Punitive Damages. Noodzaak, inpasbaarheid en verzekerbaarheid naar Belgisch recht

Isabelle
Vrancken

‘Aansprakelijke persoon’: meer dan enkel loze woorden? Punitive damages als oplossing voor een maatschappelijke problematiek.

Stel: een BV wordt in alle tijdschriften beschuldigd van overspel, met een relatiebreuk tot gevolg. Erger nog, naaktfoto’s van op vakantie worden overal gepubliceerd, met enorme reputatieschade, zoals bij Kate Middleton en Prins Harry het geval was. Wanneer iemand dus schade lijdt door inbreuken op zijn privacy of het publiceren van foto’s zonder zijn toestemming, wordt hij veelal niet vergoed. De drempel om naar de rechtbank te stappen is immers te groot. Als het slachtoffer dan toch naar de rechtbank stapt, is de schadevergoeding uiterst beperkt. De winsten die geboekt worden met deze schendingen zijn wel immens. Het rechtvaardigheidsgevoel van velen is dan ook gekrenkt. In het Belgische recht is er vandaag geen oplossing om hieraan tegemoet te komen. De invoering van een nieuwe rechtsfiguur, punitive damages, zou een goede oplossing zijn. Dit zijn vergoedingen die bovenop een schadevergoeding worden toegekend als ‘private straf’. Dit vormt het onderwerp van de masterthesis van Isabelle Vrancken, rechtenstudente aan Universiteit Antwerpen.

Gebrekkig rechtssysteem

Burgers wantrouwen vandaag meer en meer het gerecht en voelen zich als slachtoffer tekort gedaan. Het strafrecht is momenteel niet op degelijke wijze in staat haar doelstelling van bestraffing en bescherming te vervullen. Niet alleen is de bewijslast en de prioriteitsstelling door het openbaar ministerie een harde noot om te kraken, ook de uitvoering van straffen laat te wensen over. Vooral op het gebied van persmisdrijven bestaat er feitelijke straffeloosheid. Dit soort misdrijven moet immers beslecht worden voor het hof van assisen, wat er op neerkomt dat dit in feite niet gebeurt.  

Hiermee gekoppeld komt de problematiek van de lucratieve fout op de proppen, die vooral opvalt bij persoonlijkheidsrechten. Dit is een fout waarbij men de potentiële winst vergelijkt met de potentieel te betalen schadevergoeding. Bij een positief resultaat, begaat men bewust een berekende fout. De pers kan dus momenteel woekerwinsten boeken en moet hiervoor slechts een lage schadevergoeding uitkeren aan de schadelijder. Deze fout doet zich ook voor bij milieuaansprakelijkheid, kartelinbreuken, intellectuele eigendom en mogelijks ook bij productaansprakelijkheid.

Door de lage schadevergoedingen, de hoge kosten en de tijd en moeite die een proces vergt, is er daarenboven een zeer hoge drempel voor de rechtszoekende. Het rechtvaardigheidsgevoel wordt echter wel gekrenkt. Op die manier kan het recht zijn preventieve functie niet vervullen. Deze functie wordt bovendien te weinig erkend. De klemtoon wordt immers gelegd op de vergoedende functie, waarbij men oogkleppen opzet voor een ontradende, reglementerende of bestraffende functie. De emotionele en de schadespreidende functie worden slechts erkend als neveneffect.

Punitive damages

Dat er iets schort aan de rechtshandhaving is dus een feit, zowel strafrechtelijk als privaatrechtelijk. De hybride rechtsfiguur van punitive damages kan een uitweg bieden voor beide problematieken. Deze Angelsaksische rechtsfiguur legt bovenop een schadevergoeding een extra bedrag op ter bestraffing van specifieke omschrijvingen van laakbaar gedrag. Bij de beoordeling van deze ‘schade’-vergoeding wordt de zwaarte van de fout in rekening gebracht. Het is dus een rechtsfiguur waarbij de schadeverwekker centraal staat. Toch is het beter te spreken van een oneigenlijke schadevergoeding, aangezien niet enkel de schade wordt vergoed. Het bedrag dat wordt opgelegd, overstijgt immers de eigenlijke schade waardoor de ‘damage’ een punitief element krijgt. Bovenop de integrale schadevergoeding wordt dus nog een extra vergoeding opgelegd. De rechter kan zo in privaatrechtelijke verhoudingen een straf of boete opleggen, waarvan het bedrag toekomt aan het slachtoffer en niet aan de staat. De functies van bestraffing, preventie en ontrading worden hoog in het vaandel gedragen; rechtshandhaving is eveneens een belangrijke component. Het is dus een privaatrechtelijke rechtsfiguur met strafrechtelijke elementen.

De vraag rijst of de invoering van deze rechtsfiguur in het Belgische recht wenselijk en mogelijk zou zijn. Deze vorm van private straf gaat immers in tegen de scheiding van straf- en privaatrecht en tegen de regel van het integraal en objectief herstel. Er wordt immers een ‘straf’ opgelegd zonder tussenkomst van de overheid, men krijgt meer dan de geleden schade en men houdt ook rekening met andere elementen dan de schade zelf. Bijkomend wordt beweerd dat dit ongrondwettig zou zijn en tegen de belangrijke internationale verdragen zou ingaan. Volgens tegenstanders zou de invoering van punitive damages leiden tot een ongerechtvaardigd voordeel voor de eiser. Tot slot vreest men Amerikaanse toestanden met een echte claimcultuur en buitensporige private rechtshandhavers in ons rechtssysteem.

Een onderzoek naar wetgeving, rechtspraak en rechtsleer toont echter aan dat de bezwaren tegen punitive damages zorgvuldig weerlegd kunnen worden. Er blijkt vooral een behoudsgezindheid aan de basis te liggen, die afschrikt tot evolutie. Omtrent de bezwaren kan echter nog steeds een debat worden gevoerd. Tóch zou een invoering mogelijk kunnen zijn. Zoals de rechtsgeleerde Morgan het stelt: “Oil and vinegar may not mix in solution but they combine to make an acceptable salad dressing.” Een nieuw wetsartikel, nl. artikel 1383bis BW, is hiervoor geschikt.

De verzekerbaarheid van punitive damages wordt eveneens onderzocht. De wenselijkheid hiervan is te weerleggen. Punitive damages verzekeren zou neerkomen op het ondergraven van de hele rechtsfiguur. Daarenboven is dit naar alle waarschijnlijkheid tegen de openbare orde. Het Belgische recht verbiedt tot slot nog de verzekerbaarheid van opzettelijke fouten, wat lucratieve fouten per definitie zijn. Nochtans is ook de verzekerbaarheid voor discussie vatbaar.

Tot slot wordt gekeken naar Nederland, Frankrijk en Duitsland. De drie landen staan allen op één of andere manier meer open voor de invoering van punitive damages dan België. Dit is een teken aan de wand dat de vrees vanuit het Belgische recht minstens ten dele onterecht is.

Moraal van het verhaal

Moraal van het verhaal: er moet aan het aansprakelijkheidsrecht gesleuteld worden en punitive damages zijn een waardige kandidaat. De bezwaren hiertegen zijn systematisch te weerleggen en een apart wetsartikel met de nodige beperkingen is een mooie oplossing. Bovendien plant de Minister van Justitie hervormingen in het juridische landschap. Dit schept opportuniteiten om het debat omtrent punitive damages in een hogere versnelling te brengen.

Er is dus misschien wel licht aan het einde van de tunnel voor de Belgische Kate’s en Harry’s.

 

Download scriptie (1.39 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013