The road less traveled: De veranderende tewerkstelling van doctoraathouders

Lucas
Dierickx

I shall be telling this with a sigh

Somewhere ages and ages hence:

Two roads diverged in a wood, and I—

I took the one less traveled by,

And that has made all the difference

Dit gedicht van de Amerikaanse schrijver Robert Frost (1874-1963) geeft een mooi beeld van een belangrijke keuze waar de doctoraathouder van vandaag mee geconfronteerd wordt. Waar vroeger het traditionele pad van een doctoraathouder een carrière in de academische wereld betekende, zijn er de dag van vandaag talloze opties voor pas afgestudeerden. Maar betekent dit dat een carrière buiten de universiteit de nieuwe standaard wordt voor doctoraathouders, of blijft dit nog steeds ‘the road less traveled’? En wat is hun positie op de arbeidsmarkt tegenover andere hoogopgeleiden zoals masters en bachelors?

Een belangrijke meerwaarde

Van doctoraathouders wordt verondersteld dat ze een flink staaltje kennis en expertise in huis hebben. Hun lange opleiding en het origineel onderzoek dat ze afleveren stoomt hen op die manier klaar voor een lange en succesvolle carrière binnen een universiteit. Toch heeft de samenleving er alle baat bij dat doctoraathouders ook doorstromen naar de privésector, overheidssector of non-profit sector. Op deze manier kan bijvoorbeeld het onderzoek van universiteiten gemakkelijker doorsijpelen naar toepassingen binnen ons alledaags leven.

Het dilemma van de doctoraathouder

De keuze om als doctoraathouder de sprong te wagen in de niet-academische wereld is niet evident. Het is ook niet zo dat deze keuze altijd vrijwillig verloopt. Doctoraathouders worden tijdens hun carrière geconfronteerd met een aantal aspecten die hun keuzes op de arbeidsmarkt kunnen beïnvloeden. Het gebruik van tijdelijke contracten is hier een voorbeeld van. Doctoraathouders aan universiteiten zijn vaak tewerkgesteld met een tijdelijk contract. Deze tijdelijke contracten zijn onder andere gerelateerd aan een lagere tevredenheid met de inhoud en de voorwaarden van hun job, en kunnen een impact hebben op de balans tussen werk- en privéleven of het welzijn van de werknemer. Dit kan ertoe leiden dat doctoraathouders meer op zoek gaan naar zekerheid en op die manier buiten de academische wereld terechtkomen. Aan de andere kant zijn doctoraathouders ook vaker ‘overgekwalificeerd’. Dit betekent dat ze vaak tewerkgesteld zijn in functies waar een doctoraat geen vereiste is. Opnieuw kan dit ervoor zorgen dat doctoraathouders voor andere sectoren kiezen. Dit is belangrijk omdat doctoraathouders in vergelijking met masters en bachelors vaker overgekwalificeerd zijn en/of met tijdelijke contracten werken.

Ongelijke omstandigheden?

Naast het verschil tussen doctoraathouders en andere hoogopgeleiden, is het ook interessant om het gender van de doctoraathouder in rekening te brengen. In tegenstelling tot mannelijke doctoraathouders zijn vrouwelijke doctoraathouders vaker op een (relatief) laag niveau tewerkgesteld. Opvallend genoeg is de loonkloof bij doctoraathouders ook groter dan de loonkloof bij masters. Dit betekent dat vrouwen minder verdienen dan mannen in vergelijkbare jobs, en dat dit verschil nog duidelijker is dan bij masters. Er zijn daarnaast ook wetenschappelijke studies die gewag maken van genderverschillen in een aantal verschillende tevredenheidsaspecten. Zo zouden er genderverschillen kunnen zijn in de tevredenheid met loon, werkzekerheid en de balans tussen werk- en privéleven. Het onderzoek stelt in de eerste plaats de vraag of er over het algemeen verschillen zijn tussen de tewerkstelling van doctoraathouders in vergelijking met andere hoogopgeleiden, en daarnaast stellen we ons ook de vraag of mannelijke en vrouwelijke doctoraathouders in sterk verschillende sectoren werken. Ook wordt er een vergelijking gemaakt tussen België en een aantal andere Europese landen (Bulgarije, Finland en Portugal). In het laatste deel van het onderzoek wordt er gekeken naar een aantal genderverschillen in de tevredenheid van Vlaamse doctoraathouders.

België, de uitzondering

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de academische sector nog steeds de dominante sector blijft voor doctoraathouders. De tewerkstelling van doctoraathouders tegenover andere hoogopgeleiden verschilt dus nog steeds sterk. Wel is het zo dat België en Finland in vergelijking met Portugal en Bulgarije meer doctoraathouders in de privésector hebben. Voor mannen en vrouwen zijn de verhoudingen doorgaans hetzelfde in de vier landen: mannen werken vaker in de privésector en vrouwen vaker in de academische sector. Wat hier wel opvalt zijn de resultaten van de Belgische doctoraathouders. Mannelijke en vrouwelijke doctoraathouders zijn nagenoeg in dezelfde hoeveelheden in dezelfde sectoren te vinden! De resultaten van de tevredenheidsaspecten tonen ook aan dat er genderverschillen aanwezig zijn in de tevredenheid met loon. Mannelijke doctoraathouders zijn namelijk meer tevreden met hun loon in de privésector en de non-profitsector. Ook zijn mannelijke doctoraathouders meer tevreden met werkzekerheid in de privésector. Anderzijds zijn er geen verschillen als het op de balans tussen werk- en privéleven aankomt.

Conclusie

De resultaten kunnen een aantal belangrijke consequenties met zich meebrengen. In eerste instantie is het zo dat er nauwelijks verschillen zijn in de tewerkstelling van mannelijke en vrouwelijke doctoraathouders in België. Ook al zijn mannelijke en vrouwelijke doctoraathouders in dezelfde sectoren tewerkgesteld, betekent dit niet dat ze dezelfde omstandigheden ervaren. Zoals eerder vernoemd is er een loonkloof tussen mannen en vrouwen en is het bijvoorbeeld ook moeilijker voor vrouwen om een vast contract te bemachtigen of om professor te worden. Samen met de verschillen in tevredenheid van loon en werkzekerheid zou dit indicatief kunnen zijn voor een structureel probleem in de arbeidsmarkt voor doctoraathouders. Daarnaast is er een mogelijkheid dat doctoraathouders een belangrijke bijdrage leveren in hoeverre een land als innovatief wordt beschouwd. Aangezien België en Finland hoger scoren op innovatie dan Portugal en Bulgarije (Europese Commissie, 2019), is het mogelijk dat de doorstroom van doctoraathouders naar de privésector een belangrijke rol speelt. Doctoraathouders die in de privésector tewerkgesteld zijn kunnen op die manier zorgen dat technologieën vlotter beschikbaar worden voor het grote publiek. Ja, een carrière buiten de universiteit blijft voor doctoraathouders nog steeds ‘the road less traveled’. Er is echter geen juiste of foute keuze in dit verhaal. De vaardigheden van doctoraathouders zorgen steeds voor een meerwaarde op de arbeidsmarkt. Met die meerwaarde zorgen zij keer op keer voor het verschil.

Download scriptie (1.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Anneleen Mortier