Wordt seks nog steeds onder schoolstoelen en -banken geschoven?

Silke
Van dijck

Photo by Markus Winkleron UnsplashHerinner jij je ook nog dat ogenblik? Je zit op de schoolbanken en de leerkracht verheft zijn stem: “Vandaag zullen we het hebben over seks.” Er ontstaat wat gegiechel en rumoer. Stiekem keek jij, net als elke andere leerling in volle ontwikkeling, uit naar dit moment. Toch blijken de lessen eerder teleurstellend. Je blijft met heel wat vragen achter. Als seks zo gevaarlijk is, waarom blijft de mens het dan onbezonnen verder doen? Waarom loopt onze wereld hiervan over?

Seks werd doorheen de geschiedenis vaak bestempeld als een schande, zonde of bedreiging. Volgens de Katholieke Kerk stond seks voor het huwelijk zo ongeveer gelijk aan het tekenen van je eigen doodvonnis. Werd je er niet zwanger van, dan kreeg je vast een soa; en hoe moet het dan verder? Deze negatieve visie kleurde de seksuele opvoeding in Vlaanderen voor lange tijd. Seks was niets voor kinderen, dat stond vast.

Een opmerkelijke redenering, want de puberteit staat nu eenmaal bekend om zijn seksuele ontwikkeling. Ze activeert bij jongeren als het ware een “natuurlijke nieuwsgierigheid” voor alles wat met seksualiteit te maken heeft. Daarnaast is seksualiteit niet meer weg te denken uit hun leefwereld. Internet en televisie prikkelen de seksuele zintuigen, gendergelijkheid en diversiteit zijn hot topics en de seksuele revolutie schreeuwt om het “recht op genot”. Want, geef toe, seks kan toch ook leuk zijn? 

Let’s talk about sex!

Ondertussen bestaat er geen twijfel meer over: elk kind heeft recht op seksuele vorming. De vraag blijft echter wat deze vorming de dag van vandaag moet inhouden. Moet de seksuele diversiteit, die onze wereld kleurt, niet stilaan vertaald worden naar een schoolcontext? Hebben kinderen het recht om ook in klas over seksueel genot te praten? Onze jeugd antwoordt alvast volmondig “ja”. Zij willen de positieve kanten van seks meer aan bod zien komen in de les. Verschillende internationale instanties, zoals UNESCO en de WHO, hebben deze vraag ondertussen erkend en breidden hun richtlijnen omtrent seksuele vorming uit. Maar hoe is het gesteld met onze seksuele vorming in Vlaanderen? Ik ging op zoek naar deze andere, meer positieve, kant van seks in het Vlaamse onderwijs. 

De seks-positieve benadering

Alvorens we hiermee aan de slag kunnen, is een duidelijke afbakening van dit begrip, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur, noodzakelijk. Een seks-positieve benadering wilt naast de risico’s en gevaren die met seksualiteit gepaard gaan, ook ruimte maken voor thema’s zoals seksuele diversiteit, consent, genot en vrijheid. Hierbij wordt de seksuele ontwikkeling aanzien als een uniek pad dat elke leerling op z’n eigen manier bewandelt en dat kan bijdragen aan zijn of haar geluk en welzijn. Een seks-positief perspectief staat bijgevolg in sterk contrast met de eerder negatieve kijk uit het verleden. Op zoek naar een mogelijke vertaling van dit “nieuwe” concept, nam ik de Vlaamse eindtermen onder de loep en ging vervolgens in gesprek met de sleutelfiguren in het werkveld, leerkrachten uit het aso-onderwijs.  

Bouwen aan de toekomst

Eindtermen vormen in Vlaanderen de bouwstenen waarop ons onderwijs gebaseerd is. Ze omschrijven beknopt wat een leerling op het einde van zijn schoolcarrière of graad zou moeten kennen, kunnen en beheersen. Een ideaal beginpunt dus om onze zoektocht naar seksualiteit op school te starten. Als je deze bouwstenen van naderbij bekijkt, merk je al snel dat seksualiteit hier geen groot aandeel vormt. Het onderwerp komt slechts driemaal letterlijk aan bod. Wel bevatten de eindtermen heel wat algemene competenties die zouden kunnen bijdragen aan relationele en seksuele vorming in een positief licht. Hoewel deze competenties nuttig zijn, worden ze in hun omschrijving nooit specifiek verbonden met seksualiteit. Zo wordt bijvoorbeeld het belang van open communicatie aangehaald, maar blijft een toepassing op seksualiteit buiten beschouwing. 

Leerkrachten kunnen deze verschillende competenties als basis gebruiken voor hun lessen seksuele vorming, maar moeten ze als het ware eerst zelf ontdekken, samenvoegen en toespitsen op seksualiteit. Ze moeten dus zelf de handen uit de mouwen steken. Het lot van een seks-positief perspectief binnen het Vlaams onderwijs hangt af van de “veerkracht van de leerkracht”. 

Wat denken de leerkrachten nu zelf?

Om een antwoord te formuleren op deze vraag, ging ik in gesprek met leerkrachten uit het aso-onderwijs. Uit deze groepsgesprekken blijkt dat ze al heel wat aspecten van een seks-positieve benadering in hun lessen verwerken. Dit doen de leerkrachten voornamelijk op eigen initiatief. Ook hun mening omtrent seksualiteit sluit mooi aan bij dit “vernieuwende” concept. De leerkrachten halen allen aan dat ze seksuele vorming belangrijk vinden. Ze willen er graag veel moeite en tijd in steken, maar voelen zich niet altijd gesteund. Enerzijds staan de leerplannen nu al bomvol, waardoor thema’s die niet letterlijk in het leerplan staan, zoals seksualiteit, aan aandacht moeten inboeten. Anderzijds hebben ze nood aan meer structuur, meer richting en initiatief van hogerhand, bijvoorbeeld vanuit de verschillende schoolkoepels of de overheid. Ze missen een meer fundamentele richtlijn en zien de seks-positieve benadering als een potentiële basis hiervoor.

Leerkracht: “Ik denk dat we op basis hiervan toch wel moeten streven naar een verankering van seksuele opvoeding. Dat het echt een leerlijn wordt, dat er een globaal idee achter zit, dat je inderdaad die seks-positieve definitie bijvoorbeeld als basis kunt nemen.” 

Geef seks een kans!

We leven in een tijd waar seks om elke hoek loert, maar evenzeer een tijd waar het belang van een degelijk gesprek over seks nog te weinig wordt erkend. Een tijd waar scholen, de plaats waar jonge mensen zich verder ontplooien, nog steeds weinig krediet krijgen om een gefundeerde seksuele vorming uit te bouwen. Tijd om daar verandering in te brengen, want seksualiteit op school is wel degelijk van belang …

Leerkracht: “Er is geen vak "seksualiteit" op school, dat bestaat niet hé.”

Gespreksleider: “Zou misschien geen slecht idee zijn.” (Groep lacht) 

Leerkracht: “Ja, we kunnen naar het beleid stappen (lacht).”
 

(focusgroep 3) 

Leerkracht A: “De consensus is toch: hoe meer seksuele voorlichting, hoe beter." 

Leerkracht B: “We maken er een één-uurs-vak van.”

(Groep lacht)

Leerkracht C: “Elke Week!”

(focusgroep 2)

…. En wie weet vormt de “seks-positieve benadering” wel de basis voor een goed, nieuw plan!

Download scriptie (2.72 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
prof. dr. Paul Enzlin
Thema('s)