Oorlog door kinderogen (Child@War / War@Child)

Lies
Bertin

Oorlog door kinderogen: Child@War / War@Child

Oorlog in Syrië, Somalië, Irak, Afghanistan, noem maar op! Dagelijks worden we via de media geconfronteerd met oorlogsbeelden. Huizen staan in brand, er wordt geschoten in de stad, een menigte mensen komt in opstand en volwassen mannen gooien met stenen naar elkaar. Middenin deze chaos leeft de bevolking. Hiertoe behoort ook een kwetsbare groep: kinderen.

Actuele vragen

Als je iemand vraagt waaraan hij/zij denkt bij het woord ‘oorlog’, wordt het woord ‘kind’ amper vermeld. Toch worden kinderen dagelijks bij oorlogen betrokken. In juni 2012 werden kinderen bijvoorbeeld een specifiek doelwit tijdens de oorlog in Syrië. Heel wat jongeren in het Westen staan niet stil wat voor een impact een oorlog kan hebben op een kind en/of jongere. Dit was dan ook één van de beweegredenen om de bachelorproef ‘Oorlog door kinderogen: Child@War / War@Child’ te schrijven.

Één van de eerste vragen die beantwoord moet worden is: “Wat is een kind”. Al snel wordt duidelijk dat deze vraag niet zo simpel te beantwoorden is. Heel vaak spelen sociale, culturele en politieke factoren mee tijdens het invullen van begrip ‘kind’. Vanuit de definitie van ‘het kind’ wordt er dieper ingegaan op de ontwikkeling van het kind. Wat is er belangrijk om te overleven in oorlogsgebied? Welke rol spelen ouders voor kinderen in oorlog? Wat zijn de gevolgen voor het oorlogskind in zijn latere, volwassen leven? Al deze vragen worden beantwoord in de eerste drie hoofdstukken van de bachelorproef.

Vervolgens wordt er dieper ingegaan op het bestaan van kinderrechten. Ook hier worden weer enkele actuele vragen gesteld. Bijvoorbeeld: Hoe komt het dat kinderen beschermd moeten worden tijdens een oorlog, maar toch ‘zomaar’ kunnen ingezet worden als kindsoldaat? Welke maatregelen kunnen er worden genomen indien men de kinderrechten schendt?

Vanuit deze voorkennis vertrekken we naar de concrete voorbeelden. Dit wil zeggen dat de verschillende oorlogssituaties van kinderen worden besproken. Deze situaties kun je opsplitsen in een actieve en/of passieve oorlogsbeleving. Bij de actieve oorlogsbeleving horen de meest besproken verhalen uit de media zoals bv. vluchtelingenkinderen, seksueel misbruik en het inzetten van kindsoldaten. De passieve oorlogsbeleving wordt minder in de media besproken maar is daarom niet minder belangrijk. Bij de passieve oorlogsbeleving horen o.a. ‘voedseltekorten in de stad’, ‘familie naar het front’, ‘oorlog in het dorp/stad’.

Bij vijf van deze oorlogssituaties bespreken we een waargebeurd verhaal. In de bachelorproef is er ruimte voorzien om deze verhalen te vertellen en de bijhorende oorlog van dichter te bekijken.

 

Oorlog in de klas?!
Naast de theoretische uitwerking, werd er ook een PAV-bundel gemaakt over kinderen in oorlog. Deze bundel kreeg de naam ‘Child@War, War@Child’ en kan gebruikt worden in het tweede jaar van de tweede graad BSO.

In totaal behandelt de bundel vijf verhalen over kinderen die in oorlogsgebied leven. Zo komen Neimar (uit Irak), Dominic (uit Rwanda), Ishmael (uit Sierra Leone), Amina (uit Somalië) en Mohamed (uit Aghanistan) aan het woord. Pax de uil is hierbij de mascotte van dienst. Hij vertelt aan de leerlingen dat ze op wereldreis gaan. Tijdens deze wereldreis wordt er vijfmaal gestopt. Bij elke stop laat hij een oorlogskind aan het woord.

De leerkracht verdeelt de klas in vijf groepen. Elke groep krijgt zijn eigen oorlogsverhaal. Doorheen het verhaal stelt Pax enkele vragen zodat de leerlingen zich beter in de situatie kunnen inleven. Naarmate de lessen vorderen, bekijken de leerlingen de oorlog uit hun verhaal meer in detail. Eens dit achter de rug is, komt de klasgroep opnieuw samen. In de laatste les leggen de vijf groepen hun verhalen samen. Zo leren ze op een vlotte manier bij over actuele oorlogen. Aan de hand van enkele spelvormen leren de leerlingen ook meer bij over kinderrechten, kindsoldaten en het overleven in oorlogsgebied. Voor de leerkracht is er een handleiding voorzien die meer informatie geeft over de leerplandoelstellingen en eindtermen.

Conclusie

De bachelorproef ‘Oorlog door kinderogen’ behandelt een actueel thema. Na een tijdje wordt duidelijk dat elk kind de oorlog op een andere manier meemaakt en verwerkt. De theoretische uitwerking van de bachelorproef biedt een heldere kijk op het onderwerp. De leerlingenbundel is voorzien van voldoende beeldmateriaal en is aantrekkelijk voor de leerlingen. Het ‘zware’ onderwerp wordt op een luchtige manier behandeld zodat de leerlingen niet afhaken en willen bijleren. Beide onderdelen (de theoretische en de praktische uitwerking) bieden een nieuwe kijk op het onderwerp ‘Oorlog door kinderogen’.

Download scriptie (16.31 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2012