Circustherapie: Circus als therapeutisch medium binnen de kinder en jeugdpsychiatrie.

Victoria
Pompe

CIRCUSTHERAPIE: Circus als therapeutisch medium binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie.

(c) Tekst, foto’s Victoria Pompe

crcus

 

Al drie jaar is er een circustherapeut werkzaam op de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie, te Kortrijk. Elke week krijgen de patiënten sessies partneracrobatie of jongleren. Binnenkort zal het mogelijk zijn om wekelijks in de trapeze te hangen! Maar kan circus gebruikt worden als therapie? Wat houdt dat in en waarin schuilt de therapeutische waarde?

 

Om een antwoord op deze vragen te geven, deed de auteur onderzoek naar de fundamentele elementen van circustherapie.

Steeds vaker wordt het leren van circustechnieken ingezet om persoonlijke ontwikkeling en sociale verandering te bevorderen. Dit noemt men “sociaal circus”. Circustherapie neemt één stap verder. Deze lichaamsgerichte therapievorm gebruikt circustechniek in functie van het psychisch welzijn van de patiënten. Om dit te bereiken wordt het proces boven het product geplaatst. De focus ligt niet op het halen van een hoog technisch kunnen, wel op het in staat stellen van de patiënten om een zicht te verkrijgen op hun problematiek.

Er is weinig onderzoek gedaan naar circustherapie, vooral binnen een psychiatrische context. Daarom was het nodig om het circustherapielandschap te verkennen met de hoop op verder onderzoek in de toekomst. Bij deze specifieke onderzoeksvraag werden de fundamentele elementen van circustherapie besproken:

1. Het lichaam - het lichaamsbeeld, zelfbeeld en (zelf)vertrouwen spelen een centrale rol in deze therapie. Bij het bouwen van een menselijke piramide bijvoorbeeld, kan veel teweeg gebracht worden bij een persoon. Angst en wantrouwen komen vaak op de voorgrond. De therapeut maakt tijd en ruimte om alle gevoelens en gedachten te exploreren. Hoe is het om iemand op je rug te laten staan terwijl iedereen naar je kijkt?

2. Taal - Hoe geef je feedback aan anderen? Hoe belangrijk is het om plezier te beleven door te lachen of woorden van aanmoediging of bewondering te mogen roepen? Er wordt natuurlijk verbale taal gebruikt maar lichaamstaal is even belangrijk bij deze therapie. Hoe geef je iemand een gevoel van vertrouwen door aanraking? Aanraking heeft verschillende functies binnen de therapie. Voor een jongen die bang is om een salto te maken, kan de hand van een vanger op zijn rug een gevoel van veiligheid, vertrouwen of geruststelling brengen. Een hand op de rug bij de landingsfase bevordert stabiliteit. Een ‘high five’ nadien van een medepatiënt kan het zelfvertrouwen versterken voor beide partijen.

3. Risico’s – leren de veiligheid inschatten is een essentieel onderdeel van circustherapie. Patiënten worden gevraagd om hun eigen grenzen in te schatten, te respecteren, aan te geven en (in bepaalde mate) te verleggen. Dit is niet altijd eenvoudig, aangezien er een groot fysiek risico schuilt in het balanceren op een koord e.d. Een matige vorm van pijn hoort hier soms bij. Het is aan de therapeut om de patiënten te begrenzen als dat hen zelf niet lukt, of aan te moedigen om grenzen te verleggen. Dit om de veiligheid te garanderen maar ook de psychische processen van de deelnemers te bevorderen.

4. Een circusact of voorstelling maken als onderdeel van de therapie - Een creatief project kan een bijdrage aan het genezingsproces leveren maar moet echter grondig overwogen worden. Het maken van een ‘product’ binnen een psychologisch traject kan enerzijds de kans bieden om vanop een afstand, emoties en problemen te kaderen. Dit gebeurt bij het (her)uitspelen van relevante thema’s tijdens improvisatie en repetitie.  Anderzijds riskeert de patiënt om een ‘kunstmatige’ blik op de eigen problematiek te ontwikkelen of om niet om te kunnen gaan met het waardeoordeel van de toeschouwers. De beslissing om een show te creëren wil niet zeggen dat het ook getoond moet worden. De therapeut moet zorgen dat de patiënt(en) op elk moment de keuze hebben om het proces te onderbreken. Dit zelfs tot op het laatste moment. Het is belangrijk om in te schatten of elke deelnemende patiënt voldoende voeling heeft met zijn eigen grenzen. Na afloop van het toonmoment volgen er verschillende nabesprekingen tussen publiek, patiënten en therapeuten.

 

crcus

crcus

Case Study: Marion (pseudoniem) – 11 jaar, opgenomen omwille van een hechtingsstoornis, ADHD en autisme spectrumstoornis.

Marion volgde meermaals per week circustherapie en na een tijdje wilde ze met botsballen jongleren. Ze kreeg zes ballen in verschillende kleuren. Langzaam aan, koppelde ze elke kleur aan een emotie waar ze vaak mee bezig was (angst, boosheid, blijheid, liefde, verdriet en donkere gedachten). Ze begon te improviseren met de ballen. Ze gooide ze tegen de muren, ving ze op en soms liet ze de ballen vallen. Na een tijd had Marion een uniek bewegingspatroon ontwikkeld voor elke bal. De therapeut faciliteerde dit proces door te vragen naar Marions beleving bij het werken met de ballen en welke beelden en gedachten daarmee werden opgeroepen. Dit gebeurde vooral bij onverwachte voorvallen, bijvoorbeeld als een bal niet gevangen werd en weg rolde. Voor Marion, keerde de liefde altijd terug als die viel, terwijl haar ‘donkere gedachten’ zich vaak in een hoekje verstopten. Marion werkte voor een aantal weken rond deze thema’s en uiteindelijk maakte ze een act van zes minuten. Ze besloot om dit aan twee groepsleiders te tonen. Marion was ontzettend trots op haar creatie! Deze speelse manier van werken creëerde een zekere afstand tot haar emoties. Hierdoor kreeg ze de ruimte om haar problemen objectiever te bekijken.

Deze case study is één voorbeeld van hoe circus gebruikt kan worden als therapeutisch medium. Er zijn uiteraard veel andere manieren naargelang de individuele hulpvraag en de patiënt zelf. Gelukkig heeft circus als discipline veel mogelijkheden: van trapeze tot jongleren, van koordlopen tot handenstand. Iedere patiënt heeft de vrijheid om te werken op zijn eigen tempo en zijn eigen manier. De therapeut werkt met een open blik, observeert de dynamieken, (lichaams-)taal en ruimtegebruik. Van daaruit werkt ze zowel sturend als volgend, en evalueert en herhaalt dit proces doorheen de sessie. Hoe dit in de werkelijkheid gaat binnen circustherapie is nog niet grondig onderzocht. De scriptie van de auteur was o.a. geschreven als uitnodiging aan collega’s om circus als therapie verder te onderzoeken, want er zit nog veel moois verborgen onder het zaagsel!

 

 

 

Download scriptie (1.14 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Janna Van Der Heyden, Rika Taeymans