Schrijven over en voor ouders in Libelle na 1980

Emme
Vandeginste
  • Emme
    Vandeginste

Libelle is geen ‘blaadje’ om zonder handschoenen aan te pakken

‘Opvoeden!’ ‘Dit werkt!’ ‘Doe het zo!’ Wie denkt dat een vrouwenblad als Libelle een passieve getuige is van wat er in een samenleving leeft, heeft het mis. Libelle is een actief instrument dat advies, normen en waarden over opvoeden uitdraagt. Advies dat vaak tegenstrijdig is en niet vanzelfsprekend.

Het persoonlijk leven  wordt steeds meer doordrongen door vreemden

Van alle kanten krijgen ouders advies over hoe zij hun kinderen het best kunnen opvoeden. Via allerhande bochten en banen dringen deskundigen binnen in het gezin. Dat kan al heel simpel via de krantenwinkel of via de brievenbus. Ouders lezen een boek en leggen het terug op de salontafel. Als het een beetje meezit en meevalt, proberen ze zoveel mogelijk uit in de praktijk. Bij een volgend bezoek aan de bibliotheek vinden ze een ander boek dat een ander mooi verhaal vertelt. Vlijtig gaan ouders met hun kunnen en creativiteit in de weer om ‘iets’ uit elk boek toe te passen op hun eigen kroost. Het is zoiets als het combineren van twee recepten tot een heerlijke schotel, perfect op smaak gebracht. Op maat van het gezin.

Twijfel durft wel eens uit de kookpotten op te borrelen. ‘Hoe moet het?’ ‘Doe ik het goed?’ Het heerlijke genot van die eerste durf, kan dan wel eens een bittere nasmaak krijgen.

Ouders willen hun kind een zo goed mogelijke opvoeding geven en gaan er dus alles aan doen om naar de beweringen van deskundigen te luisteren. En die beweringen, adviezen dus, klinken als waarheden in de oren. Het is dan ook niet vreemd dat ouders ze vanzelfsprekend vinden.

Geen recepten, wel kookboeken

Er zijn boekenkasten vol geschreven over opvoeding, er is dus opvoedingsadvies à volonté. Overal, van de supermarkt tot in de huiskamer, vinden we deze boeken vol deskundigheid. Bijna op elke achterflap van zo’n populair opvoedingsboek staat een klein zinnetje in de vorm van: ‘Dit zijn geen opvoedingsrecepten, de waarheid bestaat immers niet, maar wegwijzers’. Een geruststelling voor ouders en tegelijkertijd een enorme verantwoordelijkheid voor diezelfde ouders. Kookboeken verschijnen aan de lopende band en het is aan ouders om uit al deze (tegenstrijdige) deskundige adviezen de juiste opvoeding te distilleren.

Niet alleen vakliteratuur en opvoedingsboeken geven ouders advies, wie graag het vrouwenblad Libelle leest, kan elke week rekenen op adviezen over opvoeding. Niet onbelangrijk dus om na te gaan of ook vrouwenbladen een trend naar ‘altijd maar meer moeten en willen weten over de opvoeding’ mee onderschrijft. Vragen als: Hoe spreekt een vrouwenblad als Libelle, vanaf de jaren tachtig tot nu, ouders (en dan vooral moeders) aan? Wat en hoe schrijft zij over opvoeding? Wat en hoe schrijft zij niet? brengen vanzelfsprekendheden aan de oppervlakte die helemaal geen vanzelfsprekendheden zijn.

De Libelle-dokter

Libelle vat de opvoeding heel simpel samen in ‘vijf tips’ of ‘drie regels’. Tips die claimen te werken. Voor wie deze regels volgt en toepast, is opvoeden een makkie. Het is alvast een belofte die Libelle onderhuids aan haar lezers meegeeft. Maar wat als het niet zo simpel loopt?

Libelle is geen spiegel van de werkelijkheid, maar een drager van een cultuur en van bepaalde zienswijzen. Libelle maakt de werkelijkheid. Ze schrijft voor en over ouders (lees: vooral moeders). Ze spreekt over opvoeding en draagt adviezen uit. Of we nu 1981 of 2011 zijn, Libelle schrijft in absolute bewoordingen naar ouders. Ze geeft adviezen en tips, ze zegt wat helpt en werkt. Haar verhalen presenteert ze als zuivere waarheden. Haar adviezen klinken als vanzelfsprekendheden in de oren. Deskundigheidsadvies zegeviert. Professionalisering is nu het codewoord. Libelle ondertekent haar artikels met: ‘uw psycholoog’, ‘de Libelle dokter’, ‘de deskundige’. Wat opvalt is dat ook telkens dezelfde deskundigen aan het woord komen. Deskundigen die een naam hebben en hun deskundigheid al bewezen hebben.

Een trend naar altijd maar meer moeten en willen weten

Libelle laat uitschijnen dat het blad veel veranderd is, maar wie verder kijkt ziet grote lijnen van continuïteit. Bepaalde beelden uit het verleden leven in het vrouwenblad voort. Er mag dan meer geschreven worden over vaders, het onderhandelingsgezin mag dan de norm geworden zijn, als er iets misloopt met de opvoeding van de kinderen dan is het vaak nog de moeder naar wie gekeken wordt. De (ver)zorgende moeder is niet van het toneel verdwenen. Libelle wordt opener en verruimt haar blik naar andere culturen en horizonten, er verschijnt meer ‘kleur’ in het blad, toch blijft Libelle zich in hoofdzaak richten op een ‘doorsnee’ blanke middenklassevrouw. Veel minder is Libelle er voor de allochtone vrouw.

De adviezen die Libelle uitdraagt zijn vaak tegenstrijdig en paradoxaal. Het vrouwenblad volgt de gangbare normen van haar tijd en onderstreept mee de denkbeelden van haar tijd. Libelle stapt mee in een verhaal waar het volgen van adviezen en cursussen tot norm verheven zijn. De trend naar professionalisering van het ouderschap wordt door Libelle nog versterkt: van ouders wordt verwacht dat ze de adviezen niet enkel lezen, ze moeten ze ook volgen en toepassen. Ouders moeten deskundigen in de opvoeding worden, zich bijscholen en professionaliseren. Enerzijds zegt Libelle dat ouders de natuurlijke opvoeders zijn van het kind, anderzijds moeten diezelfde ouders wel leren opvoeden. Aan de ene kant zegt Libelle aan moeders dat ze de lat wat lager mogen leggen, dat ze niet perfect moeten zijn. Aan de andere kant vraagt ze haar lezeressen aan een bepaald beeld te voldoen. Perfectie bestaat niet, zegt Libelle, maar veel van haar artikels geven wel een streven weer naar die perfectie. Libelle haalt de vrouw weg van de haard, tegelijk maakt de (ver)zorgende moeder nog steeds deel uit van het plaatje.

Libelle is het allemaal (geweest): vooruitstrevend en bevestigend, spil en motor, stereotypebevestigend en taboe doorbrekend, wantrouwend en vertrouwend, geruststellend en beangstigend.

Download scriptie (1.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2012