Oost West, West Best

Bram
Blondeel

Oost West, West Best



HOLLYWOOD. ’s Werelds grootste filmverdelers bereikt jaarlijks zo een 800.000 miljoen tot 1 biljoen mensen wereldwijd. De inhoud van hun films bepalen een erg groot deel van onze kijk op de wereld. Umberto Eco stelde ooit dat zeventig procent van al onze kennis afkomstig is uit Hollywood. Een, hoewel wellicht overdreven, toch ietwat verontrustend cijfer.
Terwijl vandaag de polarisering tussen Oost en West meer en meer toeneemt zien we op het witte scherm steeds vaker erg stereotype afbeeldingen van de islamterrorist. Het beeld dat de Amerikaanse filmindustrie ophangt van onze vijanden is steeds met een stevige korrel zout te nemen. Maar wie in het filmpubliek houdt hiermee rekening en zijn mensen wel bestand tegen een van vooroordelen doorspekte boodschap?
In dit artikel vergelijken we het Westerse vijandbeeld in actiefilms van twee van onze grootste  tegenstanders: de communistische dreiging vroeger en het Arabische terrorisme vandaag.
 
We kennen hem allemaal: de Amerikaanse actiefilm. Iedereen heeft al wel eens gezien hoe Arnold Schwarzenegger, Bruce Willis of Sylvester Stallone hopen schurken uit de weg ruimt en ondertussen nog een mooie vrouw rond zijn vingers windt.
Het zal niet verbazen dat de tegenstander in deze verhalen vaak geïnspireerd is op een groep waar we op dat moment ook in realiteit angstig voor terugdeinzen. Hun afbeelding is echter vaak erg stereotiep. Dit heeft ermee te maken dat in Hollywood de focus ligt op het brede publiek. In hun plot, boodschap, stijl en complexiteit anticiperen scenaristen en producers op de grote massa. Daardoor dragen vele films bij tot het creëren en in stand houden van clichés en stereotypes.
Er schuilen enkele gevaren in deze stereotypering. Stereotypes veranderen communicatie. Ze zorgen ervoor dat bepaalde ideeën worden geloofd, ook al zijn ze fout. Als ze steeds herhaald worden versterkt men bovendien de geloofwaardigheid van een stereotype. Een Arabisch spreekwoord zegt: ‘Zelfs een ezel leert door herhaling’.
 
Tussen 1947 en 1954 alleen al brachten de belangrijkste Amerikaanse filmstudio’s meer dan vijftig anticommunistische films uit. Met klinkende namen als Red Nightmare, The Red Menace, I was a communist for the FBI Ook bekende films zoals From Russia with Love en Rocky IV schilderen de communisten af als schurken. en Invasion of the Bodysnatchers.
 
Arabieren zijn de favoriete vijand van Hollywood, zij zijn een duidelijke afbeelding van een vreemde vijand. Een groep waarover we zelf weinig weten, wat sowieso meer angst inboezemt. Ook de invloed van de Joods-Amerikaanse lobby is hierbij niet te onderschatten. Mede dankzij hun invloed betuigde Hollywood al vaker (onopvallend?) hun steun aan het regime in Israël. In de jaren zestig speelden Israëlische acteurs al moslimfundamentalisten in de films Exodus en A Giant Shadow. Vandaag keren ze terug in verhalen als True Lies met A. Schwarzenegger, The Siege met B. Willis en D. Washington, Three Kings met o.a. G. Clooney en Rules of Engagement met ene S. L. Jackson.
 
Uit mijn onderzoek blijkt dat er opmerkelijk veel overeenkomsten zijn tussen de filmcommunist en de film-arabier. We kunnen hierbij twee groepen eigenschappen onderscheiden.
De eerste zijn basiseigenschappen van elke filmvijand. Ze zijn steeds een heel conforme groep. Men bekijkt hen nooit als individu maar louter als groep. Ook filmisch gezien wordt dit benadrukt: ze komen beduidend minder close-up in beeld.
Ze hebben een gewelddadig karakter, en zijn daarom zo kwaadaardig. Ook blijkt deze innerlijke slechtheid zich af te spiegelen op het uiterlijk van onze vijanden. We vinden hen vaak  afstotelijk. Hun vreemdheid uit zich ook in hun uiterlijk. De communisten hebben bleke, grauwe gezichten en een slecht verzorgd gebit. Bij de Arabische filmschurken zijn vooral hun scherpe neus en ongeschoren gezicht opvallend . Een uitzondering op deze regel is de Russische femme fatale, die wel over een stel mooie benen beschikt.
Het valt ook op dat de vijand erg weinig getoond wordt in een normale, dagelijkse situatie. We krijgen in actiefilms nooit een Russisch of Arabisch schooltje te zien, ook liefde blijkt vaak onbestaande bij onze antagonist.
Beide groepen maken in de films gebruik van een groot aantal verschillende wapens. De Sovjets dreigen bijvoorbeeld steevast met een nucleaire oorlog. Naast atoomwapens, gebruiken ze sabotage chemische en biologische wapens en zelfs seks, drugs of een stofzuiger omgebouwd tot raketlanceerder om het Westen te ontwrichten. Ook de Arabische filmterrorist houdt wel van wat chemische en biologische oorlogsvoering . Daarnaast gebruiken zij bommen, bazooka’s, vliegtuigkapingen en meer van dat.

Naast de meer voorspelbare gelijkenissen, op basis van het vijandbeeld, zijn er nog opvallende gelijkenissen tussen de filmcommunist en zijn Arabische tegenhanger.
Een eerste overeenkomst die sterk houdt verband met de motieven van de filmschurken. Er is nooit echt een passende verklaring van hun drijfveren. Ook hun ideologie of religie krijgen bijna geen extra uitleg. Tot de beweegredenen van de filmcommunisten behoort vooral werelddominatie, trouw aan de partij en het vernietigen van het kapitalisme of van de VS. Ook de film-arabier handelt vanuit een drang naar macht of geld. Ook de heilige oorlog en een anti-Amerikaanse houding drijven hen tot hun daden. De verklaring van deze gelijkenis is terug te vinden in de aard van de actiefilm. De motieven voor de strijd in dit filmgenre zijn over het algemeen weinig diepgaand.
Wat Arabieren en communisten in de filmwereld ook verbindt is hun Anti-Amerikaanse gedachtegoed. De twee groepen zien de Verenigde Staten als hun grote tegenstander. Voor een communist is Amerika de vereenzelviging van het kapitalisme, de ideologische tegenhanger van zijn eigen gedachtegoed. Voor de Arabische terrorist is dit grotendeels katholieke land de vereenzelviging van het consumptiezuchtige Westen.
Deze anti-VS houding vindt haar oorsprong grotendeels in de realiteit. De Sovjet-Unie en de USA waren jarenlang twee duidelijke antagonisten en ook terroristische aanslagen op Amerikaanse bodem zijn duidelijk gebaseerd op feiten. Deze typerende anti-Amerikaanse houding lijkt erg van belang voor hun bestendiging als filmvijand. Deze groepen weerspiegelen de echte angsten die leven onder het Amerikaanse publiek. Het is duidelijk dat een echt grote vijand geloofwaardiger over komt op het grote doek en dus meer publiek zal lokken. 
 
Een erg opvallende overeenkomst tussen beide vijanden is het rood. Dit is en kleur die in de Amerikaanse filmwereld naast een erotische, meestal een erg negatieve connotatie meekrijgt. Rood wordt gebruikt voor het aanduiden van de vijand in al zijn vormen. Het wijst de kijker op gevaar. Voorbeelden van filmvijanden die rode kledij torsen zijn de Engelse ‘Redcoats’ en indianen of roodhuiden. In de Stars Wars reeks is de laserstraal van de kwaadaardige Darth Vader rood, terwijl die van de goede Alex Guiness witkleurig is. En natuurlijk respecteert Hollywood ook de bijbelse traditie, met rood als kleur van de hel en de duivel.
De kleur kent een sterke associatie met het communisme en krijgt daarom ook veel aandacht op het grote scherm. Rood is zo sterk verbonden met de ideologie dat het voor het publiek meteen duidelijk is met wie ze te maken hebben. Het valt op dat Arabische filmterroristen vaak rood-wit geblokte sjaals dragen. Dankzij deze kwade kleur wordt, misschien onbewust, dus de link gelegd tussen de Arabische terrorist en het vroegere angstbeeld van de communistische dreiging.
Zowel communisten als terroristen maken gebruik van een heel specifiek type strijdkracht. Er is een grote gelijkenis tussen de spion en de geïnfiltreerde terrorist. In de films zijn dit mensen die gewoon tussen de Amerikaanse bevolking leven. Eerst lijken zij heel gewoon voor de buitenwereld, later ontdekt men steeds het ware karakter van de vermomde schurk. Dit geeft natuurlijk een mooie verhaallijn: verraad en misbruik van vertrouwen zijn interessante thema’s voor een scenarist.
Nog eeneigenschap waarmee men in de Amerikaanse actiefilm zowel terroristen als Sovjetsals ‘de vreemde anderen’benadrukt is hun taal. De filmpersonages praten ofwel hun eigen, onverstaanbare moedertaal, ofwel kiezen ze voor Engels met erg veel haar op. Bovendien komen acteurs in de rol van communistische of Arabische schurk ook beduidend minder aan het woord.


Hoewel er culturele verschillen zijn tussen beide groepen is de Arabische filmterrorist is vaak gewoon een communist met wat extra Oosterse kruiden. We vinden hiervoor een verklaring in de theorie van het sociale vergelijkingsproces. Die wijst erop dat we anderen opvatten door hen te vergelijken met onze eigen groep. We zien onszelf als de standaard voor het goede. Daardoor zullen vreemde anderen, die van dit beeld afwijken, vaak op een erg gelijkaardige manier worden afgebeeld. We kijken immers niet echt naar hen, maar naar hoe anders ze zijn ten opzichte van ons en onze normen. We zien hen als een vijand: communist of terrorist, veel verschil maakt dat dus niet uit.

 
 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2007