservatoria en de samenwerking van onderzoekers met sekten of nieuwe religieuze bewegingen in het voeren van onderzoek naar deze bewegingen.

Er wordt op een kritische manier gezocht wordt naar oorzaken van dit conflict en deze polarisatie in het sektendebat zonder dat daar zelf meteen bepaald standpunt wordt aan vastgekoppeld. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een groot aantal diverse academische, politieke, juridische en journalistieke bronnen.

Een eerste aanwijzing van deze polarisatie is bijvoorbeeld te vinden in de woordkeuze en definitie. Kan men Scientology een sekte noemen, is de term 'nieuwe religieuze beweging' meer gepast, waarom noemen we deze beweging niet gewoon een religie en waarom ligt deze woordkeuze zo gevoelig? Het is moeilijk deze beweging met één enkele definitie of term te omschrijven. Ze vormt een unieke mix van psychotherapeutische, filosofische, pseudo-wetenschappelijke, pseudo-medicinale, pseudo-psychiatrische, didactische, politieke, commerciële en religieuze elementen.

Een tweede aanwijzing is te vinden in de soms hevige politieke discussie omtrent het sektendebat. Sekten, en meer specifiek Scientology, zijn reeds meermaals onderwerp van discussie geweest in verschillende landen en hebben geleid tot speciale commissies en parlementaire rapporten: Australië (1965), Nieuw-Zeeland (1969), Zuid-Afrika (1969), Canada (1971), Verenigd Koninkrijk (1971), Nederland (1984), Frankrijk (1985, 1995), Zwitserland (1997), België (1997), Duitsland (1998) en ook op Europees niveau (1984, 1992, 1996, 1997, 1999). Naast een overzicht van enkele van deze politieke/parlementaire rapporten over sekten/Scientology wordt iets uitgebreider ingegaan op de situatie van deze problematiek in 4 specifieke landen: België, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten, aangevuld met een verkenning van het Europese niveau. Deze landen ontvangen namelijk sinds enkele jaren kritiek vanuit de Verenigde Staten aangaande religieuze discriminatie en intolerantie.

Verder worden verschillende verwijten gericht aan de media. Deze zou slecht geïnformeerd zijn, geen adequaat onderzoek verrichten, vooroordelen verspreiden, hoofdzakelijk een spreekbuis vormen voor kritische ex-sekteleden en (religieuze) discriminatie en intolerantie in de hand werken. Ook het internet ontsnapt niet aan dergelijke (éénzijdige) kritieken. Zo heeft Scientology al de zoekmachine Google, de nieuwsgroep alt.religion.scientology en een hele hoop internet service providers voor de rechtbank gedaagd.

 

In het deel over Scientology zelf wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van Scientology. De basis hiervan ligt bij 'Dianetics', en diens uitvinder: Lafayette Ronald Hubbard. Dianetics, 'uitgevonden' in 1950, wordt omschreven als 'de moderne wetenschap van de mentale gezondheid', wat een groot deel van de verklaring vormt waarom Scientology veelal als een psychotherapeutische sekte wordt omschreven. Later werd deze dan min of meer omgevormd tot een religie.

Verder wordt ook ingegaan op de organisationele component van deze beweging. Scientology maakt namelijk gebruik van verschillende frontgroepen waar de banden met Scientology zelf niet altijd even duidelijk zijn. Eigen aan deze organisationele structuur is het gebruik van handelsmerken, dienstmerken, handelsgeheimen en licenties. Ook bestaat er een enorm scala aan beleidsmaatregelen waarmee deze structuur bestuurd wordt.

In deze beleidsmaatregelen, in de uitvoering van Hubbards voorschriften, ligt ook de verklaring voor de specifieke manier waarop Scientology omgaat met critici. Deze voorschriften, genaamd 'fair game', 'suppressive persons', 'potential trouble sources', en voorschriften omtrent 'positive', 'defensive' en 'black PR', zijn erop gericht allerlei critici de mond te snoeren en schrijven voor deze personen te beliegen, bestelen, bedriegen, verwonden, vernietigen en te dagvaarden.

 

Er kan dus worden gesteld dat Scientology zelf, tenminste gedeeltelijk verantwoordelijk is voor dit conflict en deze polarisatie. In de meeste gevallen is het zelfs mogelijk die te herleiden tot bepaalde voorschriften van Hubbard; voorschriften wat te doen met critici, met negatieve informatie, omtrent het doel van de rechtszaak, omtrent media en 'PR'. Naast deze voorschriften vormt ook de ontstaansgeschiedenis en evolutie van Scientology een gedeeltelijke verklaring voor dit conflict.

Download scriptie (1.84 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005