Waarom vaderschap vandaag meer is dan ‘papa zijn’

Rebecca
Segers

De jaren 2000. Bush junior en Al Gore strijden om een vierjarig verblijf in het Witte Huis, het “levensechte” simulatiespel The Sims verschijnt voor het eerst en Johannes-Paulus II begint aan zijn laatste jaren als paus. En niet te vergeten: K3, toen nog bekend als KarenKristelKathleen, brengen het hitnummer ‘Papapa’ uit (als deze culturele referentie u even ontgaat – niet getreurd – ik plaats onderaan het artikel de weblink). Maar waarom vang ik mijn artikel over mijn masterproef aan met een opsomming van enkele schijnbaar willekeurige culturele referenties uit mijn jeugd? Wel, eigenlijk benaderen ze – ik geef toe, op een tamelijk subtiele manier – allemaal het idee van ‘vaderschap’. En laat dat nu toevallig zijn waarover ik mijn thesis geschreven heb! Ik presenteer: ‘In de naam van de vader: Katholieke ideeën over vaderschap in de jaren 1950’. Wees gerust, ik licht het hieronder wat beter toe. 

Presidentsverkiezingen: een kwestie van autoriteit 

Tijdens de Amerikaanse verkiezingen horen de presidentskandidaten zich voor te stellen als brave goedzakken die het beste voor hebben met hun toekomstige onderdanen. Ze profileren zich met andere woorden als een verantwoordelijk vaderfiguur voor het Amerikaanse volk. Dit toont ons dat ‘vaderschap’ meer betekent dan ‘papa zijn’: het is een reeks waarden, een ideaal en een streefdoel voor, voornamelijk, mannen. ‘Ideale vaders’ zijn niet alleen papa’s, het zijn soms ook wereldleiders, religieuze voorgangers, bedrijfsleiders, etcetera. Kortom, het zijn aanvoerders: figuren met een bepaalde autoriteit, die toch van goede inborst zijn.

In mijn thesis beargumenteer ik dat dergelijk ideaalbeeld voor mannen ontstond tijdens de jaren 1950. In de periode na de Tweede Wereldoorlog ruimde namelijk het beeld van de strijdende, afstandelijke en despotische man plaats voor dat van een tedere, aanwezige en dienstbare (huis)vader. In België speelde vooral de katholieke gemeenschap een belangrijke rol in de verspreiding van dit nieuwe ideaalbeeld. Net zoals de presidenten in de VS hun beste Amerikaanse beentje horen voor te zetten, moesten mannen in onze contreien tijdens de jaren 1950 hun beste katholieke beentje voorzetten. Dat hield in dat ze zich een leven als ‘goede vaderfiguur’ moesten aanmeten: dienstbaar aan het gezin, net zoals een president die zich ten dienste stelt van het volk. Zo moesten katholieke vaders leren luisteren naar hun kroost, agressie en nutteloos straffen afzweren en vooral in dialoog treden met de individuen waar ze verantwoordelijk voor waren. 

The Sims: de rol van een voorziener

Over verantwoordelijkheid gesproken… Wie The Sims ooit al eens gespeeld heeft, weet dat het niet altijd even simpel is om je sims tevreden te houden. Je moet ze aan een job helpen, zorgen dat ze veilig zijn, hen aanmoedigen hun talenten te ontwikkelen en hulp bieden waar nodig. Als speler moet je dus actief aanwezig zijn opdat de sims die je in het virtuele leven hebt geroepen hun ‘levensdoelen’ kunnen bereiken. 

Ook in het echte leven verwachten we bij uitstek van ouders dat ze hun kinderen voorzien in welzijn, structuur, hulp en bescherming. Moeder én vader dienen volgens de huidige sociale normen actief betrokken te zijn bij de opvoeding van hun nageslacht. 

In mijn thesis toon ik aan dat we ons deze familiale gewoonte reeds aanmeten sinds de jaren 1950. In katholieke tijdschriften in België doken voor het eerst beelden op van vaders die, net zoals de moederfiguur, verantwoordelijk waren voor het succes van de kinderen die ze op de wereld hadden gezet. Maar er is meer: net zoals spelers hun sims niet enkel moeten voorzien van een inkomen, dienden katholieke vaders volgens het tijdschrift ook meer te zijn dan de ‘kostwinner’ van het gezin. Hun bijdrage aan een veilig en gestructureerd familieleven was evenzeer van essentieel belang volgens de katholieke visie. 



Een geëngageerde paus en 'priester-papa’s'

Een figuur die van de katholieke structuur zijn job heeft gemaakt is uiteraard de paus. Johannes-Paulus II maakte er een punt van om een morele gids te zijn voor de christenen. Hij sprak zich daarom geregeld uit tegen wereldse zaken zoals het kapitalisme, het communisme, abortus, euthanasie, anticonceptie, homoseksualiteit en de doodstraf. Zo probeerde hij actief mee te bouwen aan wat hij als een zedige toekomst zag voor de volgende generatie. 

Ook deze ambitie is eigenlijk niet nieuw: pausen zijn namelijk altijd mannen en dus worden ze volgens de katholieke leer op een andere manier dan vrouwen geroepen om God te dienen. Dat concept wordt ‘gescheiden sferen’ genoemd. Hierbij vulden man en vrouw — of in een familieverband, moeder en vader — elkaar aan in hun karakteristieken, vaardigheden en dus in hun taken of rollen in het gezin. Dat rollenpatroon bereikte tijdens de verzuiling van de jaren 1950 een hoogtepunt. In de woonkamer vertaalde zich dat in de priesterfunctie van de vader die spirituele overdenkingen en gebeden voorging. Zo groeide het idee dat mannen, zowel in de publieke als de private ruimte van het leven, moesten optreden als een afgevaardigde van God, als een rolmodel voor zijn eigen kinderen en alle andere kinderen van God.



K3’tjes bezingen de allerliefste papa’s

Op de autoradio brengen drie vrouwenstemmen volgende verzen tot leven in een vrolijk lied: 

Wie droogt je tranen, wie komt er aangerend?

Geeft je een zoen als je gevallen bent?

Wie zal er voor je zijn bij elke nieuwe stap

Die jij vroeg of laat in deze wereld waagt?

Wie helpt jou rechtop te staan, wie ziet je graag?

Jij bent m'n allerliefste papapa papa papapa

Je begint mee te zingen en krijgt een warm gevoel vanbinnen, want bij het horen van deze lofrede aan het vaderschap denk je terug aan je eigen vader. Je vraagt je misschien wel af: sinds wanneer werd teder vaderschap echt een ding? 

Ik heb me alleszins die vraag gesteld. In het laatste luik van mijn masterproef onderzocht ik daarom in hoeverre katholieke tijdschriften vaders ook beschreven als ‘vrienden’ voor hun kinderen. Conclusie: vaders moesten zich eigenschappen als ‘genegenheid’ en ‘zachtheid’ aanmeten, karakteristieken die voordien enkel aan moeders en vrouwen werden toegeschreven. Je leest het goed: man en vrouw werden al tijdens de jaren 1950 als gelijken voorgesteld in hun positie als vertrouwenspersonen en ‘affectie-distributeurs’ van hun kinderen. Het vormde bovendien een mooi startpunt om in latere jaren de waarde van vader- en moederschap stilaan gelijk proberen te trekken. 

 

(bron: https://www.youtube.com/watch?v=3nxkhqMoOVs)

REBECCA SEGERS

 

Download scriptie (655.87 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Dr. Tinne Claes
Thema('s)