Discriminatie van de LGBTQ+-community: een politieke dans?

Krusha Mae
Timmermans

Een ander politiek klimaat

 

Zijn wij als het westen achteruit aan het evolueren? Op 15 juni 2021 heeft het Hongaarse parlement de “Wet om strenger op te treden tegen pedofiele overtreders en om bepaalde kinderbeschermingswetten te wijzigen” aangenomen, ook bekend als de anti-LGBTQ+-wet. Deze nieuwe wet stelt eigenlijk dat minderjarigen geen toegang mogen hebben tot informatie over homo –en transseksualiteit, scholen mogen hun leerlingen geen objectieve informatie verstrekken hierover en economische advertenties mogen geen solidariteit tonen met de LGBTQ+-gemeenschap, zoals Coca Cola bijvoorbeeld ook al gedaan heeft in het verleden. Daarnaast mag tv-inhoud waarin transseksualiteit of homoseksualiteit voorkomt, enkel worden vertoond in programma's voor volwassenen (na 22 uur). Dat leidt tot discriminatie, waar dit onderzoek over gaat. Meer specifiek werd er nagegaan of er een verband is tussen de discriminatie van de LGBTQ+-community en hun politiek vertrouwen en politieke participatie. Hierbij werd er een vergelijking gemaakt tussen België en Hongarije.

                Hongarije heeft met deze anti-wet duidelijk een ander politiek klimaat dan wat wij in België gewend zijn. België was een van de eerste landen die het homohuwelijk –en adoptie toelieten, en veel LGBTQ+-migranten vluchten naar hier wegens een sterkere bescherming van seksuele –en genderminderheden. Hier wordt media ook niet gecensureerd opdat men de LGBTQ+-community niet zou zien op tv of sociale media. Minder zichtbaarheid van een bepaalde minderheidsgroep leidt tot een klimaat waarin discriminatie genormaliseerd kan worden, wat erg systemisch en moeilijk is om mensen te doen beseffen dat hun rechten geschonden worden. LGBTQ+-discriminatie is niet enkel een schending van de mensenrechten, maar het kan ook leiden tot ernstig negatieve gevolgen voor de gezondheid. Zelfmoordgedachten en –gedrag komen ongeveer drie tot vier keer vaker voor bij LGBTQ+-adolescenten.

                Op basis van eerder onderzoek blijkt ook dat er weldegelijk een verband is tussen discriminatie en politiek vertrouwen van andere gediscrimineerde minderheidsgroepen, bijvoorbeeld etnische of religieuze minderheidsgroepen. Verbazingwekkend genoeg is er zeer weinig onderzoek naar en literatuur over de LGBTQ+-gemeenschap, wat deze masterproef zo wetenschappelijk relevant maakt. Daarnaast is het maatschappelijk relevant voor de LGBTQ+-community zelf omdat zij via politiek vertrouwen en politieke participatie zelf verandering kunnen bewerkstelligen in de maatschappij en in het politiek klimaat. Dit onderzoek geeft hierbij dan antwoord op de belangrijkste vragen: Is er een verband tussen discriminatie en politiek vertrouwen? Is er een verband tussen discriminatie van de LGBTQ+-community en hun vertrouwen in hun nationale politiek en beleidsmakers? In hoeverre verschillen België en Hongarije hierin met elkaar? In welke mate is dit veranderd tegenover twintig jaar geleden?

 

De onderzoeksresultaten

 

Deze masterproef maakte gebruik van bestaande data van de European Social Surveys, enquêtes die allerlei onderwerpen bevragen aan mensen, wereldwijd om de twee jaar. De SPSS software is gebruikt om statistische analyse te doen van deze data en daarnaast zijn er ook vier Belgische respondenten geïnterviewd geweest als extra aanvulling op die data-analyse. Politiek vertrouwen werd hier specifiek gemeten als vertrouwen in het nationaal parlement, in hun politici, en in de politieke partijen. Een andere belangrijke factor was politieke participatie, gemeten aan de hand van of de respondenten geïnformeerd gaan stemmen, ze deelnemen aan enquêtes of protesten, producten boycotten, etc. Discriminatie van de LGBTQ+-community is geen aparte bevraging binnen de ESS-data, maar hier is er dan gebruik gemaakt van discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en discriminatie op basis van gender.

              Ten eerste is er uit dit onderzoek gebleken dat meer discriminatie leidt tot minder vertrouwen in de nationale politiek, zowel in België als in Hongarije. Dat ligt in lijn met eerdere onderzoeken. Daartegenover staat de discriminatie van de LGBTQ+-community specifiek en hun politiek vertrouwen, waarbij er geen verband blijkt te zijn. De effecten tussen de variabelen waren in beide landen niet significant, enkel voor Belgische discriminatie gebaseerd op gender. De geïnterviewde Belgische respondenten gaven zelf ook aan dat ze weinig tot geen discriminatie ervoeren, maar wel een laag politiek vertrouwen hadden. Dit hing volgens hen niet per se samen, wat overeenkomt met de statistische analyse. Over Hongaarse LGBTQ+-leden kunnen hier geen uitspraken over worden gedaan.

                Ten tweede bleek er uit dit onderzoek dat een hoger politiek vertrouwen in de nationale politiek leidt tot meer politieke participatie, maar dit was wel enkel van toepassing voor België. Een verschil tussen België en Hongarije is de Belgische opkomstplicht, wat maakt dat het aantal stemmen in ons land sowieso ook hoger ligt. Sommige van de geïnterviewde Belgische respondenten gaven ook aan dat ze zich politiek ondervertegenwoordigd voelden, anderen niet.

                Tot slot blijkt het politiek vertrouwen van gediscrimineerde minderheidsgroepen in het algemeen afgenomen te zijn tegenover twintig jaar geleden, terwijl men dat aanvankelijk niet zou verwachten. Tegenover een paar decennia geleden zijn er toch al heel wat wetten veranderd en stereotype gedachten in de maatschappij zijn wel nog steeds aanwezig, maar in mindere mate. Toch kunnen andere zaken zoals regeringswissels, de economie, communicatie van politici naar hun volk toe, etc. ook een impact hebben op het politiek vertrouwen van mensen. In België lijkt het politiek vertrouwen steeds, voor zowel gediscrimineerde als niet-gediscrimineerde groepen, hoger te liggen dan in Hongarije.

 

image-20220627230106-1

 

Dus... Zijn wij als het westen achteruit aan het evolueren? Op basis van deze masterproef, en de huidige actualiteit in de Verenigde Staten waarbij de abortuswet in meerdere staten afgeschaft wordt, blijkt het dat wij als het westen steeds een stap vooruit en drie stappen achteruit zetten. Het afschaffen van reeds bestaande wetten en het invoeren van anti-wetten, die zelfs indruisen tegen de mensenrechten, doen ons beseffen dat het westen niet helemaal zo progressief is als ze wilt laten uitschijnen. Hoewel de factoren niet voor alle bevolkingsgroepen correleren, blijkt het toch dat discriminatie toeneemt en het politiek vertrouwen daalt.

 

-Krusha Mae Timmermans, 27/06/2022

Download scriptie (639.3 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Karolin Soontjens