Recht als vaccin: hoe kan België correct omgaan met echtscheidingen uit islamitische landen?

Tom
Lenaerts

Gendergelijkheid en non-discriminatie. Aan beide begrippen wordt steeds meer belang gehecht.  Zelfs het hagelnieuw Belgische regeerakkoord heeft er de mond van vol.

Ook wanneer twee getrouwde partners uit elkaar willen gaan, wordt verwacht dat zij elk evenveel recht hebben om hun relatie te beëindigen. Wat indien dit in andere landen niet het geval is, en de macht om het huwelijk te beëindigen enkel aan de man toekomt? Hoe moet België met dergelijke situaties omgaan wanneer een buitenlands koppel besluit om naar België te komen?

*****

Echtscheiding anno 2020

Coronatijden doet scheiden”, “Meer echtscheidingen door corona”, “Meer en hardere echtscheidingen door lockdown”. Het is maar een greep uit de vele kranten- en tijdschriftartikels die de afgelopen maanden zijn verschenen over de coronacrisis.

Het staat vast dat deze crisis diepe wonden slaat in onze maatschappij. Zo onzichtbaar als het virus is, zo zichtbaar zijn de gevolgen ervan. Ook het huwelijk ontsnapt er niet aan. Na de lockdown steeg het aantal echtscheidingen aanzienlijk, tot wel 25 procent meer koppels gingen uit elkaar in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.

Echtscheiding in België

België kent een relatief open echtscheidingsrecht. Dit wil zeggen dat het in theorie eenvoudig is om uit de echt te scheiden. De echtscheidingscijfers bevestigen dit ook. Het aantal echtscheidingen bedraagt de laatste jaren verhoudingsgewijs iets meer dan de helft van het aantal gesloten huwelijken. Bovendien maakt het om uit de echt te scheiden niet uit of je nu bent getrouwd met iemand van een ander geslacht of van hetzelfde geslacht. Ook kan men eenzijdig of in onderling overleg besluiten om uit elkaar te gaan, en zal je zaak - indien je dit wenst - bekeken worden door een onafhankelijke rechter.

‘Echtscheidingen’ in de islamitische wereld: hoe moeten we daarmee omgaan in België?

Diezelfde openheid ten aanzien van echtscheidingen is niet overal ter wereld terug te vinden. Dit is zeker het geval voor het merendeel van de islamitische wereld. In het onderzoek wordt er een selectie gemaakt van een aantal islamitische landen, namelijk Marokko, Iran, Pakistan en Saoedi-Arabië. Deze volgorde is van belang. Marokko heeft het minst strenge beleid, daar waar Saoedi-Arabië het meest strenge beleid heeft.

In deze landen maakt het namelijk wel uit of je getrouwd bent met iemand van een ander geslacht, en komt het recht om uit de echt te scheiden meestal enkel toe aan de man. Dit is wat men in België ook wel ‘verstoting’ noemt: de man besluit om zijn vrouw te verlaten, of de vrouw vraagt aan haar man of hij haar wil verstoten. Hoe men het draait of keert, de man heeft het laatste (en meestal het enige) woord.

 

“De loutere erkenning van een verstoting omwille van genderongelijkheid gaat te kort door de bocht.”

 

Bij sommige lezers zal er spontaan iets gaan knagen aan hun rechtvaardigheidsgevoel. Dit leidt meteen tot de kern van het onderzoek: wat indien een koppel uit een islamitisch land op deze wijze uit mekaar is gegaan en (één van hen) naar België komt? Moeten wij hen in België beschouwen als een gescheiden koppel, ook al is het enkel door het toedoen van de man dat zij in hun thuisland uit de echt zijn gescheiden? Of moeten wij zeggen dat zij in onze ogen toch getrouwd blijven, net omdat de vrouw ongelijk behandeld is, niet over dezelfde rechten beschikt en misschien zelfs helemaal niet wilde scheiden?

 

België kent verouderde rechtsregels voor deze situaties. Deze regels zijn streng en zeggen dat verstotingen die in het buitenland werden gedaan in België niet worden erkend, tenzij er aan vier voorwaarden is voldaan. Het gevolg daarvan is dat een buitenlands koppel in België in principe beschouwd wordt als een getrouwd koppel, terwijl zij in hun thuisland ‘gescheiden’ waren. Dit is een contradictie die voor veel problemen kan zorgen. Deze benadering past niet meer in de huidige tijdsgeest. Daarom wordt voorgesteld om deze regels te wijzigen, en een verstoting uit islamitische landen wel te erkennen in België. Uiteraard moet dit niet zomaar gebeuren en zullen er nog steeds voorwaarden te vervullen zijn.

De beoordeling van de verstoting in westerse landen zoals België blijkt immers complexer dan gedacht. Aan de ene kant zijn er de rechtsregels in de islamitische landen zelf. Het is dan ook een noodzakelijke uitdaging om deze regels goed te begrijpen. Een loutere afwijzing van de erkenning van een verstoting omwille van een gebrek aan gendergelijkheid gaat te kort door de bocht. Daarnaast mag niet uit het oog worden verloren dat de verschillende islamitische landen doorheen de tijd moderniseringsgolven hebben gekend binnen hun familierecht. Deze moderniseringen hebben echter vaak niet de draagwijdte die ze lijken te hebben. Het is niet omdat de in hun wetten gebruikte bewoordingen, naast de verstoting, een westerse echtscheiding lijken te introduceren waartoe man en vrouw gelijke toegang hebben, dat het ook werkelijk zo is. Ook de vaststelling dat het toezicht door rechters op de huwelijksontbinding vergroot is, sluit niet uit dat theorie en praktijk vaak twee verschillende dingen zijn.

Aan de andere kant zijn er de vele instanties die in België een oordeel moeten vellen over wat men de ‘kwalificatie’ van de situatie noemt: gaat het om een echtscheiding of om een verstoting? De mate van erkenning de verstoting door de verschillende instanties wordt niet zelden verschillend beoordeeld. Vaak is dit te wijten aan een gebrek aan kennis van het vreemd recht. Verschillende meningen kunnen leiden tot verschillende oplossingen. Dit komt de personen over wie het gaat dikwijls niet ten goede. Er heerst dus onzekerheid, terwijl er in België (rechts)zekerheid moet zijn.

Is er een ‘vaccin’?

De voorgestelde oplossingen zijn tweeledig. Eerst moeten de Belgische regels over verstotingen gemoderniseerd worden. Deze modernisering houdt in dat we een open kijk moeten hebben op buitenlands recht en het niet gewoon moeten afwijzen. Vervolgens moet de beoordeling van de erkenning van verstotingen overgelaten worden aan één centrale autoriteit om (rechts)zekerheid te bieden aan iedereen. Dit kan een Vlaamse, Belgische of zelfs Europese autoriteit zijn.

 

*****

Download scriptie (1.12 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Erna Guldix