Tolken Vlaamse Gebarentaal in onderwijs, de sleutels tot succes? Ik dacht het niet!

Margot
Janssens

“Het systeem van het middelbaar en hoger onderwijs blijft zo, dat wordt niet aangepast aan de dove studenten. Tolken kunnen ertoe bijdragen dat je in het systeem betrokken wordt, maar dat betekent nog niet dat het middelbaar en hoger onderwijs zo passen bij en aangepast zijn aan de noden van dove leerlingen en studenten.” (Citaat van een participant)

Toegankelijk onderwijs kunnen volgen klinkt voor de meesten onder ons vanzelfsprekend en als een basisrecht. Voor dove scholieren en studenten is dit echter niet altijd het geval (geweest). Hoewel zij steeds regelmatiger doorstromen naar het reguliere onderwijsparcours, botsen zij ook vandaag de dag nog op taalbarrières. Om de overstap naar het reguliere onderwijs toch wat vlotter te laten verlopen, zetten daarom steeds meer scholieren en studenten onderwijsgebarentaaltolken in. Ze hopen daarbij dat de tolk zal fungeren als schakel tussen leerkracht en leerling, tussen docent en student, om zo de lessen toegankelijker te maken. Beperkte (toegang tot reguliere) opleidingsmogelijkheden was in de jaren 1990 namelijk dé hoofdoorzaak van waarom doven een overwegend lager opleidings- en bijgevolg tewerkstellingsniveau hadden.

Tolken als oplossing?

Vandaag de dag kan er al zo’n 20 jaar gerekend worden op de inzet van tolken Vlaamse Gebarentaal (VGT) in het onderwijs, waardoor er vermoed wordt dat meer dove leerlingen integreren, naar hoger onderwijsrichtingen doorstromen en bijgevolg op een hoger niveau worden tewerkgesteld. Maar is dat effectief zo? In hoeverre maakten/ maken dove leerlingen en studenten eigenlijk gebruik van tolken VGT om onderwijs te volgen? Tot op welke hoogte is er een verband tussen het inzetten van tolken VGT in het onderwijs en het opleidingsniveau? En in welke mate heeft het opleidingsniveau een invloed op de tewerkstelling van doven? Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden is er een sequential explanatory mixed-methods onderzoek uitgevoerd, waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve data werden verzameld.

Ik dacht het niet!

Uiteindelijk kwam er uit het onderzoek naar voren dat onderwijs onvoldoende toegankelijk kan worden gemaakt enkel en alleen door onderwijsgebarentaaltolken in te zetten, en dat voelen dove scholieren en studenten maar al te goed. Er zijn namelijk nog te veel tolk-gerelateerde knelpunten, zoals het beperkte aantal toegewezen tolkuren, het af en toe niet kunnen vinden van (kwaliteitsvolle) tolken en de maar moeilijk te tolken lesinhoud waardoor de tolkeninzet niet in elke les een meerwaarde is. Als gevolg daarvan moeten scholieren en studenten zich in een regulier onderwijsparcours meer inspannen en zijn ze in vergelijking met hun leeftijdsgenoten vaker aangewezen op zelfstudie. De beperkte toegang tot onderwijsactiviteiten vraagt van de leerlingen en studenten dus meer doorzettingsvermogen en wilskracht om een opleiding af te ronden en om een diploma te behalen.

Of misschien toch wel?

De voordelen die het inzetten van onderwijsgebarentaaltolken met zich zou moeten meebrengen wegen met andere woorden niet helemaal op tegen de negatieve ervaringen die scholieren en studenten hebben met het onderwijs en de tolk-gerelateerde knelpunten. Dat verklaart ook meteen waarom scholieren en studenten ervan overtuigd zijn dat ze een opleiding ook zonder tolken in te schakelen zouden kunnen afronden. Wel gaven ze toe dat hun onderwijsparcours er zonder tolken VGT anders zou hebben uitgezien en dat het kunnen inzetten van onderwijsgebarentaaltolken hen gemotiveerd heeft om een opleiding af te werken. Het inschakelen van tolken VGT mag enerzijds dus zeker niet overschat worden, aangezien het om een persoonlijk verhaal gaat dat afhangt van veel factoren, maar mag anderzijds ook niet onderschat worden. Onderwijsgebarentaaltolken zorgen er misschien niet altijd voor dat onderwijs volledig toegankelijk wordt gemaakt, het kunnen inzetten van tolken geeft de leerlingen en studenten wel vaak de moed om tijdens een opleiding door te zetten.

We zitten dus op de goede weg, maar met het inschakelen van tolken VGT in het onderwijs alleen zal het wel nog even duren vooraleer de bestemming ‘Toegankelijk Onderwijs’ is bereikt. En dat heeft gevolgen voor het opleidingsniveau van doven, want nog steeds is de groep doven die naar een hoger onderwijsopleiding doorstroomt in de minderheid.

En wat met de bestemming ‘Werk’?

Los van de toegankelijkheidsgraad en de tolkeninzet in het onderwijs kunnen er dankzij een hoger opleidingsniveau wel bescheiden verbeteringen worden vastgesteld voor wat betreft het tewerkstellingsniveau. Toch maakt dit onderzoek ook duidelijk dat een hoger opleidingsniveau er niet altijd voor zorgt dat iemand op dat niveau wordt tewerkgesteld, sneller wordt aangeworven of zich sneller kan opwerken. Want wie als dove jongvolwassene denkt een stapje voor te hebben op zijn/ haar horende tegenstander, heeft het jammer genoeg meestal mis. Bij een aanwerving wordt er nog te vaak gefocust op wat dove kandidaten niet kunnen, ook al kunnen ze een diploma hoger onderwijs voorleggen. Dove sollicitanten worden nog te vaak veroordeeld op basis van hun doof zijn in plaats van beoordeeld op basis van hun kunnen.

“Werkgevers denken dat dove werknemers het niet kunnen, dat het te moeilijk zal worden of dat het op termijn struikelblokken zal opleveren. Want stel dat er voor eenzelfde job twee kandidaten zouden zijn, een horende en een dove kandidaat, die allebei ongeveer hetzelfde profiel hebben, dan wordt de horende kandidaat gekozen, dat is de gemakkelijkste weg. En een diploma kan helpen, maar niet genoeg. De dove persoon moet nog al te vaak dubbel zo hard werken, zich tot wel drie- of vierdubbel zo hard bewijzen.” (Quote van een participant)

Maar net zoals tolken VGT in het onderwijs geen superhelden zijn die in één, twee, drie onderwijs toegankelijk kunnen maken en ervoor kunnen zorgen dat een diploma behalen in het regulier en/ of hoger onderwijs een fluitje van een cent wordt, kunnen we van werkgevers jammer genoeg niet verwachten dat ze van vandaag op morgen al hun vooroordelen overboord gooien. Uitvoerige en structurele sensibilisatie in alle sectoren kan hier hopelijk stap voor stap een einde aan maken. Mensen moeten, ongeacht hun achtergrond of gehoorstatus, bovenal beoordeeld worden op hun competenties.

Download scriptie (746.58 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Myriam Vermeerbergen