Heeft COVID-19 een impact op spoedopnames?

Edeline
Kaze
  • Jef
    Vanderoost

COVID-19

In december 2019 werd de eerste COVID-19-gevallen in China gemeld. Het coronavirus verspreidde zich dan snel over de wereld en op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) COVID-19 tot pandemie verklaard.

In België werd het eerste geval van het coronavirus op 4 februari 2020 vastgesteld. Op 18 maart 2020 kondigde de Nationale Veiligheidsraad een lockdown aan. Maatregelen werden genomen om de ziekenhuiscapaciteit vrij te maken voor COVID-19 patiënten. Niet-dringende zorg werd bijvoorbeeld uitgesteld. Bovendien werden mensen met niet-urgente klachten opgeroepen niet naar de spoedafdeling te komen.

Tegelijkertijd hebben meerdere studies uit Europa, Noord-Amerika en Azië aangetoond dat minder patiënten met acuut coronair syndroom of met cerebrovasculaire aandoeningen zich aanmeldden voor een spoedopname.

In België zijn hierover geen gegevens beschikbaar.

Onderzoek

Onder wetenschappelijk begeleiding van dr. Jef Vanderoost en prof. dr. Marc Sabbe, heeft Edeline Kaze in haar masterscriptie onderzocht of de COVID-19 pandemie een impact had op de spoedopnames van UZ Leuven wat dringende diagnoses betreft. UZ Leuven is het grootste universitaire ziekenhuis van België met bijna 10 000 werknemers en 2000 ziekenhuisbedden. Elk jaar bezoeken bijna 57 000 patiënten de spoedafdeling.

Om de impact van de COVID-19 pandemie te onderzoeken, heeft Edeline Kaze de periode van de eerste en tweede golven van de COVID-19 pandemie bestudeerd en deze vergeleken met dezelfde periodes van het voorgaande jaar. Dringende diagnoses werden geselecteerd aan de hand van het First Hour Quintet. Het First Hour Quintet verzamelt 5 pathologiegroepen die een snelle diagnose en behandeling vereisen.  

Dit is het eerste grootschalige onderzoek in België dat de impact van COVID-19 op de spoedopnames evalueert.

 

Figuur 1 : COVID-19 golven

image 638

De eerste golf begon op 1 maart 2020 en eindigde op 22 juni 2020. De startdatum van de tweede golf vond plaatst op 31 augustus 2020. In het kader van dit onderzoek is besloten de tweede golf op 31 december 2020 te beëindigen.
Bron : Sciensano. Belgium COVID-19 Epidemiological Situation

Figuur 2:  Diagnoses uit het First Hour Quintet

 

image 639

  Longembolie (Pulmonary embolism): aandoening waarbij een bloedklonter vastzit in een longslagader
Hartfalen (Heart Failure): aandoening waarbij het hart niet voldoende bloed kan pompen
Pneumothorax: aandoening waarbij er lucht aanwezig in de borstholte is

Resultaten

  1. Eerste golf

Tabel 1 : First Hour Quintet en verwezen patiënten tijdens de eerste golf

 

image 642
N = aantal patiënten
ns =  niet significant verschil
< 0.001 = significant verschil
De proportie van patiënten met een diagnose van het First Hour Quintet was gelijkaardig tussen de twee periodes.
Opvallend genoeg werden meer patiënten naar de spoed verwezen tijdens de eerste golf dan tijdens de controleperiode: 44,5% voor de eerste golf versus 40,4% voor de controleperiode.

2. Tweede golf

Tabel 2 : First Hour Quintet en verwezen patiënten tijdens de tweede golf

 

image 643
N = aantal patiënten
ns =  niet significant verschil
< 0.001 = significant verschil
Er waren meer patiënten met een diagnose van cardiale borstpijn tijdens de tweede golf in vergelijking met de controleperiode: 1,5% versus 1%
Bovendien hadden meer patiënten een cerebrovasculaire aandoening gedurende de tweede golf in vergelijking met de controleperiode: 1,9% versus 1,4%
Een ander verschil dat statistische significant was, was de proportie van patiënten die door een arts naar de spoed verwezen was: 44,9%  in vergelijking met 40,4% voor de controleperiode

Wat te onthouden?

  • Minder patiënten op spoed tijdens de eerste en de tweede golf
  • Meer patiënten met cerebrovasculaire aandoening en cardiale borstpijn tijdens de tweede golf
  • Meer verwezen patiënten naar de spoed tijdens de eerste en de tweede golf

Wat betekent het concreet?

Tijdens de eerste en tweede golf kwamen minder patiënten op de spoedafdeling terecht dan tijdens de controleperioden. Opmerkelijk is dat de daling van het aantal patiënten op de spoed geen verband leek te hebben met dringende diagnoses uit het First Hour Quintet, in tegenstelling tot wat studies in het buitenland hebben aangetoond. Een reden hiervoor kan zijn dat in deze studies voornamelijk de impact van de lockdown werd bestudeerd en de vergelijking beperkt bleef tot de maanden maart en april. Bovendien zijn de gegevens moeilijk te veralgemenen wegens de epidemiologische evolutie van de pandemie in verschillende landen. Verdere studies zijn nodig om na te gaan voor welke aandoeningen patiënten zich minder vaak op de spoed hebben gemeld.

Een ander interessante bevinding is dat tijdens beide golven meer patiënten door een arts naar de spoed werden verwezen. Deze hield waarschijnlijk verband met de genomen maatregelen van de federale regering: de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuizen werd versterkt om de ziekenhuiscapaciteit voor COVID-19 patiënten op peil te houden. Patiënten werden hierbij gevraagd hun huisarts te bellen in geval van ademhalingsklachten of koorts en niet spontaan naar de spoedgevallendienst te gaan. Pas na telefonische triage werden patiënten doorverwezen naar de spoed.

En wat nu?

Voor COVID-19 was er veel sprake van overbezetting van de spoeddienst door patiënten met niet-urgente klachten. Tijdens de COVID-19-pandemie meldden zich echter minder patiënten op de spoedafdeling. De reden hiervoor, en het soort klachten dat werd behandeld, is nog niet duidelijk. In het buitenland wordt thans gesteld dat patiënten met dringende aandoeningen niet meer op spoed terechtkomen. Idealiter moet ernaar worden gestreefd dat mensen met dringende klacht op spoed komen en mensen met klachten niet dringende klacht naar andere zorginstellingen verwezen worden. Hiervoor is de medewerking van huisartsen en patiënten noodzakelijk.

Download scriptie (2.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
prof.dr. Marc Sabbe
Thema('s)