“Voor ons is het éénrichtingsverkeer”: hoe volgden dove leerlingen en studenten afstandsonderwijs tijdens de coronapandemie?

Fien
Andries

 



Online lessen, zelfstudie, Zoomen, groepswerken via Teams… Tijdens de coronapandemie is het Vlaamse onderwijs er danig anders gaan uitzien. Noodgedwongen schakelden scholen, hogescholen en universiteiten over op afstandsonderwijs. Die afstand heeft een impact op de communicatie: er wordt tijdens afstandsonderwijs vaker gewerkt met lesopnames en zelfstudie, waardoor interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerling en lesgever beperkter wordt. Wat ervaar je dan als je doof of slechthorend bent en gesproken Nederlands voor jou dan ook niet volledig toegankelijk is?

 Online onderwijs - CC pixabay

Iedereen op mute

Stel, je zit in een Zoomgesprek, maar ieders microfoon staat uit. Het lijkt onmogelijk om zo te communiceren, maar dat was toch de realiteit voor dove leerlingen en studenten wanneer ze geen tolk konden inschakelen tijdens hun lessen. Dove en slechthorende leerlingen hebben behoefte aan visuele communicatie. Velen van hen hebben Vlaamse Gebarentaal (VGT) als voorkeurstaal en hebben baat bij geschreven en visueel lesmateriaal. Online onderwijs zorgde bij hen voor extra communicatieve uitdagingen.

Fien Andries (KU Leuven) onderzocht de ervaringen van Vlaamse dove leerlingen en studenten met betrekking tot communicatie tijdens het afstandsonderwijs in de coronapandemie. Twaalf dove leerlingen en studenten deelden hun ervaringen in interviews.



Met of zonder tolk

Dove en slechthorende leerlingen hebben het recht om een tolk Vlaamse Gebarentaal of een schrijftolk (een tolk die de gesproken taal omzet in tekst) in te zetten tijdens hun lessen en krijgen daarvoor een vast aantal tolkuren, vergoed door de Vlaamse overheid. Toch botsen ze daarbij op beperkingen. Ten eerste vrezen ze dat ze te weinig tolkuren hebben. Ze merkten dat ze meer tolkuren nodig hadden tijdens het afstandsonderwijs omdat er meer lesmateriaal voorzien werd en omdat er voor het tolken van asynchroon materiaal, zoals ingesproken PowerPointpresentaties en lesopnames, meer uren aangerekend worden. Sommige informanten zouden graag een combinatie van schrijftolken en tolken VGT inzetten, maar doen dat niet uit angst dat hun tolkuren nog voor het eind van het schooljaar op zullen zijn. Het recht op een tolk zorgt er dus niet voor dat je steeds een tolk in de les hebt.

Eénrichtingsverkeer

Wanneer er een tolk VGT of een schrijftolk in de les aanwezig is, duurt het altijd even eer wat er gezegd wordt ook in VGT of in tekstvorm beschikbaar is. Samen met de vertraging die er op de internetverbinding zit, zorgt dat ervoor dat dove leerlingen en studenten altijd net wat later weten wat er gezegd wordt. Daardoor hebben ze minder kansen om vragen te stellen of mee te discussiëren. Zoals één informant uit het onderzoek het verwoordde, geldt voor dove leerlingen en studenten vaak éénrichtingsverkeer. Eigen inbreng in de lessen is nauwelijks mogelijk. Toch bieden online lessen op dat vlak een aantal mogelijkheden. Deelnemers kunnen tijdens live lessen de chatfunctie gebruiken, ze kunnen virtueel hun hand opsteken of er zou gewerkt kunnen worden met antwoordkaarten (bijvoorbeeld in verschillende kleuren) die deelnemers tijdens een live les kunnen opsteken om hun mening te geven. Van die mogelijkheden wordt weinig gebruik gemaakt: de chatfunctie wordt wel eens benut, maar verder is er weinig mogelijkheid om te interageren omdat wat er in de les gezegd wordt steeds met enige vertraging via de tolk tot bij de dove leerlingen komt. Zeker wanneer er schrijftolken worden ingezet, valt de mogelijkheid tot interactie grotendeels weg.

Wachten op toegankelijkheid

En wat als er geen tolk in de les aanwezig is of de leerkrachten vooraf opgenomen lessen doorsturen? Dan is het wachten. Dove en slechthorende leerlingen lopen een achterstand op omdat ze op de vertolking of vertaling van de schrijftolk of tolk VGT moeten wachten, terwijl hun klasgenoten of medestudenten al meteen aan de slag kunnen met het lesmateriaal.

Ter grootte van een postzegel

Bij afstandsonderwijs zijn we grotendeels afhankelijk van technologie. Wanneer de internetverbinding vastloopt en een tolk daardoor haperend in beeld komt, wordt het voor een dove leerling haast onmogelijk om les te volgen. Laat staan dat je moet liplezen van een haperende prof op een wazig beeld. Daarnaast is videoconferentiesoftware zoals Zoom of Teams niet afgestemd op communicatie in gebarentaal: wie spreekt (dus wie geluid maakt) komt automatisch in beeld, niet wie gebaart. Je kan één venster uitvergroten, maar geen twee, wat betekent dat je als dove student moet kiezen of je de tolk of de lesgever kan zien. Als er dan nog een PowerPoint op hetzelfde scherm moet passen, kijk je naar een gebarentaaltolk ter grootte van een postzegel.

Bovendien botsen dove jongeren vaak op onbegrip vanuit hun onderwijsinstelling. Er worden niet voldoende aanpassingen voor hen voorzien of ze moeten keer op keer vragen om rekening met hen te houden. 

Is inclusie nog steeds een illusie?

Al deze factoren hebben een invloed op de toegankelijkheid van de afstandslessen en de mate waarin dove leerlingen en studenten zich betrokken voelen. Bovendien kunnen we ons daarbij de vraag stellen waar inclusief onderwijs voor staat. Is inclusie bereikt wanneer dove leerlingen en studenten in theorie toegang krijgen tot de lessen in het regulier onderwijs, al dan niet met bepaalde hulpmiddelen, of is er meer nodig om hen een gelijkwaardige toegang tot de communicatie te kunnen bieden? Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat de informanten op een heel aantal barrières stoten wanneer ze online les volgen, waar horende leeftijdsgenoten niet mee te maken krijgen. We zouden op basis van dit onderzoek kunnen stellen dat de omschakeling naar afstandsonderwijs de toegankelijkheidskloof die dove jongeren moeten overbruggen heeft vergroot en dat bestaande knelpunten des te meer aan het licht zijn gekomen.

Toch kan een aantal maatregelen die schijninclusie grotendeels opheffen. Meer tolkuren, de ontwikkeling en implementatie van geschikte videoconferentiesoftware, het gebruik van concreet visueel materiaal en sensibilisering bij lesgevers kunnen de weg naar een barrièrevrije leeromgeving vergemakkelijken. Tijd om gehoor te geven aan de noden van dove leerlingen en studenten.

Download scriptie (1.23 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
prof. Myriam Vermeerbergen