Robuustheid verkeerswerken bij rampen en evacuaties.

Stijn
Willems

Uit België kan je niet vluchten

 

Grootschalige evacuaties leiden bijna altijd tot verkeerschaos. Dat konden we onlangs opnieuw vaststellen tijdens de evacuaties in New Orleans en Houston. Nochtans beschikken de Verenigde Staten over gedetailleerde evacuatieplannen. België heeft die niet. Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur Stijn Willems trok reeds voor de doorkomst van Katrina en Rita aan de alarmbel. In zijn eindwerk dat vorig academiejaar te Leuven verscheen, vergeleek hij de verkeerskundige aspecten van evacuatieplannen in België, Nederland en de Verenigde Staten. Willems gooide hoge ogen, België is gebuisd.

 

De beelden staan nog op ons netvlies gebrand. Eind september slaan twee miljoen mensen op de vlucht voor de orkaan Rita en zorgen zo, daags voor de orkaan aan land komt, voor meer dan 150 kilometer file richting San Antonio, Austin en Dallas. Twee miljoen wanhopige mensen trachten met een gemiddelde snelheid van minder dan vijf kilometer per uur aan een orkaan te ontkomen.

De Verenigde Staten beschikken nochtans sinds eind jaren ’90, toen de orkanen Floyd en Georges een nooit geziene verkeerschaos veroorzaakten, over een uitgebreid arsenaal aan verkeersmaatregelen en evacuatieplannen voor hun orkaangevoelige kustgebieden. Dat die plannen hun doel gemist hebben, heeft vooral te maken met de explosieve bevolkingsgroei in deze gebieden.

De meest opvallende verkeersmaatregel tijdens zo’n evacuatie is de contraflow, het omdraaien van de rijstroken op inkomende snelwegen. Zo verdubbelt de capaciteit voor het evacuerende verkeer. Dit lijkt eenvoudig, maar is het in de praktijk helemaal niet. Het beginpunt van de contraflow moet veilig en efficiënt worden ingericht, een ingewikkelde klus. De verkeersaanwijzingen moeten leesbaar zijn voor het tegen de rijrichting in rijdende verkeer. En de op- en afritten van de omgedraaide rijstroken moeten voor de veiligheid afgesloten worden. Vergeet daarbij niet dat plastic kegeltjes al eens willen wegwaaien, zeker wanneer er een orkaan aankomt. 

 

En België?

Orkanen heeft België nog niet vaak gezien, maar daarom zijn we hier nog niet veilig. Denk maar aan het Antwerpse havengebied, één van de grootste chemische sites van Europa. Net daar deed zich ‘het broomincident’ voor. Begin maart 2004 kantelde in de haven een tankwagen, waarbij erg giftige broomdampen vrijkwamen. Gevolg: drieduizend personen werden geëvacueerd én de A12 werd volledig afgesloten. De verkeerschaos was gigantisch, de evacuatie verliep erg moeizaam. Dit was de rechtstreekse aanleiding tot Willems’ onderzoek naar het verkeerskundige aspect bij grootschalige evacuaties. Wat zou er gebeuren als niet drieduizend maar wel driehónderdduizend personen moesten geëvacueerd worden?

Navraag bij de bevoegde provinciale diensten en politie leidde vrij snel tot de conclusie dat België helemaal niet is voorbereid op zo’n rampscenario. Er bestaan nergens verkeersplannen voor massale evacuaties. Meer nog, er bestaan nauwelijks verkeersplannen voor rampsituaties in het algemeen. De uitzondering die de regel bevestigt is het gedetailleerde verkeersregelplan voor de Antwerpse haven. Aan het verkeersprobleem bij de evacuatie van duizenden personen besteedt niemand aandacht. Men rekent op de terreinkennis van het personeel en enkele algemene principes, zoals het zoneren van het rampterrein.

 

Nederland daarentegen besteedt wel aandacht aan het verkeer in zijn rampenplannen. Het is zelfs zo dat er gedetailleerde evacuatieplannen bestaan in overstromingsgevoelige gebieden. De overstromingen van ’95 in Nederland liggen duidelijk aan de basis van het toenemende besef van het belang van degelijke evacuatieplannen. Daarenboven doemt er nog steeds het spook op van de zware stormvloedramp uit 1953. België is totnogtoe gelukkig gespaard gebleven van dergelijke grootschalige natuurrampen. Maar het is maar de vraag of we wel zo veilig zijn als we denken.

 

Verkeersmodellen herbekeken

Willems stopt niet bij de hekeling van de huidige situatie, hij reikt ook een hulpmiddel aan om de evacuatieplannen voor te bereiden en op te stellen: het gebruik van verkeersmodellen. Een verkeersmodel is een wiskundig model dat voor een bepaalde situatie de omvang van de verkeersstromen in het netwerk voorspelt. Verkeersmodellen worden momenteel frequent toegepast op het woon-werkverkeer, bijvoorbeeld wanneer men wil schatten wat het effect zal zijn van een nieuwe industriezone op de mobiliteit in de omgeving.

Willems toont aan dat zo’n verkeersmodel, mits aanpassingen, ook kan ingezet worden in evacuatiescenario’s. Traditioneel schat een verkeersmodel de verkeersstromen in door modellering van de verschillende keuzes die elk individu maakt bij een verplaatsing. Bewust of onbewust kiest iedereen namelijk welke bestemming zijn verplaatsing heeft, wanneer hij vertrekt, welk vervoermiddel hij gebruikt en welke route hij volgt. Bij een evacuatie is dat niet anders. Alleen zullen de factoren die deze keuzes bepalen verschillen. Willems ontwikkelde daarom een verkeersmodel dat rekening houdt met de specifieke omstandigheden bij evacuaties. Cruciaal daarbij was het inschakelen van een stroommodel (het aan de KU Leuven ontwikkelde Link Transmission Model) dat het aangroeien van files nauwkeurig beschrijft. Files zullen immers onvermijdelijk zijn bij de enorme verkeersvraag bij evacuaties.

 

Aan het einde van zijn eindwerk past Willems zijn ontwikkelde verkeersmodel ook toe op een weliswaar vereenvoudigd verkeersnetwerk en bepaalt zo op welke wegen van het netwerk best contraflow kan worden toegepast. Omwille van die vereenvoudigingen kunnen uit de toepassingen spijtig genoeg geen concrete conclusies getrokken worden. Maar wat wel duidelijk is gemaakt, is dat het inschakelen van verkeersmodellen het ideale hulpmiddel is voor het opstellen en optimaliseren van evacuatieplannen. En dat die evacuatieplannen broodnodig zijn, ook in België. Om zo toch enigszins voorbereid te zijn op het onmogelijke.

 

Download scriptie (2.69 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2005