Post operatieve verpleegkundige aandachtspunten bij kinderen met uropathie

Tina
Bruyns

Tina Bruyns

                                                           1997. Afgestudeerd, Ziekenhuis verpleegkundige, Karel                                 de Grote Hogeschool departement Gezondheidszorg te Antwerpen

            1997 – tot heden. Werkzaam, Intensieve zorgen, AZ Klina, Brasschaat

2009. Afgestudeerd, Banaba Intensieve zorgen en spoedgevallenzorg,

Katholieke Hogeschool Kempen departement Gezondheidszorg, Lier

 

Hoe een levensbedreigende situatie voorkomen na een urinewegoperatie bij kleine kinderen?

Casper werd in februari geboren met een vernauwing ter hoogte van de urinewegen; ook wel obstructieve uropathie genoemd. De eerste levensweken verliepen vrij normaal. Toen hij echter één maand oud was, kreeg hij steeds vaker een infectie aan de urinewegen, waardoor de nierwerking achteruit ging. Casper werd op deze wijze vergiftigd door de afvalstoffen in zijn eigen bloed.

Toen hij 3 maanden oud was, werd de vernauwing chirurgisch weggenomen. Zelfs nadat de belemmering is weggenomen, kan er zich echter kort nadien nog altijd een levensbedreigende situatie voordoen indien de nieren zich niet aanpassen aan de nieuwe situatie. Als de arts en de verpleegkundigen dan niet tijdig ingrijpen, kan dit fatale gevolgen hebben. Om deze reden belandde Casper na de operatie, op de dienst intensieve zorgen van het AZ Klina in Brasschaat.

Een opname op de dienst intensieve zorgen is een ingrijpende fysieke en mentale  gebeurtenis zowel voor het kindje als voor de ouders. Toch kan door goede kennis en vaardigheden van de verpleegkundigen en artsen en duidelijke onderlinge afspraken tussen ouders en de zorgverstrekkers, het verblijf op deze ‘hoog technologische’ dienst worden verzacht.

Meteen na opname wordt het kindje aan de monitor gelegd. Dit wil zeggen dat het hartritme en de ademhaling gecontroleerd worden. Ook de nierwerking moet nauwgezet worden opgevolgd via controles van de hoeveelheden vocht dat het lichaampje in gaat (drank of infuus) en weer uit gaat (urine en wondvocht).

Door deze ‘vitale’ functies gestructureerd te controleren en te noteren, kan er een balans worden opgemaakt. Wanneer het kindje bijvoorbeeld meer plast dan dat hij vocht opneemt,  kan het uitdrogen en in shock gaan met mogelijks de dood tot gevolg. Daarom is het belangrijk dat de verpleegkundigen de noodzakelijke professionele bekwaamheid hebben om tijdig te reageren.

Met een enquête onder de verpleegkundigen van de dienst intensieve zorgen in het AZ Klina in Brasschaat werd nagegaan hoe ver hun  kennis reikte. Aan de hand van dit resultaat werd er inscholing gegeven waarbij de verpleegkundige en chirurgische aspecten uitgediept werden om de nodige kennis van de intensieve zorgen verpleegkundige te optimaliseren.

Tijdens deze cursus werd een zorgprotocol toegelicht, met stap-voor-stap aanbevelingen.  Het vertrekpunt hierbij zijn de symptomen die zich binnen het  levensbedreigende stadium kunnen voordoen.

 

Het protocol, dat uit drie delen bestaat, werd uitgewerkt via verschillende organogrammen. In het eerste deel; zijnde  het opnamegedeelte, worden de beginwaarden op een gestructureerde manier geobserveerd en genoteerd: bijvoorbeeld: de hoeveelheid vocht dat nog in de infuuszak zit, het leeg maken van urinezak of het nakijken van bloedverlies. Op deze manier weet de verpleegkundige wat de beginwaarden en hoeveelheden zijn van al het vocht dat in en uit het lichaampje gaat.

Het tweede organogram omvat de observatiepunten die elk uur moeten genomen worden met daaraan gekoppeld de normaalwaarden en de alarmeringswaarden. Op deze manier wordt de behandelende arts tijdig geïnformeerd en kan er indien nodig ingegrepen worden.

Het derde organogram beschrijft de symptomen zoals sufheid, coma, geen tranen meer, traag kloppend hart (bradycardie) … ten gevolge van uitdroging (dehydratatie), een tekort aan natrium (hyponatriëmie) en een teveel aan kalium (hyperkaliëmie)

Het driedelig zorgprotocol ligt ter beschikking op intensieve zorgen en wordt in het verpleegdossier van het kindje gestoken.

Om de observatiewaarden gestructureerd en overzichtelijk te kunnen noteren, werd het bestaande verpleegdossier aangepast, zodat de waarden elk uur in plaats van elke twee uur  genoteerd kunnen worden.

Om het comfort van het kindje te verbeteren werd er een pijnscore (POKIS) ingevoerd zodat er tijdig pijnmedicatie kan toegediend worden. Er werden afspraken gemaakt over de bezoektijden van familieleden, zowel overdag als ’s nachts. De dienst Intensieve zorgen van KLINA biedt de mogelijkheid aan de ouder om rooming-in te doen. Met een bekend gezicht in de buurt verloopt de verzorging immers vlotter en zal het kind beter meewerken.

Door toepassing van het zorgprotocol en de toegewijde zorgen van de verpleegkundigen en artsen, werd Casper de volgende middag in aanwezigheid van zijn ouders naar de kinderafdeling (pediatrie) overgebracht zonder dat er een levensbedreigende situatie was opgetreden.

 

Download scriptie (3.79 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2009
Thema('s)